Feit of mening? 'Wegens gesjoemel ontslagen directeur vangt 350.000 euro'
A
Feit
B
Mening
Slide 5 - Quizvraag
"Harry Styles betoverend en charismatisch in ArenA "
A
Feit
B
Mening
Slide 6 - Quizvraag
Een feit is iets waarvan je kunt controleren of het waar of onwaar is.
Voorbeeld:
Het paleis op de Dam staat in Amsterdam.
Het paleis op de Dam heeft een knaloranje voordeur.
De eerste zin is een voorbeeld van een waar feit; de tweede zin is een voorbeeld van een onwaar feit. Je kunt beide feiten controleren door naar de Dam in Amsterdam te gaan.
Een mening of standpunt is wat iemand van iets vindt.
Met iemands mening kun je het eens of oneens zijn.
Een mening herken je soms (maar lang niet altijd!) aan signaalwoorden als ik vind, volgens mij, lijkt mij, naar mijn mening, mijns insziens.
Slide 7 - Tekstslide
Feit of mening? "Guardiola vindt dat spelers van City niet arrogant mogen worden"
A
feit
B
mening
Slide 8 - Quizvraag
"Het zat er al een tijdje aan te komen: Netflix-abonnees die vrienden en familie buiten hun eigen huishouden mee laten liften op hun account moeten maandelijks extra gaan betalen."
A
feit
B
mening
Slide 9 - Quizvraag
Formuleer een feit over de zomervakantie.
Slide 10 - Open vraag
Formuleer een mening over de zomervakantie.
Slide 11 - Open vraag
argument
Met een argument ondersteun je je mening. Signaalwoorden waaraan je argumenten kunt herkennen, zijn: omdat, want, namelijk en immers.
Voorbeeld:
Je zou dat blauwe jasje aan moeten doen voor het Lentefeest. (= mening). Dat staat je namelijk geweldig! (= argument)
Slide 12 - Tekstslide
Formuleer een argument bij je mening over de zomervakantie.
Slide 13 - Open vraag
Ik denk dat ik nu wel kan herkennen wanneer er sprake is van een feit of een mening.
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quizvraag
Opdrachten
havo maak opdracht 1
(p. 108-109.)
vwo: maak opdracht 1 en 2
(p. 108-109)
Slide 15 - Tekstslide
Herhalen theorie H4 Lezen
Wat is het verschil tussen een mening en een argument?
Aan welke signaalwoorden kun je een argument vaak herkennen?