Bewegen en Botsen

Kruis de juiste omschrijving van de remweg aan.
A
De afstand die een auto aflegt tijdens een vertraagde beweging
B
De afstand die een auto aflegt tijdens het reageren
C
De totale afstand die een auto nodig heeft om tot stilstand te komen
1 / 18
volgende
Slide 1: Quizvraag
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Kruis de juiste omschrijving van de remweg aan.
A
De afstand die een auto aflegt tijdens een vertraagde beweging
B
De afstand die een auto aflegt tijdens het reageren
C
De totale afstand die een auto nodig heeft om tot stilstand te komen

Slide 1 - Quizvraag

Dat een auto niet op tijd tot stilstand kan komen, kan verschillende oorzaken hebben.
Welke omstandigheden beïnvloeden de remweg?
A
De auto heeft een zware lading aan boord
B
De autobanden hebben bijna geen profiel meer
C
De bestuurder kijkt op de kaart om de route te vinden
D
Het wegdek is glad door sneeuw

Slide 2 - Quizvraag

Dat een auto niet op tijd tot stilstand kan komen, kan verschillende oorzaken hebben.
Welke omstandigheden beïnvloeden de remweg?
A
De bestuurder probeert de ruzie van zijn kinderen achter in de auto te stoppen
B
De snelheid van de auto is hoger dan is toegestaan

Slide 3 - Quizvraag

Shanna rijdt met haar vriend achter op de scooter naar de stad. De remweg van haar scooter is onder deze omstandigheden langer dan als ze alleen op de scooter zit.
Vul de juiste woorden in.

Doordat ze haar vriend achterop heeft, is de totale massa
A
Kleiner dan normaal
B
hetzelfde als normaal
C
groter dan normaal
D
niet van invloed

Slide 4 - Quizvraag

Een vrachtwagen rijdt met een volle container naar een winkel. Daar wordt de container helemaal uitgeladen. De vrachtwagen rijdt met een lege container terug naar zijn opdrachtgever.

Hoeveel afstand kan de chauffeur op de terugweg houden tot het verkeer voor zich op de snelweg, als hij bij een noodstop toch op tijd stil wil staan?
A
Evenveel als op de heenreis
B
Meer dan op de heenreis
C
Minder dan op de heenreis

Slide 5 - Quizvraag

Een auto heeft niet onder alle omstandigheden dezelfde remweg.
Sleep de grootheden aan die de remweg beïnvloeden naar het goede vak
 








Goed
Fout
de afstand
de massa
de remkracht
de snelheid
de tijd

Slide 6 - Sleepvraag

Dat een auto niet op tijd tot stilstand kan komen, kan verschillende oorzaken hebben. Welke omstandigheden beïnvloeden de remweg? sleep de juiste antwoorden naar het goede vak.
Onjuist
Juist
De auto trekt een zwaar beladen aanhangwagen
De auto rijdt sneller dan de maximum snelheid
De autobanden hebben bijna geen profiel meer
De bestuurder voert een telefoongesprek
De Bestuurder is erg moe
Het wegdek is nat

Slide 7 - Sleepvraag

Fred zegt "als de snelheid twee keer zo groot wordt dan wordt ook de remweg twee keer zo groot". Deze uitspraak is....
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Als het sneeuwt, heeft een auto bij een snelheid van 80 km/h een remweg van 100 m.
Welke bewering over de remweg onder dezelfde omstandigheden bij 120 km/h is juist?
A
De remweg is even lang
B
De remweg is korter
C
De remweg is langer

Slide 9 - Quizvraag

Als het regent, heeft een auto bij een snelheid van 100 km/h een remweg van 100 m.
Hoe groot is de remweg onder dezelfde omstandigheden bij 120 km/h?
A
84
B
98
C
100
D
144

Slide 10 - Quizvraag

Bij droog weer heeft een auto bij een snelheid van 80 km/h een remweg van 40 m.

Hoe groot is de remweg onder dezelfde omstandigheden bij 40 km/h?
A
10
B
40
C
60
D
80

Slide 11 - Quizvraag

Een automobiliste rijdt met 80 km/h over een doorgaande weg. Ze ziet dat de vrachtauto voor haar een deel van zijn lading verliest. Ze reageert snel, maar toch duurt het even tot ze de rem intrapt. Enkele seconden later komt haar auto nog net op tijd tot stilstand.

Tussen welke twee momenten legt de auto de reactie-afstand af?
A
Tussen het intrappen van de rem en het stilstaan
B
Tussen het zien en het intrappen van de rem
C
Tussen het zien en het stilstaan

Slide 12 - Quizvraag

Een automobiliste rijdt met 80 km/h over een doorgaande weg. Ze ziet dat een vrachtauto voor haar een deel van zijn lading verliest. Ze reageert snel, maar toch duurt het even tot ze de rem intrapt. Enkele seconden later komt haar auto nog net op tijd tot stilstand.

Hoe noem je de afstand die haar auto aflegt tussen het moment dat ze de lading ziet schuiven en het moment dat ze de rem intrapt?
A
De reactie-afstand
B
De remweg
C
De stopafstand

Slide 13 - Quizvraag

Een automobilist rijdt door een straat waar kinderen spelen. Plots rent een kind de straat op. De automobilist moet remmen. De remweg van zijn auto is 11,6 m. De reactie-afstand is 9,5 m.

Bereken de stopafstand in meters van de auto.

Slide 14 - Open vraag

Het is mogelijk de afstand te berekenen die een voertuig nodig heeft om volledig tot stilstand te komen.

Kruis de formules aan waarmee je deze stopafstand kunt berekenen.
A
Stopafstand = reactie-afstand + remweg
B
Stopafstand = reactie-afstand - remweg
C
Stopafstand = remweg + reactie-afstand
D
Stopafstand = remweg - reactie-afstand

Slide 15 - Quizvraag

De stopafstand kun je berekenen met de formule:

stopafstand = reactie-afstand + remweg

De remweg kun je meestal bepalen uit een grafiek. Voor de reactieafstand kun je een formule gebruiken.

Kruis de formule aan waarmee je de reactie-afstand kunt berekenen.
A
reactie-afstand = snelheid x reactietijd
B
reactie-afstand = snelheid/reactietijd
C
reactie-afstand = reactietijd/snelheid

Slide 16 - Quizvraag

Een automobilist rijdt in de richting van een verkeerslicht. Het verkeerslicht springt op oranje. De automobilist moet remmen. De remweg van zijn auto is 23,8 m. De reactie-afstand is 15,6 m.

Bereken de stopafstand van de auto in meters.

Slide 17 - Open vraag

Een vrachtauto rijdt met een snelheid van 25 m/s over een doorgaande weg. De chauffeur moet plots remmen. De reactietijd van de chauffeur is 1,1 s. De remweg van de vrachtauto bij deze snelheid is 150 m.

Bereken de stopafstand in meters

Slide 18 - Open vraag