c. Versteende afdrukken van planten of dieren die karakteristiek zijn voor een bepaalde geologische periode
d. Bij het bepalen van de relatieve ouderdom vergelijk je de ouderdom van gesteentelagen. Elke geologische periode heeft zijn eigen gesteentelagen met kenmerkende gidsfossielen.
Slide 18 - Tekstslide
Vraag 5
a. Langs lijn C; daar bevindt zich de oudste oceanische korst die lang geleden bij de mid-oceanische rug is ontstaan.
b. Uit de uitleg moet blijken dat:
- als de oceanische korst zwaarder wordt, deze wegzakt in het magma (de oceaanbodem dieper komt te liggen)
- waardoor het waterbergende vermogen van de oceaan toeneemt.
c. De snelheid van de divergentie bij de Oost-Pacifische Rug is groter dan die bij de Midden-Atlantische Rug.
Slide 19 - Tekstslide
Leerdoelen
Hoe wordt de ouderdom van de aarde gemeten?
Hoe is de aardbol opgebouwd?
Wat is het actualiteitsbeginsel?
Welke bewijzen zijn er voor het bewegen van de aardplaten?