pluriforme samenleving t4

Pluriforme samenleving t4
Log alvast in!
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Pluriforme samenleving t4
Log alvast in!

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- info: PO
-  Eerste stukje uitleg over pluriforme samenleving (p1) Maak hierbij aantekeningen op het blaadje
- Zelfstandig werken
- Tweede stukje uitleg over pluriforme samenleving (p3) aantekeningen zelfstandig maken 
- LessonUp vragen over criminaliteit + wat we vandaag hebben besproken 

Slide 2 - Tekstslide

PO 
donderdag 12.12. in dalton
deadline: 18 december. Kom in dalton!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig werken
zie opdrachten op het bord 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Integratie
3 opties als je in een land komt:
1. Assimilatie: Je vervangt bijna alles van de cultuur van je land van herkomst met de Nederlandse cultuur
2. Segregatie: Scheiding tussen bevolkingsgroepen. Je gaat niet met Nederlanders om.
3. Integratie: Wederzijdse aanpassing. 

Slide 21 - Tekstslide

Marco komt uit Italie. Hij werkt in een italiaans restaurant in Amsterdam. Hier werkt hij met veel italianen, maar ook met Nederlanders. Marco vind het leuk om zijn Nederlandse collega's italianse recepten te laten proeven en zij leren hem Nederlands.
Is hier sprake van assimilatie, segregatie of integratie? Leg uit!

Slide 22 - Open vraag

Geef zelf een voorbeeld van iemand (echt of bedacht) die in Nederland geassimileerd is. Leg uit waarom er sprake is van assimilatie.

Slide 23 - Open vraag

Welke theorie?
Thea heeft haar opleiding niet afgemaakt. Ze is weggelopen van huis en heeft geen echte vrienden. Ze is pas op heterdaad betrapt bij een inbraak.
A
Persoonlijkheidstheorie
B
Bindingstheorie
C
Aangeleerd-gedragstheorie
D
Etiketteringstheorie

Slide 24 - Quizvraag

13. Welke theorie verklaart waarom mensen die arm zijn vaker crimineel gedrag vertonen?

A
De aangeleerd gedragstheorie
B
De anomietheorie
C
De bindingstheorie
D
De etikettentheorie

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de oorzaak van crimineel gedrag volgens de aangeleerd gedragstheorie van Sutherland?
A
Dat iemand als kind te veel door zijn ouders is gestraft.
B
Dat iemand met strafbare middelen zijn levensdoelen wil bereiken.
C
Dat mensen moeite hebben om hun driften te beheersen.
D
Dat mensen gevoelig zijn voor foute vriendjes.

Slide 26 - Quizvraag

Welke theorie?
Pieter leeft al jaren alleen. Hij komt bijna nooit buiten. Zijn geld verdient hij met illegaal online pokeren
A
Persoonlijkheidstheorie
B
Bindingstheorie
C
Aangeleerd-gedragstheorie
D
Etiketteringstheorie

Slide 27 - Quizvraag

Emigranten zijn ...
A
Mensen die naar Nederland verhuizen
B
Mensen die naar een ander land verhuizen
C
Mensen die in Mongolië wonen
D
Een gebied waar mensen dicht op elkaar wonen

Slide 28 - Quizvraag

Dominante cultuur
Subcultuur

Slide 29 - Sleepvraag

Gezinshereniging
A
Iemand die naar Nederland komt om te trouwen
B
Toestemming aanvragen om hier te mogen verblijven
C
Gebieden die werden verovert en gebruikt om winst te maken
D
De familie leden komen weer bij elkaar

Slide 30 - Quizvraag

Anna uit Spanje wil graag in Nederland werken. Het lijkt haar leuk om in een cafe in Amsterdam te gaan werken. Mag dat?
A
Ja, maar ze moet eerst aan een aantal voorwaarden (inburgeringscursus, hoog inkomen,... voldoen)
B
Ja.
C
Nee, omdat alleen gespecialiseerde werkers een visum krijgen.
D
Nee, omdat buitenlandse mensen alleen in Nederland mogen werken als ze met een Nederlander trouwen.

Slide 31 - Quizvraag

Stanley uit Engeland is computerdeskundige en heeft een aanbod van een groot Nederlands bedrijf. Mag hij in Nederland komen werken?
A
Ja, hij is dan kennismigrant. Hij moet wel genoeg geld verdienen/ kunnen aantonen dat zijn werk niet door een Nederlander gedaan kan worden
B
Ja.
C
Ja, maar hij moet een inburgeringscursus doen en aan de voorwaarden van antwoord A volden.
D
Ja, maar hij moet eerst een goed stampot recept leren.

Slide 32 - Quizvraag

Lars (18) heeft een vriendin in Amerika. Hij wil met haar trouwen, omdat ze dan in Nederland kan wonen. Denk jij dat zij in Nederland mag komen wonen.
A
Ja, als ze gaan trouwen mag dat gewoon.
B
Nee. Dit gaat nooit gebeuren!
C
Ja, maar er zijn nog meer voorwaardes.

Slide 33 - Quizvraag

Wat is het begrip voor als de Amerikaanse vriendin van Lars met hem gaat trouwen en hier gaat wonen?

Slide 34 - Open vraag

Gezinsvorming voorwaarden
- Lars moet 150% van het minimumloon verdienen
- De vriendin moet voor het basisexamen Nederlands slagen

Slide 35 - Tekstslide

Yaman uit Syrie woont sinds 2015 in Nederland. Hij is toen gevlucht en heeft hier een verblijfsvergunning. Hij wil nu zijn familie (vrouw en kinderen) naar Nederland halen. Mag dat?
A
Ja
B
Nee

Slide 36 - Quizvraag

Integratie
3 opties als je in een land komt:
1. Assimilatie: Je vervangt bijna alles van de cultuur van je land van herkomst met de Nederlandse cultuur
2. Segregatie: Scheiding tussen bevolkingsgroepen. Je gaat niet met Nederlanders om.
3. Integratie: Wederzijdse aanpassing. 

Slide 37 - Tekstslide

Marco komt uit Italie. Hij werkt in een italiaans restaurant in Amsterdam. Hier werkt hij met veel italianen, maar ook met Nederlanders. Marco vind het leuk om zijn Nederlandse collega's italianse recepten te laten proeven en zij leren hem Nederlands.
Is hier sprake van assimilatie, segregatie of integratie? Leg uit!

Slide 38 - Open vraag