In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
HC Britse Rijk DC2
India en het Britse Rijk (1765-1885)
Oefenen met:
- kennis
- formuleren
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Oefenvragen
Twee soorten:
kennis
toepassing
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Kennisvragen
Deze vragen komen niet voor op het tentamen en/of examen. Waarom dan oefenen?
Kennis basis van waaruit je werkt
Zonder voldoende kennis kom je niet tot inzicht
Kennis is nodig om de vragen te begrijpen
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Verplichte jaartallen
1765
1857
1885
Opstand onder Indiase soldaten
Verdrag van Allahabad
Oprichting Indian National Congress
Slide 4 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn factorijen?
Slide 5 - Open vraag
Beschermde nederzetting van een Europese (Engelse) handelscompagnie in een kolonie waar zij goederen bewaarde en verhandelde. De compagnieën voerden zelf het bestuur oer deze factorijen.
Wat was een groot verschil qua vestiging van de kolonisten tussen de Britse kolonie in Amerika en die in India?
Slide 6 - Open vraag
In Amerika vestigden de Brittsen zich en bouwden ze een nieuw eigen leven op. Naar India gingen de Britten in eerste instantie voor de handel en keerden ze daarna weer terug richtig Engeland
toepassing
Open vragen waarop een langer antwoord geformuleerd moet worden.
Let bij het formuleren op:
Herhaal eerste deel vraag
Schrijf in duidelijke zinnen, woorden is alles wat je hebt
Structureer je antwoord naar de vraag
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
2p. De Industriële Revolutie was één van de oorzaken van de opkomst van het moderne imperialisme. Leg uit dat de Industriële Revolutie in Engeland een reden kon zijn om koloniën in bijvoorbeeld Azië in bezit te nemen.
Slide 8 - Open vraag
De Industriële Revolutie in Groot-Brittannië leidde ertoe dat er een groeiende vraag naar katoen ontstond / een afzetmarkt voor industrieproducten nodig was. In India werd katoen verbouwd / bestond een grote afzetmarkt en daarom was het voor Groot-Brittannië belangrijk om India te koloniseren.
3p.De Britse politieke bemoeienis veranderde in de loop van de tijd in Brits-India. Noem de drie vormen van bestuur in chronologische volgorde die de Britten toepasten in India.
Slide 9 - Open vraag
-In het begin van de 17e eeuw vooral gericht op handel. Oprichting factorijen die de Britten bestuurden maar verder was er geen politieke bemoeienis in het binnenland. -Na het verdrag van Allahabad (1765) krijgen de Britten meer lokale politieke invloed, ze gaan bijvoorbeeld belastingen heffen. Ze voeren een indirect bestuur waarbij lokale vorsten uit naam van de Britten het gebied besturen. -Na de grote opstand in 1857 besloot Groot-Brittannië om een direct bestuur in te stellen waarna India onder het Britse Rijk viel en onder leiding van koningin Victoria stond
2p.Leg uit bij welk kenmerkend aspect de oprichting van het Indian National Congress past.
Slide 10 - Open vraag
De oprichting van het Indian National Congress past bij het kenmerkende aspect:De opkomst van emancipatiebewegingen. De hoogopgeleide Indiërs streefde naar de juridische en sociale gelijkberechtiging van de Indiase bevolking. Het streven naar gelijkheid is emancipatie en daarom past dit kenmerkende aspect er goed bij.