2. De vlucht - Justine
1 / 36
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
In de Eerste Wereldoorlog:
A
Was Nederland neutraal
B
Hoorde Nederland bij de geallieerden
C
Hoorde Nederland bij de centralen
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De eerste wereldoorlog was van... tot...
A
1914-1917
B
1940-1945
C
1914-1918
D
1914-1919
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd in België een loopgravenoorlog uitgevochten
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Was België neutraal tijdens de Eerste Wereldoorlog?
A
Ja
B
Nee
C
Ze wilden wel neutraal zijn, maar niet gelukt.
D
Ze waren niet neutraal. Ze waren voor de Duitsers
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Nederland wil neutraal blijven, maar krijgt wel te maken met de oorlog door een grote vluchtelingenstroom uit...
A
Duitsland
B
Frankrijk
C
België
D
Engeland
Slide 6 - Quizvraag
De meeste leerlingen zullen wel bekend zijn met het gegeven 'vluchtelingen'. Wat wellicht opvalt zijn de aantallen. Waar in 2019 ongeveer 22.000 vluchtelingen naar Nederland kwamen, waren dit gedurende de Eerste Wereldoorlog ongeveer 1 miljoen! Ook toen vanwege het oorlogsgeweld: het front lag voor een groot deel in België.
Als reactie op de vluchtelingenstroom, leggen de Duitser een 332 kilometer lang hekwerk van schrikdraad aan tussen Nederland en België. Hoe wordt dit hekwerk ook wel genoemd?
A
De Hollandse muur
B
De dodendraad
C
De elektrische versperring
D
Het ijzeren gordijn
Slide 7 - Quizvraag
Waar in 2019 ongeveer 22.000 vluchtelingen naar Nederland kwamen, waren dit gedurende de Eerste Wereldoorlog ongeveer 1 miljoen! Ook toen vanwege het oorlogsgeweld: het front lag voor een groot deel in België.
Wat moest het Von Schlieffenplan voorkomen?
A
Een tweefrontenoorlog
B
Een oorlog op zee
C
Een loopgravenoorlog
D
Een oorlog met Frankrijk
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat was het doel van het Von Schlieffenplan?
A
zorgen dat de tegenstanders van Duitsland in een tweefrontenoorlog terechtkwamen
B
zorgen dat Duitsland in een tweefrontenoorlog terechtkwam
C
voorkomen dat de tegenstanders van Duitsland in een tweefrontenoorlog terechtkwamen
D
voorkomen dat Duitsland in een tweefrontenoorlog terechtkwam
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat was het Von Schlieffenplan?
A
Eerst Rusland aanvallen, dan Frankrijk
B
Via België, Frankrijk eerst aanvallen
C
België aanvallen
D
Oostenrijk aanvallen via Frankrijk
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom werd het Von Schlieffenplan bedacht?
A
Omdat de centralen wisten dat de geallieerden sterker waren, daarom moesten zij slimmer zijn.
B
Om een oorlog op twee fronten te voorkomen.
C
Omdat de Fransen al hun grenzen goed hadden verdedigd.
D
Omdat Duitsland wilde laten zien dat ze het sterkste leger hadden en Frankrijk in zes weken konden verslaan.
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Was het Von Schlieffenplan een succes voor Duitsland?
A
Ja, want ze veroverden Frankrijk in 4 weken
B
Ja, ze veroverden snel Frankrijk en Engeland
C
Nee, want Engeland kwam Frankrijk te hulp
D
Nee, want Frankrijk was te sterk voor Duitsland
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe heette tijdens de Eerste Wereldoorlog de grens tussen Nederland en België?
A
de Atlantic Wall
B
de frontier
C
de dodendraad
D
de muur
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Op welke manieren was Nederland toch betrokken bij WO1?
A
Mobilisatie van het Nederlandse leger
B
Belgische vluchtelingen
C
Nederlandse handelsschepen werden aangevallen
D
Alledrie zijn waar
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel Belgische vluchtelingen kwamen er naar Nederland toe?
A
2,5 miljoen
B
10 duizend
C
35 duizend
D
1 miljoen
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat hoort er bij het plaatje?
A
Fokker-vliegtuig
B
Westfront
C
Oostfront
D
Belgische vluchtelingen
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Gaat de zin over een oorzaak of een gevolg van de neutraliteit van Nederland in de Eerste Wereldoorlog?
Er kwamen veel Belgische vluchtelingen naar Nederland.
Er kwamen veel Belgische vluchtelingen naar Nederland.
A
oorzaak
B
gevolg
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zorgde niet voor schaarste in Nederland?
A
Onbeperkte duikbotenoorlog
B
Handelsblokkade
C
Belgische vluchtelingen
D
Mobilisatie
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat was de reactie van de Duitsers op de Belgische vluchtelingen?
A
Het plaatsen van hekken
B
Zelf de Belgische vluchtelingen opvangen
C
Alleen de vrouwen en kinderen mochten nog vluchten
D
Het plaatsen van de dodendraad
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
I. IN NEDERLAND WAS VOEDSEL SOMS OP DE BON IN WOI
II. IN NEDERLAND WERD WAREN ER BELGISCHE VLUCHTELINGEN IN WOI
II. IN NEDERLAND WERD WAREN ER BELGISCHE VLUCHTELINGEN IN WOI
A
I . EN II ZIJN ONJUIST
B
I. EN II. ZIJN JUIST
C
I . IS JUIST EN II. IS ONJUIST
D
I. IS ONJUIST EN II. IS JUIST
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
wat ging tijdens WO I van Nederland naar Belgie de grens over?
A
Belgische vluchtelingen
B
Soldaten
C
Boter, zout, vee
D
niets
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat was geen gevolg van de Eerste Wereldoorlog voor Nederland?
A
Het verdiende enorm veel geld aan export naar Duitsland
B
Armoede en schaarste onder de Nederlandse bevolking
C
Het kreeg te kampen met meer dan een miljoen Belgische vluchtelingen
D
Het moest vier jaar lang het leger gemobiliseerd houden.
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Tussen 1950 en 1980 begon de samenstelling van de Nederlandse
bevolking te veranderen.
Waardoor veranderde de samenstelling?
Door de komst van:
Hierna: sleepvraag
A
Amerikaanse soldaten + Belgische vluchtelingen
B
Belgische vluchtelingen + gastarbeiders uit het Middellandse Zeegebied
C
gastarbeiders uit het Middellandse Zeegebied + migranten uit Indonesië
D
migranten uit Indonesië + Amerikaanse soldaten
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Nederland kreeg te maken met meerdere problemen tijdens WO1. Welk probleem zie je op de afbeelding?
A
Het opvangen van ongeveer 1.000.000 Belgische vluchtelingen
B
Het mobiliseren van het Nederlandse leger
C
Schaarste door de Dodendraad op de grens tussen Nederland en België
D
Schaarste door de onbeperkte duikbotenoorlog van Duitsland
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe heet het gebied tussen de loopgraven in?
A
Niemandsland
B
Front
C
Alliantie
D
Neutraliteit
Slide 25 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat waren de leefomstandigheden in de loopgraven?
A
Schoon en fris
B
Ruim en licht
C
Smerig en onhygiënisch
D
Comfortabel en gezellig
Slide 26 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn loopgraven?
A
Loopgraven zijn kleine dieren die lange gangen graven
B
Loopgraven zijn graven van overleden mensen door de loop van een geweer
C
Loopgraven zijn lange gegraven gangen die werden gebruikt in de oorlog
D
Loopgraven zijn mensen van adel, graven, die moeten lopen
Slide 27 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Gevaarlijkste wapen dat in die loopgraven werd gebruikt...?
A
Granaatwerpers
B
Gifgas
C
Bommen
D
Geweren
Slide 28 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat klopt niet over de loopgraven
A
bestaan uit prikkeldraad, bunkers en tunnels
B
werden bestookt met zwaar geschut en gifgas
C
liggen tussen Nederland en België
D
miljoenen slachtoffers maar geen terreinwinst
Slide 29 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het begrip LOOPGRAVEN hoort bij...
A
Eerste Wereldoorlog
B
Tweede Wereldoorlog
Slide 30 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Loopgraven
Verdrag van Versailles
Militarisme
Wapenwedloop
Slide 31 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bondgenootschap
Samen vechten
In je eentje vechten
Afspraak tussen landen
Loopgraven
Slide 32 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Von Schlieffenplan
Loopgraven
Rusland sluit
vrede met Duitsland
Verdrag van Versailles
Slide 33 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vliegtuig
Tank
Prikkeldraad
Loopgraven
Mitrailleur
Slide 34 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Heb jihet goed begrepen? Test je
kennis!
kennis!
WAAR of NIET WAAR? Slepen maar!
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd er veel gevochten vanuit loopgraven.
WAAR
NIET
WAARSlide 35 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Loopgraven
Slide 36 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
