1.2 week 9 - NIeuws en journalistiek (MEW - BUR)

Nieuws en journalistiek
Unit Burgerschap - opleiding Mediamanager 
Module 1.3 - week 9 
Docent: Jana van Mierlo
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformatievaardighedenBurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Nieuws en journalistiek
Unit Burgerschap - opleiding Mediamanager 
Module 1.3 - week 9 
Docent: Jana van Mierlo

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BUR 1.3 thema's en opdrachten
Thema's BUR 1.3
Week 1. Hoax 
Week 2. Beeldgeletterdheid/beeldanalyse (+ behaald/niet behaald-opdracht)
 - Voorjaarsvakantie - 
Week 3. Discussiëren kun je leren (gastlessen)
Week 4. Branded content 
Week 5.  Greenwashing (+ behaald/niet behaald-opdracht)
Week 6. Kritisch kijken naar cijfers 
Week 7. Omdenken (+ behaald/niet behaald-opdracht)
Week 8. Phishing (+ behaald/niet behaald-opdracht)
Week 9. Nieuws en journalistiek
Week 10. Eindweek
Criteria om unit te behalen:
- Aanwezig zijn
- Actieve deelname in les
(non-actief LessonUp = 'afwezig')
- Oefenopdrachten zijn gemaakt en afgetekend 
- Behaald/niet behaald opdrachten zijn behaald

Heb 1 of meerdere behaald/niet behaald opdrachten niet gemaakt? 
Neem contact met me op. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige week:

  • Heb je geleerd wat phishing is
  • Heb je geleerd hoe je phishing kunt herkennen
  • Heb je een behaald/niet behaald-opdracht over Phishing gemaakt
Deze week:

  • Terugblik nepnieuws/ desinformatie/ misinformatie
  • Nieuwsquiz
  • Opdracht maken + toelichten
  • Evaluatie Unit Burgerschap module 1.3 (laatste les!)
  • Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BUR 1.3 - Leerdoelen 

  1. Ik kan kritisch analyseren hoe afspraken en gebruiken binnen de mediabranche van invloed zijn op de maatschappelijke beeldvorming en de normen en waarden binnen een cultuur, en ik weet waarom het belangrijk is een kritische houding aan te nemen wanneer ik iets lees of bekijk op internet.
  2.  Ik kan benoemen wat de verschillen zijn tussen het gebruiken van sociale media en internettoepassingen voor persoonlijke en voor professionele doeleinden. Daarnaast kan ik laten zien dat elk sociale medium op een andere manier kan worden ingezet.
  3. Ik kan betrouwbare (nieuws)bronnen raadplegen en die informatie verwerken.
  4.  Ik kan sturing geven aan de manier waarop ik mijzelf, zowel offline als online, presenteer. Als toekomstig professional weet ik hoe ik mijn vaardigheden en kennis duidelijk naar voren kan laten komen. Ik kan daarbij beargumenteren welk platform het meest geschikt is binnen mijn werkveld.
  5. Ik kan met verschillende online tools data verzamelen. Deze informatie kan ik inzetten voor een doelgroepanalyse. Aan de hand van de informatie kan ik beargumenteren waar, hoe en wanneer ik mediaproducten het beste kan publiceren.




Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuws en journalistiek
Mediawijsheid - opleiding Mediamanager 
Module 2.3 - week 9 
Docent: Jana van Mierlo

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Jullie hebben eerder les gehad over nepnieuws, desinformatie en/of misinformatie. Deze les is een vervolg en geeft jullie houvast in een zoektocht naar betrouwbare informatie.

Na de les van vandaag...
  • Kan je uitleggen wat nieuws is.
  • Kan je uitleggen wat journalistiek is.
  • Kan je meerdere misleidingen aanwijzen in de voorbeelden die worden gegeven


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kom maar op met die quiz, ik ben prima op de hoogte...
Oei, nee... ik weet niks van actualiteiten
Yep. Ik ga scoren.

Slide 7 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Nieuws/actualiteiten Quiz
We gaan een nieuws en actualiteiten quiz spelen.
Geef zo snel mogelijk antwoord want je hebt maar 20 sec. om te antwoorden!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een Amerikaanse advocaat stond tijdens een zoommeeting nogal voor joker. Waarom?
A
Hij verscheen in beeld achter een kattenfilter
B
Hij bleek in z'n onderbroek te zitten
C
Hij had zich vergist in welke rechtzaak
D
Zijn puberdochter kwam gillend in beeld

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Half maart waren er verkiezingen in Nederland. Maar waarvoor?
A
Gemeenteraden
B
Waterschap
C
Provincie
D
Tweede kamer

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het kabinet is onlangs gevallen. Wat was de aanleiding?
A
Onenigheid over militaire inzet
B
Avondklokrellen
C
Falend coronabeleid
D
Toeslagenaffaire

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we het kabinet als ze gevallen zijn? Een de . . . . . . . . . r kabinet (vul de puntjes in)
timer
0:30

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Myanmar was de afgelopen weken in het nieuws. Wat is daar gebeurd?
A
Er zijn verkiezingen gehouden
B
Er is een grote overstroming geweest
C
Er heeft een militaire coup plaatsgevonden
D
Regeringsleider Aung San Suu Kyi overleden

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Minister Slob sprak laatst scholieren aan.
Wat was zijn boodschap?
A
blijf hard werken tijdens de online lessen
B
dat meer scholieren dit jaar blijven zitten
C
dat je docenten wel wat liefde verdienen
D
dat de zomervakantie afgelast wordt

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Laatst gaf het KNMI een code rood af. Hoe vaak gebeurt dit?
A
Bijna maandelijks
B
Ongeveer eens per jaar
C
Eens in de tien jaar ongeveer
D
Onduidelijk. Code rood bestaat pas een jaar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie van deze Youtubers maakt de overstap naar tv en heeft een show gekregen op NPO3?
A
Kalvijn
B
Dylan Haegens
C
Enzo Knol
D
Jordi van den Bussche

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet deze corona-minister voluit?
timer
0:30

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederland heeft kinder-adoptie uit het buitenland voorlopig stilgezet. Waarom?
A
Er zijn te weinig adoptie-kinderen
B
Er zijn te weinig adoptie-ouders
C
Veel kinderen krijgen erge heimwee
D
Vanwege misstanden als kinderroof

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

En...hoe ging dit?
:-( Best lastig
Ik heb (bijna) alles goed (denk ik)

Slide 19 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Lezen jullie het nieuws? Zo ja, waar lees/volg je het nieuws?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is nieuws? Probeer voor jezelf eens een definitie van nieuws te bedenken en schrijf deze op.
timer
1:00

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zien/horen wij nieuws?
Wat is nieuws?
Wanneer is iets wel of geen nieuws?
Wie maakt er nieuws?
Nieuws
Wanneer is nieuws betrouwbaar?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Wanneer is iets wel of geen nieuws? Noem min. 4 kenmerken.
2. Wie maakt er nieuws?
3. Wanneer is nieuws betrouwbaar?
4. Waar zien/horen we nieuws?
(mag alleen worden beantwoord, of in duo's)
timer
8:00

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nieuws
Nieuws omvat alle informatie van een zeker algemeen belang die tot dusver aan publieke waarneming was onttrokken.

Het gaat doorgaans over een recent feit, een actualiteit, waar collectieve belangstelling voor bestaat. (bron)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwskenmerken
  1. actueel en een onthulling (interessant voor velen)
  2. Het is echt en traceerbaar (betrouwbare, en te checken informatiebron)
  3. het is ongewoon, afwijkend maar wel aannemelijk (niet-alledaags, origineel, zeldzaam)
  4. Dichtbij (hoe verder weg, des te oninteressanter)
  5. het sluit aan op een andere nieuwswaardige gebeurtenis
  6. ander nieuws is - op dat moment - minder belangwekkend 
  7. er is relevant beeld- en geluidsmateriaal en cijferbewijs beschikbaar (hoe concreter, hoe beter)
  8. er zijn beroemdheden of autoriteiten bij betrokken
  9. sprake van ophef, conflict, spanning, emotie (dood, drama, verontwaardiging)
  10. het heeft sociale gevolgen/en boeiend voor navertellen (Heb je het gehoord?! (bron)

Slide 25 - Tekstslide

*
Wanneer is iets nieuws?

het is actueel en niet eerder op brede schaal onthuld (interessant voor velen)
het is authentiek en traceerbaar (stamt uit betrouwbare, geverifieerde informatiebron)
het is ongewoon, afwijkend maar wel plausibel (niet-alledaags, origineel, zeldzaam, verbazingwekkend)
het is voorstelbaar en gebeurt nabij (hoe verder weg, des te oninteressanter)
het sluit aan op een andere nieuwswaardige gebeurtenis (lift mee met een bestaande aandachtsstroom)
de gebeurtenis past in een patroon (reeks, follow-up, trend, magisch getal, vaste invalshoek)
het past in een redactieformule, programmaformat of een journalistieke reflex (hype, meutegedrag, primeurdrift, medialogica)
ander nieuws is - op dat moment - minder belangwekkend (heeft minder vermeende impact op ons leven)
er is relevant beeld- en geluidsmateriaal en cijferbewijs beschikbaar (hoe concreter, hoe beter)
er zijn beroemdheden, persoonlijke ego’s, machthebbers of autoriteiten bij betrokken
er is sprake van ophef, conflict, spanning, emotie (dood, drama, verderf, verontwaardiging)
het heeft sociale gevolgen en 'navertelwaarde' (Heb je al gehoord van...)
het is persklaar beschikbaar (journalistieke bewerking vergt tijd en geld)

Wanneer is nieuws betrouwbaar?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie maakt het nieuws...
  • Ze MAKEN het niet, ze BRENGEN het.
  • Journalisten!
  • Producties kranten, tijdschriften en websites, radio, tv, docu, podcast of social 
  • Informatie verwerken; onderzoek uitvoeren; contacten leggen; schrijven/maken; het nieuws volgen. 
  • Je kunt je als journalist specialiseren in bepaalde onderwerpen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar...
  • De definitie ligt niet vast
  • Redacteur/verslaggever bepaalt
  • Nieuwe informatie van een zeker algemeen belang
  • Grijs gebied tussen nieuws en actualiteiten

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom volgen mensen nieuws & actualiteiten?
Noem min. 2 redenen:

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit onderzoek blijkt:

Dat mensen o.a. om deze redenen nieuws volgen:

  • Burgerplicht
  • Amusement
  • Mee kunnen praten
  • Informatie krijgen over dingen die we belangrijk vinden
  • Journalistiek moet machthebbers verantwoordelijk houden
Weetjes....

  • 6 op de 10 Nederlanders volgt dagelijks het nieuws
  • Kranten, radio en journaal zijn nog steeds belangrijkste media
  • Social media nemen steeds belangrijkere plek in in nieuwsvoorziening (duhhh...)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuws heeft 4 verschillende functies. Zoek op wat ze betekenen + geef een voorbeeld van die functie:
1. Opiniërende functie 2. Informerende functie
3. Controlerende functie 4. Spreekbuis functie
timer
6:00

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Informerende functie
Het nieuws (de pers de journalistiek) is door het grote bereik een belangrijke informatievoorziener van de burger
Functies van nieuws
Kunnen wij zonder nieuws?
Controlerende functie
De pers onderzoekt hoe de overheid en het bedrijfsleven werkt en of deze de rechten van burgers naleeft en informeert de burger hierover. Een soort waakhond voor de burger.
Opinierende rol
Mensen vormen n.a.v de informatie een mening. Hoe deze informatie wordt gebracht, is dus van groot belang.

Belangrijke begrippen: objectief en subjectief
Spreekbuisfunctie
Door het direct contact met de burger kan de pers een spreekbuis vormen voor wat er leeft in de bevolking en welke misstanden er bestaan in de maatschappij. 

In sommige gevallen kan de pers zoveel aandacht geven aan een onderwerp dat het de publieke opinie beïnvloedt, of ze weet het onderwerp op de politieke agenda te zetten.

Slide 32 - Tekstslide

*
  1. informerende functie: Het nieuws (de pers de journalistiek) is door het grote bereik een belangrijke informatievoorziener van de burger
  2. Controlerende functie: De pers onderzoekt hoe de overheid en het bedrijfsleven werkt en of deze de rechten van burgers naleeft en informeert de burger hierover. Een soort waakhond voor de burger.
  3. Spreekbuisfunctie: Door het direct contact met de burger kan de pers een spreekbuis vormen voor wat er leeft in de bevolking en welke misstanden er bestaan in de maatschappij.
    In sommige gevallen kan de pers zoveel aandacht geven aan een onderwerp dat het de publieke opinie beïnvloedt, of ze weet het onderwerp op de politieke agenda te zetten.
  4. Opinierende rol: Mensen vormen n.a.v de informatie een mening. Hoe deze informatie wordt gebracht, is dus van groot belang.
Belangrijke begrippen: objectief en subjectief


1. Wat betekent objectief
2. Wat betekent subjectief?
3. Wat heeft dit met nieuws te maken?
timer
3:00

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantal journalistieke regels
  1. Controleer de informatie die je hebt gekregen
  2. Scheid feiten van meningen
  3. Vertel wie je bronnen zijn
  4. Pleeg geen plagiaat
  5. Gebruik meerdere bronnen

Maar wat houdt dit in volgens jou? Beantwoord die vraag op de volgende sheet.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees meerdere sites en/of spreek meerdere
mensen om zo goed geïnformeerd
mogelijk te zijn
Feiten die je in je nieuwsitem opneemt,
moeten kloppen. Check ze dus altijd. 
Vertel in je nieuwsitem duidelijk wat feiten
en wat meningen zijn. Meningen mogen
niet als feiten worden gepresenteerd.
Vertel wat er is gebeurd, wanneer, waar,
waarom, wie wat zegt en hoe het is gebeurd
Als twee mensen verschillend denken over
één onderwerp, laat je ze allebei aan het
woord.
Sommige bronnen vertellen in vertrouwen
iets aan journalisten en willen anoniem
blijven. Je mag ze dan niet bij naam
noemen in je nieuwsitem.
Gebruik meerdere bronnen
Controleren
Scheiden van feiten en meningen
Een zo volledig mogelijk verhaal
Hoor en wederhoor
Bronbescherming

Slide 36 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Wat zijn de '5 W's en de H' in journalistiek?

Slide 37 - Woordweb

*

Wie?
Wat?
Waar? 
Wanneer?
Waarom?
Hoe?

Nieuws- en persberichten zijn korte en feitelijke artikelen waarin journalisten of persvoorlichters een nieuwsgebeurtenis beschrijven – bijvoorbeeld een een evenement dat binnenkort zal plaatsvinden, een ongeluk of een 10-jarig bestaan van een bedrijf. De term ‘5 w’s en h’ slaat op de eerste letters van de zes vragen die aan bod komen in elk goed nieuws- of persbericht
Man schenkt school 50.000 euro
Een inwoner van het stadje Velzen won de Staatsloterij en schonk gisteren een aanzienlijk bedrag aan de school in zijn geboorteplaats.
De man, Erik van Weij, zat zelf op de basisschool waaraan hij nu 50.000 euro heeft weggegeven. In een interview met de lokale televisiezender gaf hij de reden voor deze schenking. Hij zei: “De school heeft heel weinig computers, niet eens een digibord. En dat heeft de school wel gewoon nodig.”Erik van Weij overhandigde een grote cheque aan de directeur, waarna hij een applaus kreeg van alle kinderen en ouders.

timer
2:00
WIE
WAT
WAAR
WAAROM
WANNEER
HOE

Slide 38 - Sleepvraag

*

Wie?
Wat?
Waar? 
Wanneer?
Waarom?
Hoe?

Nieuws- en persberichten zijn korte en feitelijke artikelen waarin journalisten of persvoorlichters een nieuwsgebeurtenis beschrijven – bijvoorbeeld een een evenement dat binnenkort zal plaatsvinden, een ongeluk of een 10-jarig bestaan van een bedrijf. De term ‘5 w’s en h’ slaat op de eerste letters van de zes vragen die aan bod komen in elk goed nieuws- of persbericht.


Een redactie bepaalt of een gebeurtenis nieuwswaarde heeft aan de hand van een aantal criteria.
Wat is NIET belangrijk?
A
De gebeurtenis is voor veel mensen interessant en is actueel
B
Er is goed beeldmateriaal van de gebeurtenis
C
De redactie krijgt er geld voor

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
  • Schrijf op of en hoe jij het nieuws en de actualiteiten volgt. Bekijk je wel eens een krant? Kijken je ouders het journaal? Volg je nieuws op Instagram? 
  • Kies drie nieuwsberichten uit van de afgelopen (of komende) dagen die jij belangrijk vindt. Leg kort uit waarom. Noem argumenten.
  • Lever een screenshot van jouw tekst in op de volgende pagina
timer
15:00

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lever hier een screenshot van de opdracht in en licht mondeling je antwoorden toe:

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Einde van periode 
Dank!
En veel plezier op jullie stage! 

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mark Twain ze ooit: "Een leugen reist de halve wereld over, terwijl de waarheid zijn schoenen aantrekt".
A
Dit heeft Mark Twain NIET gezegd
B
Dit heeft Mark Twain WEL gezegd

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is user generated content?
  • UGC is een marketing tool
  • 'gewone mensen' die (onafhankelijk) content maken voor merken
  • Omdat deze content online openbaar wordt gepubliceerd, is het voor iedereen toegankelijk. 
  • Dat betekent dat consumenten door UGC macht hebben gekregen. 
  • Maar merken kunnen dit ook inzetten!
  • Ze kunnen namelijk hun ervaringen met merken delen op grote schaal.

Slide 44 - Tekstslide

  • Marketing tools zijn de software pakketten die marketeers gebruiken om hun bereik, merkbekendheid en leads binnen hun doelgroep te vergroten. ... 
  • Marketing tools zijn onmisbaar voor digital marketing.
User Generated content voorbeeld
  • UGC marketing campagne: 'IKEA Pinterestkamer'
  • Oproep Ikea: creëer ideale bad- en slaapkamer op Pinterest. 
  • Bijna 1.000 mensen reageerden op de oproep. 
  • Vanessa Obinu uit Hoek van Holland maakte de meest inspirerende collage geïnspireerd door Pippi Langkous. Samen met de interieurontwerpers van IKEA bracht zij haar Pinterestbord tot leven. 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Betekenis van 'Cirkelrapportage'
Maak de zin af: "Grappig bedoelde ('satirische') artikelen..."
Betekenis 'User-generated content' 
Kunnen door nieuwdiensten, die de grap niet kennen of snappen, worden overgenomen. Hierdoor ontstaat nepnieuws/ hoaxes.
Informatie die door internetgebruikers wordt aangeleverd. Voorbeeld: groepsdiscussies, foto's op Instagram.
1. Als 'A' nepnieuws deelt
2. Vervolgens 'B' dit nepnieuws opnieuw uitbrengt
3. Daarna 'A' weer 'B' citeert als bron van info

Slide 47 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies