Grammatica online les 5

Grammatica in de sneeuw
Eindelijk weer een keer (een pak) sneeuw. 
We zitten allemaal te lang achter de computer! Deze opdracht is een grammatica opdracht in de sneeuw. Maak deze opdracht met behulp van je gezinsleden!

Veel plezier!
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammatica in de sneeuw
Eindelijk weer een keer (een pak) sneeuw. 
We zitten allemaal te lang achter de computer! Deze opdracht is een grammatica opdracht in de sneeuw. Maak deze opdracht met behulp van je gezinsleden!

Veel plezier!

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht
Jullie gaan deze les de sneeuw in, met een camera (of je telefoon). Voer de opdrachten uit en lever deze in.

LET OP: Je maakt zelf foto’s, je mag geen plaatjes van internet gebruiken. 

Slide 2 - Tekstslide

Theorie
Kijk in je boek naar de hoofdstukken: 

Taalkundig ontleden: 5, 21, 35
Redekundig ontleden: 6, 20
Samengestelde zinnen: 35


Slide 3 - Tekstslide

Uitleg opdracht:
Beeld 10 actieve zinnen uit met foto’s. Je maakt verschillende zinnen met de aangegeven zinsdelen. De volgorde moet je in principe aanhouden zoals ze staan geschreven. Mocht dit niet lukken, mag je eventueel afwijken. 

Slide 4 - Tekstslide

Inleveren van de opdracht:

Maak de foto’s en zet ze in een Word bestand. Onder de foto’s zet je de zinsdelen (zie voorbeeld). Als je alle zinnen hebt gedaan, lever je ze in bij het inlever moment wat klaarstaat in Teams. 

Inleverdatum zinnen: 14 februari 2021. 

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld:

Slide 6 - Tekstslide

Zin 1:
Maak een zin met de volgende zinsdelen:

Onderwerp, werkwoord (pv), lijdend voorwerp.

Slide 7 - Tekstslide

Zin 2: 


Maak een zin met de volgende zinsdelen: 

onderwerp, werkwoord (pv), voortzelselvoorwerp.

Slide 8 - Tekstslide

Zin 3: 
Maak een zin met de volgende zinsdelen: 

Onderwerp, werkwoord (pv), lijdend voorwerp, bijwoordelijke bepaling.

Slide 9 - Tekstslide

Zin 4: 
Maak een zin met de volgende zinsdelen:
 
Onderwerp, werkwoord (pv), voorzetselvoorwerp, bijwoordelijke bepaling.

Slide 10 - Tekstslide

Zin 5: 
Maak een zin met de volgende zinsdelen:
 
Bijwoordelijke bepaling, werkwoord (pv), onderwerp, lijdend voorwerp. 

Slide 11 - Tekstslide

Zin 6:
Maak een zin met de volgende zinsdelen: 

Bijwoordelijke bepaling, werkwoord (pv), onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp

Slide 12 - Tekstslide

Zin 7:

Maak een samengestelde zin van twee zinnen, in beide zinnen zit in ieder geval een onderwerp en een werkwoord (pv). 
De structuur van deze zin moet zijn: 
hoofdzin - bijzin. 

Slide 13 - Tekstslide

Zin 8:

Maak een samengestelde zin van twee zinnen, in beide zinnen zit in ieder geval een onderwerp en een werkwoord (pv). 
De structuur van deze zin moet zijn: 
bijzin - hoofdzin. 

Slide 14 - Tekstslide

Zin :
Beeld een zin uit met een naamwoordelijk gezegde, benoem de zinsdelen. 

Slide 15 - Tekstslide

Zin 10:
Beeld een zin uit met een naamwoordelijk gezegde, benoem de zinsdelen. 

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk:
Maak de opdrachten, lever ze in, in Teams. 
Werktijd: woensdag tijdens les Nederlands (ik ben tijdens de les bereikbaar voor vragen). Je hoeft niet in te loggen. Daartegenover staat wel dat je de opdracht moet inleveren. 

Inleverdatum: 14 februari 2021. 

Slide 17 - Tekstslide