Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
woordvolgorde
Welcome
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 3,4
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
20 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welcome
Slide 1 - Tekstslide
word order
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Bijwoorden van Frequentie
woorden die aangeven hoe vaak je iets doet
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Waar staan deze woorden in een zin?
Slide 6 - Tekstslide
De bijwoorden van frequentie
(bv. always, usually, regurlarly, sometimes, rarely, seldom, never)
staan
voor
het werkwoord.
Behalve .............
Slide 7 - Tekstslide
Bij de vormen van het werkwoord
to be
:
am/ are/ is/ was / were zetten
we het bijwoord van Frequentie
achter
het werkwoord
He
is
never
late.
She
was
always
happy.
I
am
usually
cheerful.
Slide 8 - Tekstslide
Choose the sentence with the correct word order.
A
We are never late for football practice.
B
We never are late for football practice.
C
We are late never for football practice.
D
Never we are late for football practice.
Slide 9 - Quizvraag
Choose the sentence with the correct word order.
A
Who gives never a straight answer?
B
Who gives a straight answer never?
C
Who never gives a straight answer?
D
Who gives a straight never answer?
Slide 10 - Quizvraag
Choose the sentence with the correct word order.
A
Often they go out in the weekends.
B
They go often out in the weekends.
C
In the weekends often they go out.
D
They often go out in the weekends.
Slide 11 - Quizvraag
Woordvolgorde
De normale volgorde van woorden in het Engels is:
wie + doet + wat + waar + wanneer
Sem works at Mc Donald's on Sundays.
My parents are going on holiday to Malta tomorrow.
I gave flowers to my girlfriend last week.
Slide 12 - Tekstslide
grammar - word order
Slide 13 - Tekstslide
Wat is de juiste woordvolgorde
in het Engels?
A
plaats voor tijd
B
tijd voor plaats
Slide 14 - Quizvraag
Choose the sentence with the correct word order.
A
He swims every day in the canal.
B
He swims in the canal every day.
C
Every day swims he in the canal.
D
He every day swim in the canal.
Slide 15 - Quizvraag
Correct word order:
her / in town / yesterday / I / met
A
I met her in town yesterday.
B
I met her yesterday in town.
C
I yesterday met her in town.
D
I met yesterday her in town.
Slide 16 - Quizvraag
wie
doet
wat
waar
wanneer
The parents
bring
to football training
every Sunday
their son
Slide 17 - Sleepvraag
Wie
doet
wat
waar
waar
Jacky and Pete
aren't going
to the game
tonight
Slide 18 - Sleepvraag
Correct word order:
Billy / to his friend /
five minutes ago / went
A
Billy went to his friend five minutes ago
B
Billy went five minutes ago to his friend
C
Billy five minutes ago went to his friend.
D
Five minutes ago Billy went to his friend
Slide 19 - Quizvraag
Choose the sentence with the correct word order.
A
My sister got married last year.
B
My sister got last year married.
C
My sister last year got married.
D
Last year my sister got married.
Slide 20 - Quizvraag
The end!
Slide 21 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
woordvolgorde
Maart 2021
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2,3
woordvolgorde en bijwoorden van frequentie
December 2020
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2,3
woordvolgorde
Maart 2022
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2,3
woordvolgorde met bijwoorden
Mei 2021
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2,3
woordvolgorde
November 2021
- Les met
22 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2,3
woordvolgorde
Maart 2024
- Les met
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2,3
woordvolgorde
Mei 2022
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2,3
woordvolgorde
September 2022
- Les met
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2,3