3Ha - herhaling woordenschat + spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom 3Ha

Herhalen Woordenschat H1, H2 en H4 en spelling H1 t/m H3

Woordenschat H1 + H2

Herhaling, tegenstelling, opsomming, hyperbool, eufemisme, understatement

Een woord, zinsdeel of hele zin wordt een paar keer herhaald.

Hele sterke overdrijving.

Leven en dood worden bijv. gecombineerd, zodat ze meer opvallen.

Woorden worden opgesomd.

Ernstige of grote zaken worden als minder ernstig of minder groot voorgesteld.

Een verzachtende of verbloemende uitdrukking die gebruikt wordt in plaats van iets wat ruw of kwetsend gevoeld kan worden.

Opsomming

Herhaling

Hyperbool

Understatement

Eufemisme

Tegenstelling

De regen viel met bakken uit de lucht.

1. understatement
2. hyperbool
3. eufemisme
4. herhaling

Wat ben jij een miezerig, vervelend, irritant, misselijk ventje.

1. understatement
2. tegenstelling
3. opsomming
4. eufemisme

Ik heb voor goed geld slechte spullen gekocht.

1. opsomming
2. tegenstelling
3. hyperbool
4. understatement

De directeur heeft een leuk salarisje.

1. herhaling
2. eufemisme
3. understatement
4. opsomming

Met bloed, zweet en tranen.

Hier is sprake van een...

1. herhaling
2. eufemisme
3. drieslag
4. tegenstelling

De toets ging heel goed! Nouja, redelijk. Eigenlijk twijfel ik heel erg.

1. Drieslag
2. Opsomming
3. Climax
4. Omgekeerde climax

Woordenschat H4

Over pleonasmen en tautologieën

Sommige simpele programma's kunnen heel populair zijn, neem nou bijvoorbeeld Lingo.

1. pleonasme
2. tautologie

Er werden drie mannen opgepakt voor de opzettelijke inbraak bij de bank.

1. pleonasme
2. tautologie

Bij zo'n operatie is er een kans op mogelijke complicaties.

1. tautologie
2. pleonasme

De plakkerige kauwgom bleef aan mijn schoenzool kleven.

1. tautologie
2. pleonasme

Werkwoordspelling

Je moet de volgende vormen en de bijbehorende regels kennen:

pvtt (ik loop)

pvvt (ik liep)

vd (ik heb gelopen)

inf (lopen)

od (lopend)

bn (lopende leerlingen)

gw (loop!)

Kijk eventueel op bladzijde 263 van je boek.

Spelling H1

Trema, apostrof en accent

Trema en apostrof

Trema: 

• voorkomen dat twee klinkers in één woord samen worden uitgesproken: kopiëren
• sommige leenwoorden: fröbelen

Apostrof:

• weglatingsteken: 's avonds
• voorkomen van uitspraakproblemen bij een -s achter woorden op -a, -i, -o, -u en -y: cadeaus
• in afleidingen en meervouden van afkortingen: dvd'tje
• verkleinwoorden op -y voorafgegaan door een medeklinker: baby'tje

Accenten

Accenten: 

• accent aigu: logé
• accent grave: barrière
• accent circonflexe: crêpe

Cedille:

• zodat een 'c' als een 's' klinkt: Curaçao 

Wat is de juiste vorm?

1. buggytje
2. buggy'tje

Wat is juist gespeld?

1. De cadeau's voor Lucas' verjaardag liggen op tafel.
2. De cadeaus voor Lucas's verjaardag liggen op tafel.
3. De cadeaus voor Lucas' verjaardag liggen op tafel.

Wat is juist gespeld?

1. Trix' fiets is gestolen.
2. Trix d'r fiets is gestolen.
3. Patricks tas is leeg.
4. Patrick's tas is leeg.

Spelling H2

Over telwoorden met of zonder -n

Telwoorden: wanneer een -n?

Wanneer schrijf je telwoorden als enkele, vele, weinige, sommige, etc. 

met –n?​

• als het zelfstandig gebruikt wordt;​
• als het personen aanduidt.​

​

Wanneer schrijf je telwoorden als enkele, vele, weinige, sommige, etc. 

zonder –n?​

• als de telwoorden geen personen aanduiden;​
  
• als de telwoorden niet zelfstandig, maar bijvoeglijk gebruikt worden

Samengevat! (noteren)

• Telwoorden zijn (bijv.) enkele(n), vele(n), weinige(n)
• Zelfstandig gebruikt = bijv. 'enkelen vonden de uitleg saai.'
• Bijvoeglijk gebruikt = bijv. 'enkele leerlingen vonden het saai.'
• Zelfstandig + wijst op persoon = met -n 
• Bijvoeglijk  = geen -n
• Wijst niet op persoon = geen -n
• 'Tientallen', 'honderden' etc. = altijd een n!

Vele / Velen waren onder de indruk van de film.​

1. Vele
2. Velen

De gereedschappen zijn alle / allen op online aangeboden.​

1. alle
2. allen

Met of zonder -n?
Mijn oma kijkt altijd naar het nieuws voor dove(n) en slechthorende(n)

1. dove, slechthorenden
2. doven, slechthorende
3. doven, slechthorenden
4. dove, slechthorende

Met of zonder -n?
Enkele(n) hebben het huiswerk niet gemaakt.

1. met
2. zonder

Degene(n) die als eerste(n) binnenkwamen, gingen als laatste(n) bezoekers weg.

1. degene / eerste / laatsten
2. degenen / eerste / laatste
3. degenen / eersten / laatste
4. degene / eersten / laatste

Met of zonder -n?
Van die broodjes wil ik er wel ... hebben.

1. enkele
2. enkelen

Wel of geen -n?
De meeste(n) mensen hebben een huisdier.

1. meeste
2. meesten

Van die dropjes heb ik er vele(n) gegeten, terwijl er maar enkele(n) zijn die ze lekker vinden.

1. vele - enkele
2. velen - enkele
3. vele - enkelen
4. velen - enkelen

Miljoene(n) mensen hebben gestemd.

1. Miljoene
2. Miljoenen

Spelling H3

De schrijfwijze van getallen

De schrijfwijze van getallen

Getallen schrijf je soms in letters en soms in cijfers. 

Letters:

• hele getallen van één tot en met twintig: vier;
• tientallen tot honderd: vijftig;
• honderdtallen tot duizend: achthonderd;
• duizendtallen tot tienduizend: zesduizend;
• honderdduizend, miljoen, miljard en biljoen: negenhonderdduizend;
• rangtelwoorden van de getallen hierboven: twaalfde.

Cijfers:

• getallen boven de twintig: 88 miljoen, 23;
• maten, gewichten, data, exacte tijdstippen, e.d: 7 meter, 19 kilo, 30 januari.

De staatsgreep vond plaats op ..........​

1. Vijftien mei negentieneenenzestig​
2. 15 – 5 – 1961​
3. 15 mei negentieneenenzestig​
4. 15 mei 1961

Ik kom om ... naar je toe.

1. twee uur
2. 2 uur
3. 14.00 uur

Wat is de juiste schrijfwijze?

Janine leest wel ... boeken per jaar.

1. 14
2. veertien

Is dit getal juist of onjuist uitgeschreven?

Ik heb nog maar 968 euro op mijn rekening staan

1. juist
2. onjuist

Is dit getal juist of onjuist uitgeschreven?

Van de ... leerlingen was maar ... procent aanwezig.

1. achttien, 25
2. 18, 25
3. 18, vijfentwintig
4. achttien, vijfentwintig