Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
MOL -deel 1-
Chemisch rekenen
MOL
Deel 1
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Chemisch rekenen
MOL
Deel 1
Slide 1 - Tekstslide
Atoommassa's
Atoommassa's van ieder atoom kun je aflezen in
het Periodiek systeem.
Zo is de massa van element P = 30,974 u.
Slide 2 - Tekstslide
Atoommassa
Atomen hebben massa's, dus moleculen hebben een massa
De massa van bijvoorbeeld een waterstofatoom is 1,68x10
-27
kg!
Niet zo handig...
Daarom is de
atomaire massa-eenheid
bedacht, dat is de
u.
1 u
= 1,67x10^-27 kg.
Slide 3 - Tekstslide
Molecuulmassa's
Hier tel je de atoommassa's bij elkaar op van alle atomen in één molecuul .
Voorbeelden:
De molecuulmassa van NaCl = 1 x 22,990 + 1 x 35,45 =
58,44 u
De molecuulmassa van Al
2
O
3
= 26,98 x 2 + 3 x 16,00 =
101,96 u
Slide 4 - Tekstslide
O (zuurstof)
O
2
H
2
O
AgCl
C
6
H
12
O
6
32,00
18,00
16,00
143,32
180,16 u
18,02
Slide 5 - Sleepvraag
Begrippen van hoeveelheid
Duo
Een paar
Kwartet
Dozijn
Gross
Slide 6 - Tekstslide
Begrippen van hoeveelheid
Duo
Een paar
Kwartet
Dozijn
Gross
MOL !
Een dozijn eiereren, kippen, olifanten of wat dan ook, het is altijd een
vaste hoeveelheid
.
Slide 7 - Tekstslide
Begrippen van hoeveelheid
De
mol
is een
vaste hoeveelheid
.
1 mol = 6,02*10
23
(moleculen)
Dus 1 mol water bestaat uit evenveel deeltjes als 1 mol goud!
Slide 8 - Tekstslide
Molaire massa
De massa van 1 molecuul in u = Alle massagetallen bij elkaar opgeteld.
Molecuulmassa H
2
O = ( 2 x H + 1 x O ) =
( 2x1,005 + 1x16,005) =
18,015 u
Mol
= De massa van 1 mol moleculen in gram
Molaire massa H
2
O = 18,00 g/mol
Slide 9 - Tekstslide
Molaire massa (formule)
M = Molaire massa ( gram/mol )
m = massa ( gram )
n = aantal mol ( mol )
M
=
n
m
Slide 10 - Tekstslide
Reken Voorbeeld
Bereken de massa van 5,640 mol water. (M
H
2
O
) = 18,015 g/mol
Antwoord:
M = 18,015 g/mol, n = 5,640 mol, m = ?
m = 101, 6 gram
M
=
n
m
m
=
M
⋅
n
m
=
1
8
,
0
1
5
⋅
5
,
6
4
0
Slide 11 - Tekstslide
Hoeveel gram (m) komt overeen met 5,3 mol NaCl? (M=58,44 g/mol)
A
0,09 g
B
11,03 g
C
309,7 g
Slide 12 - Quizvraag
Hoeveel gram (m) komt overeen met 0,442 mol CO2? (M=44,01 g/mol)
A
19,49 g
B
0,01 g
C
99,57 g
Slide 13 - Quizvraag
Hoeveel gram (m) komt overeen met
mol
(M=95,22 g/mol)
3
,
4
2
⋅
1
0
−
3
M
g
C
l
2
A
0,0000359 g
B
0,33 g
C
27842,11 g
Slide 14 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
MOL -deel 1-
Maart 2023
- Les met
20 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
§3.4 - Atoommassa en molecuulmassa
Maart 2021
- Les met
16 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
§3.4 Atoommassa en molecuulmassa (3)
Februari 2022
- Les met
18 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
§3.3 - Atoommassa en molecuulmassa
Januari 2023
- Les met
17 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
§3.4 - Atoommassa en molecuulmassa
Januari 2023
- Les met
19 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
§3.4 - Atoommassa en molecuulmassa
Oktober 2024
- Les met
20 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
§3.4 - Atoommassa en molecuulmassa
November 2023
- Les met
12 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
§3.4 - Atoommassa en molecuulmassa
Februari 2022
- Les met
17 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3