les 14/6: argumenatie herhalen quiz

Aan het eind van deze week:
- weet je hoe je onderscheid maakt tussen een standpunt en argument (H3)
- weet je hoe je onderscheid maakt tussen feitelijke en waarderende argumenten (H3)
- weet je hoe je argumentatie kunt weergeven in een blokjesschema (H3)
- kun je onderscheid maken tussen standpunten, argumenten, tegenargumenten en weerleggingen (H4)


1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Aan het eind van deze week:
- weet je hoe je onderscheid maakt tussen een standpunt en argument (H3)
- weet je hoe je onderscheid maakt tussen feitelijke en waarderende argumenten (H3)
- weet je hoe je argumentatie kunt weergeven in een blokjesschema (H3)
- kun je onderscheid maken tussen standpunten, argumenten, tegenargumenten en weerleggingen (H4)


Slide 1 - Tekstslide

Werkblad bespreken

Slide 2 - Tekstslide

Argument
Standpunt
Tegenargument
Weerlegging
Er moet meer geïnvesteerd worden in windenergie.
Windenergie is schoon.
Windmolens vervuilen het landschap.
Plaats de windmolens op zee.

Slide 3 - Sleepvraag

Aangezien het een oplossing voor het fileprobleem is, moet iedereen meer met de trein reizen.





tegenargument
weerlegging
Met de trein ben je veel langer onderweg.



In grote delen van Nederland heb je helemaal geen fileprobleem.

Slide 4 - Sleepvraag

Je kunt er beter niet aan deelnemen
De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. 
standpunt
feitelijk argument
waarderend argument

Slide 5 - Sleepvraag

nevenschikkende argumentatie
onderschikkende argumentatie

Slide 6 - Sleepvraag

dus lijkt het mij verstandig om scooters te verbieden.
Je loopt met een scooter een grotere kans op een ernstig ongeluk dan op een fiets
standpunt
feitelijk argument
waarderend argument

Slide 7 - Sleepvraag

Enkelvoudige argumentatie
(Onafhankelijk) nevenschikkende argumentatie
Meervoudige argumentatie
Onderschikkende argumentatie
Afhankelijk nevenschikkende argumentatie
Combinatie van nevenschikkende en onderschikkende argumentatie

Slide 8 - Sleepvraag

Deze argumentatie is ...
A
enkelvoudig
B
nevenschikkend
C
onderschikkend
D
onder- en neven- schikkend

Slide 9 - Quizvraag

tegenargument
weerlegging
Door een hond uit het asiel te halen, geef je hem een kans op een beter leven.
Asielhonden zijn soms vals en agressief. Het is dus verstandiger je hond niet uit het asiel te halen.

Slide 10 - Sleepvraag

Nevenschikkende argumentatie
Enkelvoudige argumentatie
Onderschikkende argumentatie

Slide 11 - Sleepvraag


Wat voor soort argumentatie is dit?
A
meervoudige argumentatie
B
enkelvoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
meervoudige onderschikkende argumentatie

Slide 12 - Quizvraag


Wat voor soort argumentatie is dit?
A
nevenschikkende argumentatie
B
enkelvoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
meervoudige argumentatie

Slide 13 - Quizvraag


Wat voor soort argumentatie is dit?
A
meervoudige argumentatie
B
enkelvoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
meervoudige onder-schikkende argumentatie

Slide 14 - Quizvraag

Aan de slag
Lezen hoofdstuk 4: argumentatie
Bladzijde 117
  • Opdracht 4.4, 4.5, 4.6 4.7, 4.8, 4.11, t/m 4.22 

Slide 15 - Tekstslide

Weet je nu:
- wat feitelijke en waarderende argumenten zijn? 
- wat enkelvoudige, nevenschikkende en onderschikkende argumentatie is? 
- aan welke signaalwoorden je argumenten en standpunten kunt herkennen? 
- hoe je onderscheid kunt maken tussen standpunten, argumenten, tegenargumenten en weerleggingen? 
Huiswerk: 
Lezen hoofdstuk 3: argumentatie
Bladzijde 78, 79, 80
  • Opdracht 4.4 t/m 4.12 + werkblad
Lezen hoofdstuk 4: argumentatie
Bladzijde 114
  • Opdracht 2

Slide 16 - Tekstslide