§8.3 Voedsel op aarde deel 1

   §8.3 Voedsel op aarde.
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

   §8.3 Voedsel op aarde.

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Mededelingen
  • Openingsvideo
  • Aantekening + Filmpje
  • Aan de slag
  • Quiz met prijsje

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Wat de gevolgen zijn van globalisering voor de voedselproductie.
  • Waardoor in de toekomst voedseltekorten dreigen.
  • Welke maatregelen de voedseltekorten kunnen oplossen.
  • Kenmerken ecologische voetafdruk

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Voedsel voor een week
Voedsel voor een week

Slide 5 - Tekstslide

Te grote voedselafdruk 
 Voor elke wereldbewoner is 0,9 hectare beschikbaar om voedsel te verbouwen

Voedselafdruk =  Het aantal hectare dat nodig is om voedsel te verbouwen per inwoner of per land

Die van iemand uit NL? En die van iemand uit Angola?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Te grote voedselafdruk
Er is genoeg voedsel voor iedereen op de wereld, toch heeft 1 op de 9 mensen in de wereld honger.

Hoe zou dit kunnen? Zoek dit uit met je buurman/buurvrouw en schrijf een aantal dingen op die je denkt. 
timer
3:00

Slide 8 - Tekstslide

1 op de 9 mensen in de wereld heeft honger

Slide 9 - Tekstslide

Oorzaak 1: de wereldbevolking
groeit dus meer voedsel nodig!

Slide 10 - Tekstslide

Oorzaak 2: Ongelijke voedselverdeling
De voedselafdruk van westerse landen is groter
 westerse landen halen veel eten uit het buitenland, en hebben dus meer eten en drinken

Slide 11 - Tekstslide

Oorzaak 3: Stijging welvaart
Door stijging welvaart veranderen eetgewoonten. In China en Brazilië wordt meer vlees en zuivel geconsumeerd. Er is 10 kilo graan nodig voor productie 1 kilo vlees

Dus: hoe meer vlees er wordt gegeten hoe meer grond er nodig is. En weten jullie nog voor vlees was ook veel meer water nodig. Dus een veel hogere ecologische voetafdruk door welvaartsstijging


Slide 12 - Tekstslide

Oorzaak 4:  duurzame energiebronnen
Rijke landen schakelen over op duurzame energiebronnen, want dat is goed voor 'milieu', maar niet voor de voedselproductie, want veel biobrandstoffen worden gemaakt van eetbare gewassen. Dus nog meer voedsel te korten. Hoe duurzaam is dat dan?

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Maak van §8.3 opdrachten 1 t/m 3

Slide 14 - Tekstslide

Hoe kun je de term 'ecologische voetafdruk' het beste omschrijven?
A
De ecologische voetafdruk zegt iets over hoeveel jij van de aarde gebruikt
B
De ecologische voetafdruk gaat over hoeveel ruimte jij inneemt
C
De ecologische voetafdruk heeft alleen te maken met het gebruik van het landoppervlak
D
De ecologische voetafdruk zegt iets over de bevolkingsdichtheid in een land

Slide 15 - Quizvraag

Een bevolkingsprognose is
A
een voorspelling van de groei van de bevolking
B
een overzicht van de groei van de bevolking
C
de berekende verwachte ontwikkeling van de bevolking
D
de ontwikkeling van de immigratie en emigratie in een land

Slide 16 - Quizvraag

Je ziet:
A
Vergrijzing
B
Ontgroening
C
Aftakeling
D
Verzuiling

Slide 17 - Quizvraag

Voedselcrisis =
A
ruzie over voedsel
B
teveel aan voedsel en dalende prijzen
C
allemaal fout
D
tekorten aan voedsel en stijgende prijzen

Slide 18 - Quizvraag

Duurzame energiebronnen zijn energiebronnen die nooit opraken.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 19 - Quizvraag

In welke fase van het demografisch transitie model zit dit land in 2016?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 20 - Quizvraag

Bekijk de leeftijdsdiagram van dit land. Welke ontwikkeling zie je?
A
Land in ontwikkeling; veel geboorten, minder sterfgevallen
B
Een ontwikkeld land; minder/weinig geboorten, veel sterfgevallen
C
Ontwikkelingsland; veel geboorten, veel sterfte

Slide 21 - Quizvraag

Wat is niet een onderdeel van de ecologische voetafdruk?
A
voedsel
B
afval
C
energie
D
inkomen

Slide 22 - Quizvraag

Waarom is leven op aarde niet mogelijk zonder broeikaseffect?

Slide 23 - Open vraag

Hoe komt het dat fossiele brandstoffen opraken?
A
Het duurt miljoenen jaren om te maken
B
Het is veel te duur
C
We kunnen ze niet meer vinden
D
Ze zijn veel te ouderwets

Slide 24 - Quizvraag

In welke landen hebben de grootste voetafdruk?
A
Westerse landen
B
Ontwikkelingslanden
C
Aziatische landen
D
Zuid-Amerikaanse landen

Slide 25 - Quizvraag

Waardoor is het vruchtbaarheidscijfer afgenomen
A
vrouwen zijn minder vruchtbaar
B
mannen zijn minder vruchtbaar
C
vrouwen krijgen eerder kinderen
D
vrouwen krijgen later kinderen

Slide 26 - Quizvraag

Een land waar vergrijzing hoog is zit in fase 5 van het demografisch transitiemodel
A
Goed
B
Fout

Slide 27 - Quizvraag

Landen met een hoge vruchtbaarheidscijfer hebben een piramide als beolkingsdiagram
A
goed
B
fout

Slide 28 - Quizvraag

Waar is de gemiddelde bevolkingsgroei het hoogst?
A
Australië
B
Azië
C
Zuid-Amerika
D
Afrika

Slide 29 - Quizvraag

Het verbouwen van de ingredienten voor bijvoorbeeld chocopasta kost                                           En het transport ervan kost                        . 

Op deze manier kun je van                                uitrekenen hoeveel ruimte daarvoor nodig is. Deze berekening heet de                                        voetafdruk. 

Als we de ruimte eerlijk over alle mensen zouden verdelen, heeft elke bewoner                         hectare beschikbaar. Het probleem is dat we nu per mens                            hecatare gebruiken! 

De aarde is te                       voor alle mensen die erop wonen.


Sleep de woorden naar de juiste plek
klein
2,8
1,7
Ecologische
producten
energie
ruimte

Slide 30 - Sleepvraag

Herhaling Sleep elke afbeelding naar het begrip waar het bij hoort.
Broeikaseffect (algemeen)
Natuurlijk broeikaseffect
Versterkt broeikaseffect

Slide 31 - Sleepvraag

meer verdamping
toeneming van het broeikaseffect
meer waterdamp in de atmosfeer

Slide 32 - Sleepvraag

Natuurlijk broeikaseffect
Versterkt broeikaseffect
Te veel 
CO2
Kortgolvige lichtstralen
Langgolvige lichtstralen
2 graden warmer
Klimaatverandering
Zonder dit is het -18 graden op aarde
Zeespiegelstijging
Natuurlijke verwarming
De zon als motor
De mens als motor

Slide 33 - Sleepvraag

De wereldbevolking neemt toe. Maar dit gaat steeds minder snel.

Gaat het hier over relatieve groei of absolute groei? En waaraan zie je dat?
A
relatieve groei, je kunt de bevolkingsgroei aflezen in miljoenen.
B
relatieve groei, je kunt de bevolkingsgroei aflezen in percentages.
C
absolute groei, je kunt de bevolkingsgroei aflezen in miljoenen.
D
absolute groei, je kunt de bevolkingsgroei aflezen in percentages.

Slide 34 - Quizvraag

Op welke plek in het demografisch transitiemodel horen deze bevolkingspiramides

Slide 35 - Sleepvraag

Wat zijn 3 gevolgen van meer voedsel produceren?
A
regenwoud kappen, vervoeren van voedsel , meer plastic afval
B
Meer overstromingen, meer neerslag, minder ijskappen
C
regenwoud kappen, minder dieren, minder plastic afval

Slide 36 - Quizvraag