8 Het meervoud (der Plural) van zelfstandige naamwoorden

Schule (K3) 
Het meervoud (der Plural) van zelfstandige naamwoorden 
Grammatik

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Schule (K3) 
Het meervoud (der Plural) van zelfstandige naamwoorden 
Grammatik

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lernziele
  • Je kent de hoofdregels voor het meervoud van zelfstandige naamwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Aufgabe

S. 81
Aufgaben 22

Partnerarbeit (PA)

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg: Het meervoud (der Plural) van zelfstandige naamwoorden   

  • Er zijn 5 hoofdregels (volgende dia)
  • Het lidwoord is in het meervoud altijd die
  • Bij au komt de umlaut op de a: das Haus --> die Häuser
  • Bij vrouwelijke en onzijdige woorden treedt net als in het Nederlands verdubbeling van de n of s op: die Freundin, die Freundinnen, das Ereignis --> die E...?

Slide 5 - Tekstslide

znw
Verandering
Beispiele
1
Mannelijk
umlaut + e
der Ball - die Bälle
2
Vrouwelijk
+ (e)n 
die Straße - die Straßen
3
Onzijdig
+ e
das Heft - die Hefte
4
Mannelijk en onzijdig die einigen op -el, -en, -er
blijven in het meervoud onveranderd! 
der Onkel - die Onkel
das Mädchen - die Mädchen
der Lehrer - die Lehrer
5
woorden op -a -i -o -y
+ s (zonder apostrof)
das Handy - die Handys

Slide 6 - Tekstslide

die Freundin

Slide 7 - Open vraag

die Oma

Slide 8 - Open vraag

der Raum

Slide 9 - Open vraag

der Löffel

Slide 10 - Open vraag

Aufgabe

S. 82/83
Aufgaben 23/24/25

meer uitleg nodig?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link


Vokabelfußball

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide