1. In de verte zag ik heuvels, bomen, bloemen, geiten en koeien.
2. Wat een schoolcarrière heeft Maud: vmbo, havo, hbo en tot slot de universiteit.
Slide 9 - Tekstslide
Opsomming in drieën
Een opsomming in drieën is een opsomming
van drie woorden, zinsdelen of zinnen. De opsomming vormt één geheel. Het is een effectieve manier om je boodschap extra krachtig en overtuigend te maken.
Voorbeeld:
Ze verlangden naar vrede, vrijheid en geluk.
Slide 10 - Tekstslide
Drieslag
Een drieslag is een vaste combinatie van een opsomming in drieën.
Bekende voorbeelden:
1. Met bloed, zweet en tranen.
2. Ik kwam, ik zag, ik overwon.
Slide 11 - Tekstslide
Climax
Een climax is een opsomming die naar een hoogtepunt voert.
Voorbeelden:
1. Jullie zijn de leukste klas van Colegio Arubano, van Aruba, van het hele Caribisch gebied.
2. Hij werd kwaad, woedend, nee, witheet toen hij dat zag.
Slide 12 - Tekstslide
Omgekeerde climax
Een omgekeerde climax (of anti-climax) is een stijlfiguur, waarbij in een opsomming de betekenissen in kracht afnemen.
Het is het tegenovergestelde van een climax.
1. Hij is wereldberoemd, nou ja, in Nederland, in onze stad dan. Ik bedoel: ik heb van hem gehoord.
2. Het is schitterend, prachtig, mooi, eigenlijk best aardig.
Slide 13 - Tekstslide
Wat ben jij een miezerig, vervelend, irritant, misselijk ventje
A
opsomming in drieën
B
enumeratio
C
climax
D
repetitio
Slide 14 - Quizvraag
Hij voelde zich goed, geweldig, fantastisch toen hij geslaagd was.
A
drieslag
B
enumeratio
C
repetitio
D
climax
Slide 15 - Quizvraag
De soldaten vochten voor God, vaderland en Oranje.
A
opsomming in drieën
B
climax
C
enumeratio
D
drieslag
Slide 16 - Quizvraag
Uur na uur gebeurde er niets.
A
omgekeerde climax
B
repetitio
C
enumeratio
D
climax
Slide 17 - Quizvraag
Hij dacht een auto te hebben gewonnen, maar het was zelfs geen fiets. Zijn prijs was een zakradiootje.
A
omgekeerde climax
B
drieslag
C
repetitio
D
enumeratio
Slide 18 - Quizvraag
Ik wil weg, ik wil naar huis, ik wil naar bed.
A
repetitio
B
climax
C
drieslag
D
omgekeerde climax
Slide 19 - Quizvraag
Filmpje
In het filmpje op de volgende slide worden alle stijlfiguren uit het Nederlands uitgelegd.
Ook de repetitio, de enumeratio, de opsomming in drieën, de climax en de anti-climax!
Bekijk het thuis: een goede voorbereiding op de toets.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
toespraak Frans Timmermans
Luister naar de toespraak + lees de Nederlandse vertaling.
Citeer 8 zinnen waarin Timmermans een retorisch middel hanteert.
Beter op papier of in gesproken tekst? Licht je antwoord toe!