Creva 3

Creva 3
In the box denken
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Creatief denkenHBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Creva 3
In the box denken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kabeljauwvissen
Een probleem. Piet en Jan zijn elk kapitein van een vissersboot. Ze vissen op kabeljauw. Van oudsher gebeurt kabeljauwvissen met twee schepen die samen een net van zo’n honderd meter lengte voorttrekken. De ene keer gaat de kabeljauw in het ene schip, de volgende keer in het andere. Piet en Jan vormen samen zo’n team. Dat gaat uitstekend, tot Jan op een dag ziek wordt en langere tijd zal zijn uitgeschakeld. Wat te doen?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In the box denken
  • Geen “zo veel mogelijk ideeën“ proces
  • Probleem / omgevingsanalyse is ook hier het beginpunt.
  • Uitgangspunt is een reeds bestaand product of proces
  • Je moet werken met de directe omgeving van het probleem, geen zaken erbij halen die niets met het probleem te maken hebben. Ook wel gesloten wereld genoemd

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie krachten van een sterk idee
Een sterk idee bedenk je niet, dat “zie” je
Waarnemen is uitermate belangrijk in een creatief proces
“uitvindingen zijn oplossingen voor problemen die niemand zag “

  1. Beeldkracht
  2. Vormkracht
  3. Daadkracht

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beeldkracht
Het visioen, onze verlangens die vrij spel hebben in onze verbeelding, ze vertellen je waar je heen wilt

Dagdromen, hoe zie je jouw idee, project, business voor je? Wat wordt er gedaan, welke mensen, welke klanten, hoe bewegen zij zich?
Een visioen is geen ontwerp, maar een mentaal prototype (denk aan concept cars)
Beeldkracht is te meten aan het aantal reacties wat het losmaakt.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormkracht: het oplossend vermogen
De waarde van een idee hangt af van de mate waarin het problemen oplost.
Hoe beter het idee, hoe meer aspecten van de zaak worden opgelost.
M.a.w. bedenk een idee en kijk naar de consequenties van dat idee.

Vormkracht van een idee geeft richting aan het proces waarin een nieuw perspectief wordt geboden op een bepaalde situatie.
Passendheid: een idee heeft meer kans wanneer het is zijn omgeving past. Staat lijnrecht tegenover het traditionele idee van creativiteit, waar het gaat om alternatieven en doorbreken van denkpatronen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Daadkracht
Het mobiliserende vermogen van een idee
Sterke ideeën zijn gebaseerd op verschillende belangen.
Het is niet de bedoeling dat belangen worden gladgestreken, het gaat erom dat de kritiek in elke fase moet worden meegenomen.

In de workshop over convergerende technieken wordt hier verder op ingegaan

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het creatieproces 
Stap 1: de zaak in kaart brengen
Wat is het probleem?
Waarom is het een probleem?
Voor wie?, breng belangen in beeld
Welke andere vraagstukken hangen ermee samen?
Welke data zijn er?
4 x waarom
Visgraatdiagram
Zowel hoofdlijnen als details zijn belangrijk

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het creatieproces
Stap 2 Loslaten
Meest belangrijke stap in het creatieproces, het vrijmaken van de geest. Loslaten betekent dat je stopt met het hebben van een belangenoriëntatie op het probleem. Denk aan Archimedes die in het bad stapte en zijn probleem voor even losliet.

Loslaten bij grote wensen:
Stap 1, Wat is jouw grootste wens, wanneer is die vervuld, wat gebeurt er dan met jou?
Stap 2, Wat is jouw grootste vrees, wat kan er allemaal misgaan? Stel je de grootste afgang voor.
Wat is belangrijker , stap 1 of 2?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het creatieproces
Stap 3.De vonk
Wanneer een opgave genoeg verhelderd is en er wordt vanuit een vrije positie naar gekeken, dan is het idee bijna niet te stoppen.

Deze houding wordt ook wel beschreven als ontvankelijk. Je staat “aan”. Het overslaan van de vonk kan op talloze manieren.
Je kunt denken aan jouw eigen kernwaarden

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het creatieproces 
Stap 4 : dwarrelende zinnebeelden
Zien van ideeën, het opbouwen van beelden die je hebt voor de oplossing. Je laat je geest een filmpje projecteren op de binnenkant van jouw ogen.
“Kijken, kijken en de rest erbij denken” Kees van Kooten en Wim de Bie

Zorg ervoor dat je de zin van het idee steeds inziet, ideeën komen dan vanzelf.
Fantaseer over de contouren van de ideale oplossing. Wat is er ideaal aan?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het creatieproces 
Stap 5: schuren

Laat vragen stellen, elke vraag leidt tot verbetering van de oplossing. Kritiek helpt bij het verwezenlijken van een goed idee.

Kritiek moet wel aandachtig zijn, degene die kritiek heeft moet dat geven vanuit de bedoeling om het idee te verbeteren

Als een idee bezwijkt onder de kritiek, kijk altijd waarom, het kan zomaar nieuw materiaal opleveren

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fikkie
Hond Fikkie zit met een touw aan een boom vast. Het touw is drie meter lang. Fikkie wil naar zijn bakje voer, dat vijf meter verderop staat. Dus loopt Fikkie ernaartoe en begint te eten. Hoe is hem dat gelukt? Er zijn geen trucs: het touw blijft heel en vastgeknoopt en de boom is niet verbogen of omgehakt, et cetera.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan dit?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

SIT techniek: systematic inventive thinking

  1. Weghalen van een component
  2. Verdelen van een component
  3. Vermenigvuldigen van een component
  4. Samenvoegen van componenten
  5. Afhankellijkheid tussen componenten aanbrengen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke regels bij de SIT techniek
  • De gesloten wereld, je kijkt naar de middelen die al voorhanden zijn.
  • Functie volgt vorm. Je begint met een concept oplossing en redeneert terug naar welk probleem het oplost
  • Twee benaderingen: van probleem naar oplossing en van oplossing naar het probleem. De laatste vinden mensen handiger en ze zijn er ook beter in.  

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Weghalen van een component
  1. Maak een lijst van alle onderdelen van het product of dienst
  2. Kies een belangrijk onderdeel en laat het in gedachten weg
  3. Probeer een voorstelling te maken van het concept dat overblijft
  4. Stel jezelf de volgende vragen: wat zijn de mogelijke voordelen, markten of waarden? Wie zou het willen hebben? Is het haalbaar?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

een commerciële stadswandeling

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Verdelen van componenten
  1. Maak een lijst van alle onderdelen van het product of dienst
  2. Verdeel het product of de dienst op een van de onderstaande manieren: 
  3. Functioneel: neem een onderdeel en geef het een andere plaats / moment 
  4. Fysiek: verdeel het product in willekeurige onderdelen en herschik die
  5. Probeer een voorstelling te maken van het concept dat overblijft
  6. Stel jezelf de volgende vragen: wat zijn de mogelijke voordelen, markten of waarden? Wie zou het willen hebben? Is het haalbaar?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een stadswandeling

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vermenigvuldigen van een component
  1. Maak een lijst van alle onderdelen van het product of dienst
  2. Kies een onderdeel en kopieer dat
  3. Maak een lijst van attributen van dat onderdeel. Attributen zijn de eigenschappen van het onderdeel die kunnen veranderen, zoals kleur, locatie, stijl, temperatuur etc..
  4. Verander een van de essentiële attributen van de kopie
  5. Probeer een voorstelling te maken van het concept dat overblijft
  6. Stel jezelf de volgende vragen: wat zijn de mogelijke voordelen, markten of waarden? Wie zou het willen hebben? Is het haalbaar?
Bifocale brillen, wc pot met verschillende spoelingen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

een bierkratje

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Samenvoegen van componenten
  1. Maak een lijst van alle onderdelen van het product of dienst, zowel intern al extern die deel uitmaken van de gesloten wereld van het product of dienst
  • Kies een extern onderdeel en gebruik deze om een taak uit te voeren die het product al verricht 
  • Kies een intern onderdeel en laat dat iets nieuws of extra’s doen 
  • Kies een intern onderdeel en laat dat de taak van een extern onderdeel doen 
  1. Probeer een voorstelling te maken van het concept dat overblijft
  2. Stel jezelf de volgende vragen: wat zijn de mogelijke voordelen, markten of waarden? Wie zou het willen hebben? Is het haalbaar?
Samenvoegen is geen combineren! Bv Zwitsers zakmes 

Slide 25 - Tekstslide

vb  de gasten de bediening leren hoe te werken
een stadswandeling

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Afhankelijkheid tussen componenten aanbrengen
Een kameleon verandert afhankelijk van zijn omgeving van kleur
Meest belangrijke techniek voor innovaties!
Werkwijze:
  1. Maak een lijst met variabelen (dingen die kunnen veranderen)
  2. Breng variabelen onder in rijen en kolommen ( afhankelijke variabelen en onafhankelijke variabelen)
  3. Vul de tabel in ( 0 betekent geen relatie)
  4. Creëer een nieuwe relatie voor elke combinatie waar nu een 0 staat. Bedenk of dat ook echt kan bestaan.
  5. Probeer een voorstelling te maken van het concept dat overblijft
  6. Stel jezelf de volgende vragen: wat zijn de mogelijke voordelen, markten of waarden? Wie zou het willen hebben? Is het haalbaar?


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

onafhankelijke variabelen:  de gids, het parcours, de prijs

afhankelijke variabelen: groepsomvang, het weer, mate van tevredenheid.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

een (commerciële) stadswandeling

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Einde les

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies