mavo 4 paragraaf 2.4

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Herhalen
  2. Huiswerk
  3. Leerdoelen 2.4
  4. Instructie 2.4
  5. Aan de slag met 2.4
  6.  Evaluatie leerdoelen
  7. Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Waarom lenen mensen geld?

Slide 3 - Tekstslide

Hoe noemen we een lening voor de aankoop van een woning?

Slide 4 - Tekstslide

Welke kredietvormen hebben we in de vorige les behandeld?

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een consumptiegoed?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Na vandaag weet je:
  1. Wat de functies van geld zijn.
  2. Hoe banken bemiddelen bij vraag en aanbod van geld.
  3. Wat de rol van de ECB is bij het bepalen van de rente.
  4. Hoe banken geld verdienen. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat zijn de functies van geld?
  1. geld is een ruilmiddel
  2. geld is een rekenmiddel
  3. gels is een spaarmiddel

Slide 10 - Tekstslide

... geld
... geld

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Ga de komende 10 minuten aan de slag met opgave 1 tot en met 5.




Ben je eerder klaar neem dan de leerteksten van het tweede deel door en probeer de opgaven te maken.

Slide 13 - Tekstslide

Wat doen banken?
Van wie komt het aanbod van geld?

Van wie komt de vraag naar geld?

Rente?

Komt van spaarders, de bank betaald hun rente als vergoeding
Komt van gezinnen en bedrijven die geld willen lenen, zij betalen rente
Rente = de prijs van geld
Rente omhoog => meer sparen - minder lenen
Rente omlaag => minder sparen - meer lenen

Slide 14 - Tekstslide

Samen opgave 6 van blz. 55.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat doet de Europese Centrale Bank?

  • ECB (Europese Centrale Bank) = de centrale bank voor de eurozone.
  • De ECB bepaalt voor alle eurolanden de basisrente.

Slide 18 - Tekstslide

Winst voor de bank
  • regelen girale betalingen en ontvangsten
  • sparen
  • lenen
  • verzekeren
  • Creditrente: rente over tegoeden, lager dan debetrente.
  • Debetrente: rente over tekorten, hoger dan creditrente.
  • Het verschil is (bruto)winst voor de bank.


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Verder met 2.4 (huiswerk)
Vind je het hoofdstuk lastig en wil je nog wat meer oefenen? Maak dan de herhalingsopdrachten van blz. 60 en 61.

Vind je het niet zo lastig en wil je wel wat meer uitdaging? Probeer dan de plusopdrachten van blz. 62 en 63.

Heb je moeite met de rekenopgaven? Probeer dan de orekenpdrachten van blz. 64 en 65.

Slide 21 - Tekstslide

Na vandaag weet je:
  1. Wat de functies van geld zijn.
  2. Hoe banken bemiddelen bij vraag en aanbod van geld.
  3. Wat de rol van de ECB is bij het bepalen van de rente.
  4. Hoe banken geld verdienen. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide