Test jezelf oefentoets beweging

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Instructie toetsje
- Zorg dat je een pen, rekenmachine en kladpapier of schrift bij de hand hebt
- Je maakt het toetsje zelf
- Maak eerst alles wat je weet, daarna kun je je boek pakken voor dingen die je niet (meer) weet

Slide 2 - Tekstslide

Hoe noemen we een foto waarmee een beweging wordt vast gelegd?
A
Stroboscooplamp
B
Video
C
Stroboscopische foto
D
Bewegingsfoto

Slide 3 - Quizvraag

Op welke dingen moet je letten als je een grafiek tekent? Noem er minimaal 4.

Slide 4 - Open vraag

Teken de grafiek bij de volgende tabel. Dit is een raceautootje.

Slide 5 - Open vraag

Kijk naar je getekende grafiek. Hoeveel meter heeft het autootje gereden op 2,5 seconde?

Slide 6 - Open vraag

Kijk weer naar je grafiek. Wat voor soort beweging zien we hier?

Slide 7 - Open vraag

Vertraagde beweging
Eenparige beweging
Stroboscopische foto
Versnelde beweging

Slide 8 - Sleepvraag

Wanneer ik afrem voor het stoplicht is dat een ;
A
Eenparige beweging
B
Versnelde beweging
C
Vertraagde beweging

Slide 9 - Quizvraag

Ik blijf met dezelfde snelheid tijden tijdens de traject conrole.
A
Versnelde beweging
B
Eenparige beweging
C
Vertraagde beweging

Slide 10 - Quizvraag

Ik ben bijna te laat op school, ik ga harder trappen op mijn fiets.
A
Versnelde beweging
B
Vertraagde beweging
C
Eenparige beweging

Slide 11 - Quizvraag

Een atlete loopt in 10,8 seconde de 100 meter. Wat is haar gemiddelde snelheid?

Slide 12 - Open vraag

Een auto rijdt in 1,5 uur 120 kilometer. Wat is de snelheid?
Bereken de snelheid in km/h en in m/s.

Slide 13 - Open vraag

Ik ga met de auto naar Amsterdam. Mijn gemiddelde snelheid is 80 km/h en de afstand is 28 kilometer. Hoe lang doe ik er over?

Slide 14 - Open vraag

Uit wat bestaat de totale stopafstand?

Slide 15 - Open vraag

Welke dingen hebben invloed op je reactietijd? Noem minimaal 3 dingen

Slide 16 - Open vraag

Welke dingen hebben invloed op je remweg? Noem minimaal 3 dingen

Slide 17 - Open vraag

Noem twee voorbeelden waarbij je een langere stopafstand hebt dan normaal.

Slide 18 - Open vraag

Een automobilist rijdt met 80 km/h over een doorgaande weg. Op moment t(1) ziet ze dat fr vrachtauto voor haar een deel van zijn lading verliest. Ze reageert, maar dat duurt even. Op moment t(2) trapt ze op de rem. Een paar seconde later, op moment t(3) staat ze stil.
Hoe heet de afstand tussen t(1) en t(2)?

Slide 19 - Open vraag

Een automobilist rijdt met 80 km/h over een doorgaande weg. Op moment t(1) ziet ze dat fr vrachtauto voor haar een deel van zijn lading verliest. Ze reageert, maar dat duurt even. Op moment t(2) trapt ze op de rem. Een paar seconde later, op moment t(3) staat ze stil.
Hoe heet de afstand tussen t(2) en t(3)?

Slide 20 - Open vraag

Een automobilist rijdt met 80 km/h over een doorgaande weg. Op moment t(1) ziet ze dat fr vrachtauto voor haar een deel van zijn lading verliest. Ze reageert, maar dat duurt even. Op moment t(2) trapt ze op de rem. Een paar seconde later, op moment t(3) staat ze stil.
Hoe heet de afstand tussen t(1) en t(3)?

Slide 21 - Open vraag

Bij snelheidscontroles wordt steeds vaker gebruik gemaakt van traject controle. Bij een traject controle wordt er over een afstand van 3,0 km de gemiddelde snelheid gemeten. Als die gemiddelde snelheid hoger is dan de toegestane snelheid krijgt de bestuurder een boete.
De toegestane snelheid is 100 km/h, wat is de kortste tijd die een auto over het traject kan doen?

Slide 22 - Open vraag

Klaar?
Maak de test jezelf in het boek opdracht 1 t/m 8. blz 211

Allemaal af? Doe iets voor een ander vak.

Slide 23 - Tekstslide