Spelling: Meervoudsvormen

Welkom
Samen - Talentgericht - Betrouwbaar
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Samen - Talentgericht - Betrouwbaar

Slide 1 - Tekstslide

Nieuw Nederlands
Spelling: Je leert over het meervoud van zelfstandige naamwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

Meervoudsvorming
De meeste Nederlandse woorden hebben een meervoud op -s of op -en.

Slide 3 - Tekstslide

Theorie blz. 32
-onderzoek doen
-lijst met vragen 
-korte inleiding met uitleg
-afsluiting met dankwoord
-betrouwbaar

Slide 4 - Tekstslide

Schrijf in 1 minuut zo veel mogelijk woorden die een meervoud s of 's hebben
timer
1:00
Meervoud op een
s of 's

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Schrijf in 1 minuut zo veel mogelijk woorden in meervoud met een klemtoon op de 'ie'
timer
1:00
Klemtoon op
de 'ie'

Slide 7 - Woordweb

Zijn er meer woorden met de klemtoon op de 'ie'
Of meer woorden zonder klemtoon op de 'ie'
A
Meer woorden mét klemtoon op de 'ie'
B
Meer woorden zonder klemtoon op de 'ie'

Slide 8 - Quizvraag

Waar of niet waar:
Bij sommige woorden zijn twee klemtonen mogelijk. Je kunt dan kiezen uit beide meervouden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Link

Geronimo weet nog niet wanneer hij zijn hbo-opleiding civiele techniek ....
A
afront
B
afrond
C
afrondt
D
afgerond

Slide 11 - Quizvraag

Geef voorbeelden van woorden met een meervoud van -iën (geen klemtoon)

Slide 12 - Open vraag

Wat is het meervoud van: tralie
A
traliën
B
tralieën
C
tralies

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het meevoud van: tragedie
A
tragediën
B
tragedieën
C
tragedies

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het meervoud van olie?
A
oliën
B
olieën
C
olies

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het meervoud van kolonie?
A
koloniën
B
kolonieën
C
kolonies

Slide 16 - Quizvraag

Welke is juist?
A
naïf
B
naïef

Slide 17 - Quizvraag

Welke is juist?
A
handvaten
B
handvatten

Slide 18 - Quizvraag

Welke is juist gespeld?
A
luiwammesen
B
luiwammessen

Slide 19 - Quizvraag

Welke is juist gespeld?
A
stommeriken
B
stommerikken

Slide 20 - Quizvraag

Welke is juist gespeld?
A
kieviten
B
kievitten
C
kievieten

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht: expert-groep
1. Kies één van de spellingsregels (blz. 283):
meervouden op -s
meervouden met -en
meervoud met -s en -en
meervouden met -eren
vreemde meervoudsvormen
2. Maak een A-3 poster met de spellingsregel, voorbeeldwoorden én de uitzonderingen!
3. Over 10 minuten presenteren aan de klas



timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

Zelfstandig werken


Spelling: §5 Meervoud en §7 Tussenklank
Theorie: blz. 283
Theorie: blz. 287
Tip! Maak §5 en §7 op de computer

Slide 24 - Tekstslide

Ik kan meervouden correct spellen
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll