Neue Kontakte K3 E: het meervoud toepassen

Herzlich Willkommen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen

Slide 1 - Tekstslide

herhaling grammatica geslacht van Zelfstandig naamwoorden 
Je kan de hoofdregels voor het bepalen van het geslacht toepassen van zelfstandige naamwoorden
JE leert de regels voor het meervoud van zelfstandig naamwoorden




Aufgabe 26a+27(voor havo)+28
zusammen NAkijken Aufgabe 24: die Regel entdecken
Danach machen Aufgabe 25 

Duits H2T K3 Schule

Hoe ging het 

zie SOM

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

Weißt du es noch? - der/ die/ das? 
Grammatik: de lidwoorden 
  • Uitleg: meervoud zelfstandig naamwoorden  en oefenen lessonup 
  • Zelfstandig oefenen: K3 Grammatik: Aufgabe 26, 27, 28










    •  Je kunt de hoofdregels van het meervoud voor zelfstandig naamwoorden gebruiken.



      Slide 3 - Tekstslide

      Grammatik: meervoud zelfstandig naamwoorden






      boek op bladzijde 81!

      Slide 4 - Tekstslide

      Wat is het juist lidwoord van...

      .... Schüler
      A
      mannelijk (der)
      B
      vrouwelijk (die)
      C
      onzijdig (das)
      D
      meervoud (die)

      Slide 5 - Quizvraag

      Wat is het juist lidwoord van...

      ...Freiheit
      A
      mannelijk (der)
      B
      vrouwelijk (die)
      C
      onzijdig (das)
      D
      meervoud (die)

      Slide 6 - Quizvraag

      Wat is het juist lidwoord van...

      ... Männchen
      A
      mannelijk (der)
      B
      vrouwelijk (die)
      C
      onzijdig (das)
      D
      meervoud (die)

      Slide 7 - Quizvraag

      Wat is het juist lidwoord van...

      ... Frage
      A
      mannelijk (der)
      B
      vrouwelijk (die)
      C
      onzijdig (das)
      D
      meervoud (die)

      Slide 8 - Quizvraag

      Wat is het juist lidwoord van...

      ...Pferd (=paard)
      A
      mannelijk (der)
      B
      vrouwelijk (die)
      C
      onzijdig (das)
      D
      meervoud (die)

      Slide 9 - Quizvraag

      Wat is het juist lidwoord van...

      ... Löwe (=leeuw)
      A
      mannelijk (der)
      B
      vrouwelijk (die)
      C
      onzijdig (das)
      D
      meervoud (die)

      Slide 10 - Quizvraag

      Wat is het juist lidwoord van...

      ... Kuh
      A
      mannelijk (der)
      B
      vrouwelijk (die)
      C
      onzijdig (das)
      D
      meervoud (die)

      Slide 11 - Quizvraag

      De regels voor meervoud
      Het lidwoord die bij meervoud is altijd die

      Slide 12 - Tekstslide

      Let op
      • Bij vrouwelijke en onzijdige woorden treedt net als in het Nederlands een verdubbeling van de n.  Voorbeeld:
           --> de vriendin - de vriendinnen = die Freundin, die Freundinnen

      • Als een vrouwelijk woord eindigt op -e, -el, -er, krijgt het meervoud alleen een -n. Voorbeeld:  die Cousine, die Cousinen, die Schwester, die Schwestern 

      • Bij de ''au'' komt de Umlaut op 'a'. Voorbeeld: der Maus - die Mäuse

      • Bij samengestelde woorden komt Umlaut op laatste woord: Urlaubsgrüße

      Slide 13 - Tekstslide

      het meervoud van...
      der Satz
      A
      die Sätze
      B
      die Satze
      C
      die Sätzen

      Slide 14 - Quizvraag

      het meervoud van...

      die Oma
      A
      die Oma's
      B
      die Omas
      C
      die Uroma
      D
      das Aroma

      Slide 15 - Quizvraag

      het meervoud van...

      der Hengst
      A
      die Hengste
      B
      die Hëngste
      C
      die Hengsten

      Slide 16 - Quizvraag

      het meervoud van...

      die Vorbereitung
      A
      die Vorbereitungen
      B
      die Vorbereitunge
      C
      die Vorbereitungs

      Slide 17 - Quizvraag

      het meervoud van...

      das Spiel
      A
      die Spieler
      B
      die Spielen
      C
      die Spiele

      Slide 18 - Quizvraag

      het meervoud van...

      das Mädchen
      A
      die Mädchene
      B
      die Mädchen
      C
      die Mädchens

      Slide 19 - Quizvraag

      het meervoud van...

      die Kollegin (collega)
      A
      die Kolleginen
      B
      die Kolleginnen
      C
      die Kollegas

      Slide 20 - Quizvraag

      Grammatik: meervoud
      Was: machen K3 Paragraf E: Grammatik Aufgabe 26,27,28  (S.86+87)    
      Wie: Lies die Aufgaben und ergänze die Antworten
      Mit wem: selbstständig, Fragen stellen an (1) Mitschüler, flüsternd oder (2) Lehrerin
      Hilfsmittel: Grammatikübersicht B                         
      Zeit: diese Stunde 
      Ergebnis: Aufgaben werden nächste Stunde besprochen
      Klaar = Lernen/wiederholen (Study go / Buch)  
      • Afmaken Grammatik A Aufgabe 20,21,22,
      • K3 Lernliste B NL-DU alle Vokabeln
      • K3 Lernliste A, C, D DU-NL alle Vokabeln

      Slide 21 - Tekstslide

      Lernziele checken

      Lernziel: Je kunt de hoofdregels van het meervoud voor zelfstandig naamwoorden gebruiken.

      Aufgabe: Zoek je juiste regels voor het meervoud van zelfstandig naamwoorden bij het juiste geslacht (m, v, o, mv). 
      (Zeit: 1 Minute) 
      timer
      1:00

      Slide 22 - Tekstslide

      Welke regel(s) voor het meervoud hoort bij welk geslacht?
      timer
      1:00
      Vrouwelijk
      Mannelijk
      Onzijdig
      zelfstandig naamwoord + e
      (+ Umlaut op a, u, o, au)
      zelfstandig naamwoord + n / + en of +nen
      zelfstandig naamwoord + e
      zelfstandig naamwoorden die eindigen op -el,-er, en geen verandering
      zelfstandig naamwoorden + s bij woorden die eindigen op -y, -o, -a 

      Slide 23 - Sleepvraag

      Für nächste Woche ...
      Text vorlesen üben: Seite 89
      Wir üben gemeinsam die Aussprache im Unterricht

      Slide 24 - Tekstslide