2h oefenen toets gr/sp h 4 t/m 6

SAMENGESTELDE ZINNEN

Je kunt van die zin twee of meer losse zinnen maken. Meestal wordt deze met een voegwoord aan elkaar verbonden.


VOORBEELD:

Ik loop naar de bakker.       Ik koop een brood.

Ik loop naar de bakker en ik koop een brood.



Het woordje 'en' verbind hier de twee zinnen aan elkaar.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

SAMENGESTELDE ZINNEN

Je kunt van die zin twee of meer losse zinnen maken. Meestal wordt deze met een voegwoord aan elkaar verbonden.


VOORBEELD:

Ik loop naar de bakker.       Ik koop een brood.

Ik loop naar de bakker en ik koop een brood.



Het woordje 'en' verbind hier de twee zinnen aan elkaar.

Slide 1 - Tekstslide

SAMENGESTELDE ZINNEN

In iedere zin staat een persoonsvorm. 

Zinnen met twee persoonsvormen noem je

samengestelde zinnen. 


Bij elke persoonsvorm hoort een onderwerp.

In samengestelde zinnen staan dus ook twee onderwerpen.



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

PERSOONSVORMEN

IN EEN SAMENGESTELDE ZIN

Zet de zin in een andere tijd:

Je maakt van de tegenwoordige tijd verleden tijd, of andersom. 

De werkwoorden die veranderen, zijn de persoonsvormen.


VOORBEELD:

Lotte denkt dat haar cijfer een voldoende is.


Lotte dacht dat haar cijfer een voldoende was.

Slide 4 - Tekstslide

SAMENGESTELDE ZINNEN

Met een voegwoord, zoals en, maar, omdat  of want, kun je van twee korte zinnen een samengestelde zin maken:


VOORBEELD:

Kim leest een boek.      Rick leest een stripverhaal.


Kim leest een boek, maar Rick leest een stripverhaal.



Slide 5 - Tekstslide

Wat is een samengestelde zin?
A
Een zin met één persoonsvorm
B
Een zin met meerdere persoonsvormen

Slide 6 - Quizvraag

Is de zin enkelvoudig of samengesteld?
Het meisje had in de gymnatiekles een salto zonder hulp gemaakt over de kast.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 7 - Quizvraag

Is de zin enkelvoudig of samengesteld?
De leerlingen hebben en goed cijfer gehaald, omdat ze goed geleerd hebben.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 8 - Quizvraag

Maak zelf een samengestelde zin.

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Welke samenstelling is goed geschreven?
A
zonnebrand
B
zonnenbrand

Slide 12 - Quizvraag

Welke samenstelling is goed geschreven?
A
dorpstraat
B
dorpsstraat

Slide 13 - Quizvraag

Welke samenstelling is goed geschreven?
A
berenvel
B
berevel

Slide 14 - Quizvraag

Welke samenstelling is goed geschreven?
A
zwijnestal
B
zwijnenstal

Slide 15 - Quizvraag