H8.1 Regelmaat

Ik vind uitleg met LessonUP beter dan uitleg van de docent op bord.
(en eerlijk antwoorden hoor :))
😒🙁😐🙂😃
1 / 30
volgende
Slide 1: Poll
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ik vind uitleg met LessonUP beter dan uitleg van de docent op bord.
(en eerlijk antwoorden hoor :))
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ben je klaar met Toets H7?
JA?  ga verder met LessonUp.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H8.1 Lesdoel
  • Ik kan de regelmaat in een tabel benoemen en gebruiken
  • Je leert wat formules zijn
  • Je leert een formule maken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H8.1 Regelmaat Uitleg

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de tabel hiernaast zit regelmaat. Wat komt er te staan onder de 3?
A
150
B
110
C
115
D
120

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de tabel hiernaast zit regelmaat. Wat komt er te staan onder de 6?
A
75
B
80
C
70
D
85

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is regelmaat in een tabel?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb dit begrepen
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Letters in formules
Formules bestaat uit variabele kosten
t = tijd in dagen en vaste kosten 

Je huurt 3 dagen een korte ladder:

Dit kost dan € 27,00

t=3
huurprijs=15+43=15+12=27
Voorbeeld

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vaste kosten van een
een aanhanger klein zijn?
A
15 x t
B
25
C
15
D
20 x t

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De variabele kosten van een
een aanhanger klein zijn?
A
30 x t
B
25
C
30
D
15 x t

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb dit begrepen
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Janet werk bij een supermarkt.
Ze krijgt € 5,- per uur en reiskosten €25,- per maand.
Maak een formule haar inkomsten per maand om het bedrag te berekenen dat ze maandelijks moet ontvangen van haar werkgever.

Slide 15 - Open vraag

inkomsten= 25 + aantal uren x 5
Janet werk bij een supermarkt.
Ze krijgt € 5,- per uur en reiskosten €25,- per maand.
Maak een formule haar inkomsten per maand om het bedrag te berekenen dat ze maandelijks moet ontvangen van haar werkgever.
A
25 + aantal uren x 5
B
inkomsten= 25 + aantal uren x 5
C
inkomsten= aantal uren x 5

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf onderstaande zo KORT mogeljjk:

inkomsten= 25 + aantal uren x 5

A
inkomsten = 25 + t x 5
B
inkomsten= 25 + aantal uren x 5
C
inkomsten= uren x 5

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het onweert!
Hoever is de onweersbui van je vandaan?

Ze zeggen dat al er 6 seconden tussen flits en donder zit, de bui 2 km van je vandaan is.

Hoe leg je uit hoever de bui van je vandaan is, als je nog niet de tijd weet?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Hoever is de onweersbui van je vandaan?
Ze zeggen dat al er 6 seconden tussen flits en donder zit, de bui 2 km van je vandaan is.
Woordformule: 

Formule:  afstand onweer = aantal seconden : 3 
Formule KORST:  afstand (km) =  x : 3 of 1/3x  
het aantal seconden gedeeld door 3 is gelijk aan de afstand tussen jou en de onweersbui.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 tafels  --->  3 x 8 + 2 = 26 stoelen, dus

woordformule ---> aantal tafels x 8 + 2 = aantal stoelen
Formule:  aantal stoelen = aantal T x 8 + 2,

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Je geeft een straatfeest met tafel(s) en stoelen. De opstelling voor 3 tafels zie je op het plaatje. Ik weet nog niet precies hoeveel tafels ik kan lenen.
Maak een woordformule om het aantal stoelen te berekenen als je het aantal tafels weet.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke formule moet ik gebruiken om het aantal stoelen uit te
rekenen?
A
aantal tafels = 8 x stoelen
B
aantal stoelen = 8x tafels - 2
C
aantal stoelen = 8x tafels + 2
D
aantal tafels = 8 x stoelen + 2

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een woordformule waarvan
je het aantal tafels weet , het aantal
stoelen kunt uitrekenen
Maak een formule waarmee je als je het aantal tafels weet het aantal stoelen kunt uitrekenen.

dus aantal tafels x..  + ... = aantal stoelen

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave: formule 
Bij het Filmhuis kun je naar de film met korting als je een lidmaatschapskaart hebt (€5 per maand). 
Leden betalen dan maar €3,50.
Maak een formule waarmee je het bedrag kunt bereken dat je per maand betaalt bij een aantal bezochte films.
 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt naar de film met korting met lidmaatschapskaart hebt (€5 per maand). Leden betalen dan maar €3,50.
Maak een formule waarmee je het bedrag berekent dat je per maand betaalt bij een aantal bezochte films.
A
kosten = (aantal bezoeken x €3,50) +€ 5
B
kosten = €3,50 +€ 5
C
kosten = (aantal bezoeken x €5,-) +€ 3,50

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb dit begrepen
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

H8.1 Regelmaat
Zijn er nog vragen?

Zo niet?
Maak voorkennis blz. 154
Maken H8.1: vraag 1 t/m 9
blz. 155 t/m 159

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maak een formule bij deze opstelling. Hoeveel stoelen heb ik nodig als ik het aantal tafels weet?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formules

Slide 30 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies