3.6 Parlementaire Democratie


3.6 Parlementaire Democratie
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


3.6 Parlementaire Democratie

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
huiswerkcheck
terugblik
uitleg 3.6
samen inoefenen
zelfstandig werken
afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

terugblik
Wie zitten er in het kabinet?
Welke middelen heeft de tweede kamer om zijn wetgevende macht uit te oefenen?
En voor hun controlerende taak? ( stiekem spieken op blz 49)
Wie kan er wetsvoorstellen indienen?
Hoe komt een wet tot stand ( stiekem spieken op blz 48, bron 8)

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je uitleggen wat een parlementaire democratie is en wat de kenmerken daarvan zijn.

Slide 4 - Tekstslide

huiswerk
Checken, wie heef het gemaakt?

We kijken samen opdracht 13, 14, 16 en 17 op blz 50 en 51

Slide 5 - Tekstslide

De belangrijkste kenmerken van onze democratie:

  • De grondwet.
  • Verdeling van de politieke macht  (trias politica)
  • De hoogste macht bij het     parlement. ( 1e en 2e kamer, samen 225 zetels)

Slide 6 - Tekstslide

De Grondwet
In de grondwet staan
grondrechten / mensenrechten.

Hierin staan de belangrijkste rechten en plichten van burgers én de overheid.

Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

De Grondwet
Voorbeelden van grondrechten / mensenrechten:
  • De politie mag je niet zomaar oppakken.
  • Iedereen heeft recht op een vrije meningsuiting.
  • Iedereen heeft kiesrecht.
  • Iedereen heeft recht op gelijke behandeling.

Slide 9 - Tekstslide

De Grondwet
Naast rechten ook plichten:

 
  • belasting betalen
  • leerplicht


Slide 10 - Tekstslide

Scheiding van de macht
Om te voorkomen dat een groep te veel macht krijgt, is de macht gescheiden in drie onderdelen:
  • Het parlement beslist over wetsvoorstellen.
  • De ministers voeren de wetten uit.
  • De rechters beoordelen of overheid en burgers zich aan de wet houden.

Slide 11 - Tekstslide

TRIAS POLITICA
De scheiding van de macht noemen we Trias Politica:

  • Wetgevende macht: het parlement.
  • Uitvoerende macht: de regering
  • Rechtelijke macht: de rechters.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Parlement hoogste macht
  • Het parlement (de mensen op wie wij stemmen) moet elk wetsvoorstel goedkeuren.
  • Het parlement heeft daardoor meer macht dan de ministers.
  • Daarom noemen we onze democratie een parlementaire democratie.

Slide 14 - Tekstslide

Parlementaire democratie en rechtsstaat


De combinatie van een parlementaire democratie, grondwet en trias politica maakt Nederland een rechtsstaat.

Slide 15 - Tekstslide

Rechtsstaat
Een land waarin de rechten en plichten van burgers én van de overheid in de grondwet zijn vastgelegd en ook worden nageleefd.

Slide 16 - Tekstslide

Invloed burgers
Politici moeten rekening houden met de mening van de burgers:
  
  • Politici moeten ervoor zorgen dat ze de wensen van de burgers kennen om gekozen te worden.
  • Ze spreken met burgers die hun zorgen uiten.

Slide 17 - Tekstslide

Pressiegroepen
Er zijn pressiegroepen  die invloed kunnen uitoefenen door te lobbyen.

Een pressiegroep is een organisatie die invloed probeert uit te oefenen op politieke besluitvorming.

Wie kan er nog een andere pressiegroep noemen?

Slide 18 - Tekstslide

Belangengroepen en Actiegroepen
  • Een belangengroep bestaat uit een groep mensen die voor hetzelfde belang opkomen (ANWB)
  • Actiegroepen willen vaak resultaat bereiken op een korte termijn (Greenpeace)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

samen inoefenen
opdracht 1 t/13 maken

Zelfstandig werken

opdracht 1 en 6 t/m 13 blz 52 t/m 54
Dit is ook het huiswerk

Slide 21 - Tekstslide