Voedselrelaties en kringlopen

Voedselrelaties
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Voedselrelaties

Slide 1 - Tekstslide

Deze lessenreeks
Doel van het hoofdstuk
Opdrachten
4 opdrachten + inzet gelden voor 1 toets cijfer

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Water + Koolstofdioxide en lichtenergie--> Glucose + Zuurstof
Koolstofdioxide + 
licht + water ---> 
Glucose + zuurstof

Slide 4 - Tekstslide

0

Slide 5 - Video

Opslag glucose
Als de plant te veel glucose maakt wordt dit opgeslagen in de wortels stengels of vruchten

De plant zet deze glucose om in andere stoffen:
Eiwitten om te groeien
Zetmeel en vetten als reserve

Slide 6 - Tekstslide

Alle voedingstoffen horen in een kringloop
planten maken voedingsstoffen
Planteneters gebruiken de voedingsstoffen
vleeseters eten andere dieren
schimmels en bacteriën zorgen dat alles weer afgebroken wordt

Slide 7 - Tekstslide

Een voedselketen begint  altijd bij een plant.
Maar hoe maakt een plant die voedingsstoffen?

Slide 8 - Tekstslide

Voedselweb
Voedselweb is een combinatie van voedselketens

Slide 9 - Tekstslide

Hoe kauwen dieren?
Planteneters - bijv. koeien
Plooikiezen malen het plantaardigvoedsel fijn

Vleeseters - bijv. honden
Grotere scherpere hoektanden en knipkiezen zo verscheuren ze hun prooi.

Alleseters - bijv. mensen en varkens. Zij eten plantaardig en dierlijk voedsel.
Snijtanden en hoektanden om het eten los te knippen en knobbelkiezen om het eten goed te malen

Slide 10 - Tekstslide

Waardoor zijn honden slanker dan koeien?
Plantencellen hebben een celwand en zijn daardoor moeilijk fijn te kauwen en te verteren. Planteneters hebben daarom een lange darm die opgepropt zit in de dikke buik. 

Dierlijke cellen hebben geen celwand en zijn daardoor makkelijk fijn te kauwen en te verteren. Daarom is het verteringsstelsel korter. Dus een dunnere buik.

En alleseters zitten er tussenin

Slide 11 - Tekstslide






             producenten    -->    consumenten    --> consumenten

Slide 12 - Tekstslide

Schakels
Alle schakels zijn nodig
  • producent
  • consument
  • reducent

Slide 13 - Tekstslide

Opdrachten
Opdracht 1: Maak een voedselweb van het organisme wat je uitgedeeld krijgt. 
Zorg dat er minimaal 10 lijnen in het voedselweb staan
Je kunt tekenen, plaatjes uitknippen en plakken of powerpoint gebruiken. 
              Inleveren:  les 2 / 3


Opdracht 2: Maak van het zelfde dier een voedselketen (een rechte lijn met schakels), zet hierin of het consumenten, reducenten of producenten zijn.
               Inleveren: les 3

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 1: 
  • voorbeeld: pissebed
  • blad afval, dode planten
  • dode dieren
  • merel, kikker, das, egel
  • vos, ooievaar

Slide 15 - Tekstslide