6.1 Van beschrijving naar formule MCAWIS

H6 Woordformules
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H6 Woordformules

Slide 1 - Tekstslide

6.1 Van beschrijving naar woordformule
Wat gaan we deze les leren: 
  • hoe je een formule maakt bij een beschrijving

Slide 2 - Tekstslide

Woordformules
Het onderdeel van de wiskunde dat gaat over formules noemen we algebra. Met algebra rekenen we veel met cijfers én letters.

Slide 3 - Tekstslide

Waarom gebruiken we algebra?
  1. Algebra is leuk!
    Je kunt het gebruiken om p . . z . . s op te lossen.
  2. Schrijven met letters is  s . . . . er  dan met woorden.
  3. Het is logisch. Je leert r . g . . s die altijd werken.

Slide 4 - Tekstslide

Waarom gebruiken we algebra?
4. Het wordt gebruikt bij het  p r . . . . . . . . n  van een computer.

5. Het is te gebruiken in de t . . k . . . t 
Dokters, technici, verpleegkundigen, zakenmensen enz. gebruiken allemaal formules.

Slide 5 - Tekstslide

Hier zijn enkele voorbeelden om te laten zien dat letters korter kunnen zijn dan woorden. 
Zoek ze bij elkaar!

Slide 6 - Tekstslide

  1. Een getal plus twee
  2. Drie keer het getal
  3. Zeven aftrekken van een getal
  4. En getal gedeeld door drie
  5. Een getal aftrekken van zeven
  6. Twee verschillende getallen optellen
  7. En getal vermenigvuldigd met zichzelf
a.   n - 7
b.   n : 3
c.   n + 2
d.   x + y
e.   a x a
f.    3 x n
g.   n - 7

Slide 7 - Tekstslide

Om een woordformule te maken van de opstelling van de tafel en stoelen hiernaast moeten we eerst de regelmaat ontdekken!
Je ziet dat om elke tafel steeds 4 stoelen staan. Dus als je weet hoeveel tafels er zijn doe je dat 
x 4  maar let op! Er staan op het uiteinde nog 2 extra stoelen (rode cirkels)
Aantal tafel x 4 + 2 = aantal stoelen

Slide 8 - Tekstslide

Nog eens: Bij deze tafel staan er steeds 6 stoelen om de tafel. Dus als je weet hoeveel tafels er staan doe je dat x 6 en dan weet je hoeveel stoelen je nodig hebt.
Aantal tafels x 6  Dit is nog niet af!  Er staan ook nog 2 stoelen op de korte kant van de tafel.
Formule:  aantal tafels x 6 + 2

Slide 9 - Tekstslide

het maakt niet uit hoeveel m2 er nodig is, die 25 euro is éénmalig!
Kosten =  aantal m2 x ? + 25

Slide 10 - Tekstslide

Elke m2 
die je koopt 
kost je 15 euro!
Kosten =  aantal m2 x 15 + 25

Slide 11 - Tekstslide




Schrijf de formule op voor de totale kosten.

Slide 12 - Open vraag

Aanpak: Hoe maak ik een formule bij een beschrijving? 

Slide 13 - Tekstslide




Slide 14 - Open vraag

Oplossing

Slide 15 - Tekstslide

6.1 van beschrijving naar woordformule
Paragraaf 6.1
Opfrissen: 1/2/3
Maken: 4/7/8
Keuze: O6/U2

Paragraaf 6.2:
Opfrissen: 10/12
Maken: 15/16
Keuze: O11/U3

Slide 16 - Tekstslide