1C - P2 - Week 2 - les 1 - pvvt (27)

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
Takkenl@farel.nl
Ma, di, wo, vrij

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
Takkenl@farel.nl
Ma, di, wo, vrij

Slide 1 - Tekstslide

- Welkom + energizer
- Lezen
- H27 - nakijken 
- H27 - samen oefenen in LessonUp
- H27 - oefenen via oefenblad


Doel:
- Je kent twee manieren waarop je de pv kunt vinden
- Je kent de drie regels die je nodig hebt om de pv in de tt juist te schrijven
- Je schrijft elke pvtt en pvvt juist.
Vandaag in de les:

Slide 2 - Tekstslide

Verslaafd?

Slide 3 - Tekstslide

(Stil)lezen
Leg je huiswerk (27 - 1 t/m 9 open op tafel)
timer
15:00

Slide 4 - Tekstslide

Bestaat uit 2 delen:

  1. Hoe schrijf je alles dat geen werkwoord is?
  2. Hoe schrijf je werkwoorden?

Spelling:

Slide 5 - Tekstslide

Spelling: bespreken 27

Slide 6 - Tekstslide

Spelling: bespreken 27

Slide 7 - Tekstslide


Slide 8 - Open vraag

Zwakke werkwoorden - kunnen niet van klank veranderen
                                           - Koken → kookte
                                            → regelmatige werkwoorden


Sterke werkwoorden - kunnen wel van klank veranderen
                                         - Lopen  → liep
                                          → onregelmatige werkwoorden


PV verleden tijd - sterk en zwak

Slide 9 - Tekstslide

Als een woord de persoonsvorm is, dan start je altijd met de stam (ik-vorm)

verleden tijd:
Ik stam + de/te                  ik speelde           ik kookte
hij stam+de/te                   hij speelde         hij kookte
wij stam+den/ten             wij speelden      wij kookten

Zwakke werkwoorden

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer is het stam+de(n) en wanneer stam+te(n)?

Kijk hiervoor naar de laatste letter van de stam (in het hele werkwoord)
- Zit deze letter in 't exkofschip -> dan +te(n)
- zit deze letter niet in 't exkofschip -> dan +de(n)
Werkwoorden

Slide 11 - Tekstslide

Sterke werkwoorden - kunnen wel van klank veranderen
                                           - Lopen  → liep

Persoonsvorm = zo kort en eenvoudig mogelijk
Lopen          → liepen
Zwemmen → zwommen (alleen dubbele letters als het voor de uitspraak nodig is)


LET OP: kies sterk/zwak. Er is NOOIT een combinatie 
Ik zwem → ik zwom en dus nooit ik zwomde

In de verleden tijd komt ook NOOIT -DT voor!
Werkwoorden - sterk en zwak

Slide 12 - Tekstslide


De jongen ... (worden) naar huis gebracht.
A
word
B
wordt
C
werd
D
werdt

Slide 13 - Quizvraag

Stotterend ... (bekennen) Christiaan zijn fout.
A
bekent
B
bekend

Slide 14 - Quizvraag


Ik ... (besteden) gisteren geen aandacht aan school.
A
besteed
B
besteedt
C
besteedde
D
besteden

Slide 15 - Quizvraag


... (branden) je zus haar vingers aan de kachel?
A
brand
B
brandt
C
branden
D
brandde

Slide 16 - Quizvraag


Slide 17 - Open vraag


Hij ... (beloven) mij nieuwe sokken.
A
beloof
B
belooft
C
beloofd
D
beloofde

Slide 18 - Quizvraag


Slide 19 - Open vraag


Jouw zus ... (vinden) ik beter dan mijn broer.
A
vind
B
vindt
C
vond
D
vondt

Slide 20 - Quizvraag


Mijn buurman is ... (verhuizen) naar een andere wijk in Emmen.
A
verhuist
B
verhuisd

Slide 21 - Quizvraag

Wat ga je doen:  
H27: Oefenblad van H27 (zie teams)
- Kijk je werk na (kritisch) en verbeter de woorden die niet goed waren.

Wanneer: Deze les 
Hoe: Zoek altijd eerst de persoonsvorm, blijf elke zin  
meerdere oplossingen zoeken.  

Klaar:
- Lees je boek verder
- Maak je nieuwsbegrip basisles

Aan de slag

Slide 22 - Tekstslide

- Leesboek mee
- Diatoets in de les van dinsdag

Volgende les

Slide 23 - Tekstslide