Comparisons


Comparisons
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les


Comparisons

Slide 1 - Tekstslide

How do you make this comparison correct?
John is ..... (tall) than I am, but Jim is the ... (tall).

Slide 2 - Open vraag

Korte herhaling
  • Korte woorden (1 lettergreep) krijgen -er of -est
  • Vergelijking met 2 (.... dan) wordt '...-er than'
  • bijv.: This chocolate is sweeter than that one.
  • Vergelijking met alles (de ...) wordt 'the ...-est'
  • bijv.: But Belgian chocolate is the sweetest.

Slide 3 - Tekstslide



En wat bij lange woorden?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Je gebruikt 'more' of 'er' bij...?
A
overtreffende trap
B
vergrotende trap

Slide 6 - Quizvraag

Uitzonderingen (1)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Geef 2 woorden van 2 lettergrepen die wel op -er of -est eindigen.

Slide 9 - Open vraag



Spelling

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Uitzonderingen (2)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

The correct sentence here is:
George is (ouder dan (old)) Charlotte. Write the complete sentence.

Slide 14 - Open vraag

And the correct one here is?
Patrick thinks this is (het moeilijkste (difficult)) ever. Write the complete sentence.

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide