Kennismaken GGZ 6 december

Kennismaken GGZ
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Kennismaken GGZ

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Methodisch werken in de psychiatrie stap 1 
Opdracht psychische functies
Stap 2 
Stap 3 
Verwerkingsopdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Overzicht lessen 

Slide 3 - Tekstslide

Stappenplan methodisch werken
1. Verzamelen van gegevens
2. Vastellen van de behoefte en het probleem
3. Vaststellen doelen 
4. Vaststellen van en plannen zorgactiviteit
5. Bepalen en plannen van de verpleegkundige interventies
6. Het evalueren van de verpleegkundige zorg


Slide 4 - Tekstslide

1. Verzamelen van gegevens
Voeren van gesprekken (anamnese / intakegesprek)
Observeren van gedrag (gericht kijken / luisteren)
Gebruik maken van meetinstrumenten
Via anderen (naastbetrokkenen / andere disciplines)

Je krijgt een eerste indruk van de zorgvrager, maar de zorgvrager krijgt ook een eerste indruk van jou. 

Het voeren van een volledig anamnese gesprek is niet altijd mogelijk, de psychiatrische stoornis kan nog eens voor verstoring zorgen. Angst, manisch stemming, onsamenhangend. Dit geeft ook veel informatie. 
Je referentiekader kleurt (on)bewust de werkelijkheid die je waarneemt.

Slide 5 - Tekstslide

Psychopathologie
De ziekteleer van het psychisch functioneren

Slide 6 - Tekstslide

Twee manieren om psychopathologie te beschrijven
  1. Uitgaan van een psychiatrisch ziektebeeld, de zogenaamde syndromen. Een syndroom is een groep van dikwijls gezamenlijk optredende symptomen. De syndroombenadering wordt toegepast in de diagnostiek, waarvoor de DSM 5 wordt gebruikt. 
  2. Uitgaan van de psychiatrische verschijnselen, de zogenaamde symptomen. Uitgangspunt bij deze manier is het onderzoeken van pathologische  verstoringen van algemene psychische processen of functies. 
ziekteleer

Slide 7 - Tekstslide

Ieder mens bezit de volgende psychische functies
  • Expressie van psychomotoriek
  • Bewustzijn
  • Zelfbeleving
  • Waarneming
  • Denken
  • Gevoelsleven
  • Willen verlangen 
Zoek in tweetallen de begrippen op
timer
10:00
Psychomotoriek; alle bewegingen die iemand laat zien die een uitdrukking zijn van zijn psychische gesteldheid. 
Lichaamshouding: beweging en mimiek (non-verbale expressie)
Spraak
Toestand waarin we besef hebben van onszelf en onze omgeving
Stoornis in helderheid, aandacht, orientatie
reflectief bewustzijn. Verstoring in de zelfbeleving = depersonalisatie. Het gevoel hebbem niet 'echt' zichzelf te zijn. 
Waarnemen wordt bepaald door: het eigen denken; het gevoelsleven, het groepsoordeel.
Illusie 
Hallucinatie
Voortdurend verbonden met de andere psychische functies. 
Verschillende aspecten; Vorm en beloop - Inhoud - Intelligentieniveau - geheugen. 
Stemming - waardering van onze levensituatie als geheel
stemmingsstoornissen
Willen = doelbewust nastreven van een bepaalde handeling of situatie. Stoornis hierin: remming, ontremming of impulsiviteit, drang of dwang. 

Slide 8 - Tekstslide

2. Vaststellen van behoefte en het probleem
Doe je met behulp van standaard verpleegkundige diagnosen. Deze kan je vinden in het Carpenito boek, tegenwoordig is er vanuit het classificatiesysteem in het elektronisch dossier ook standaard diagnosen te vinden. 

Slide 9 - Tekstslide

3. Vaststellen van doelen
Steeds vaker verpleegkundige zorgresultaten
Verpleegkundige zorgresultaten formuleer je met behulp van een kernachtige korte omschrijvingen van het gewenste resultaat met daarbij een aantal resultaatindicatoren ofwel criteria.
Bij een verpleegdoel gaat het om de gewenste situatie waarnaartoe je met de zorgvrager wilt werken. Bij een gewenst verpleegkundig zorgresultaat gaat het om wat het feitelijk waarneembaar effect (resultaat) moet zijn van de (verpleegkundige) interventies die je inzet. Een verpleegdoel is ambitieuzer dan een verpleegkundig zorgresultaat. 

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld
Risico op zelfdoding (suïciderisico)

Beoogd/gewenst zorgresultaat:
De zorgvrager onderneemt geen pogingen zichzelf te doden.
Resultaatindicatoren (criteria), de zorgvrager:
  • zegt te willen blijven leven;
  • geeft uiting aan gevoelens van boosheid, eenzaamheid en hopeloosheid;
  • weet andere mensen te vinden als suïcidale gedachten de kop opsteken;
  • gaat op een andere manier met problemen om.






Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Maak de verwerkingsopdrachten bij thema 3
Psychopathologie: een inleiding

(en ook de thema 1 & 2 mocht je die nog niet gedaan hebben)

Slide 12 - Tekstslide