Doorstroom: repetitie over 11.4, 11.6 en hoofdstuk 12
Afbuigers: take-away opdracht (zie studiewijzer)
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
H12: Erfelijkheid en evolutie
Doorstroom: repetitie over 11.4, 11.6 en hoofdstuk 12
Afbuigers: take-away opdracht (zie studiewijzer)
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Een heleboel oefenvragen..
Deze informatie heb je nodig om complexere vraagstukken te kunnen beantwoorden.
Daarna: werken aan het huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
Homozygoot / heterozygoot
Allelen voor haarkleur: welke is homozygoot en welke heterozygoot?
Zwart haar
Zwart haar
Blond haar
Slide 3 - Tekstslide
Genotypen noteren
Zwart haar is dominant dus... hoofdletter.
Zwart haar
Zwart haar
Blond haar
Slide 4 - Tekstslide
Hoe noteer je genotypen?
Stel we werken even met de letter A hoe noem je..
AA = homozygoot dominant
Aa = ......?
aa = .......?
Slide 5 - Tekstslide
Welke kleur ogen hebben deze personen?
Slide 6 - Tekstslide
Twee uitspraken:
Dave zegt: De informatie van een genenpaar is altijd gelijk Jarco zegt: De geslachtscellen van een vrouw hebben allemaal hetzelfde genotype
Wie heeft/hebben er gelijk?
A
Dave
B
Jarco
C
Allebei gelijk
D
Allebei ongelijk
Slide 7 - Quizvraag
Vanaf welk moment komt je genotype tot stand?
A
Vanaf de geboorte
B
Vanaf de bevruchting
C
Komt nooit tot stand want het kan veranderen.
D
Vanaf je puberteit.
Slide 8 - Quizvraag
Katharina zegt: De eicel bepaalt het geslacht bij de bevruchting Marnix zegt: De chrosomen van een man bestaan uit 22 paar gelijk chromsomen en 1 paar ongelijke chromosomen
Wie heeft gelijk?
A
Katharina
B
Marnix
C
Beiden gelijk
D
Beiden ongelijk
Slide 9 - Quizvraag
Twee uitspraken:
Merle zegt: Op elk chromosoom ligt 1 gen Werner zegt: Chromosomen komen in lichaamscellen in paren voor
Wie heeft gelijk?
A
Merle
B
Werner
C
Beiden gelijk
D
Beiden ongelijk
Slide 10 - Quizvraag
De stuifmeelkorrel van een tomaat bevat 24 chromosomen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Mathilde laat een permanentje zetten bij de kapper. Verandert hierdoor haar genotype en haar fenotype?
A
Genotype: wel
Fenotype: wel
B
Genotype: wel
Fenotype: niet
C
Genotype: niet
Fenotype: niet
D
Genotype: niet
Fenotype: wel
Slide 12 - Quizvraag
Alle zaadcellen bevatten hetzelfde geslachtschromosoom
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Op een chromosoom van een zaadcel ligt de informatie die de oogkleur bepaald. In welke van onderstaande weefsel zullen we later bij het kind dit gen aantreffen?
A
Cellen van de iris
B
Cellen van het vaatvlies
C
Darmcellen
D
Huidcellen
Slide 14 - Quizvraag
Celdifferentiatie
De vorm en grootte van de cel verschilt.
Celspecialisatie
De functies verschillen.
Genen kunnen aan of uit staan, afhankelijk van de functie van de cel.
Alle cellen bevatten dezelfde erfelijke informatie maar;
Slide 15 - Tekstslide
Bij een kikker bevatten bepaalde cellen per kern in totaal 13 chromosomen.
Zijn deze cellen geslachtscellen of lichaamscellen?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen
C
Dat kun je niet weten
Slide 16 - Quizvraag
Tweelingen
Fons zegt: Tweeeiige tweelingen hebben allebei hetzelfde genotype Maarten zegt: Eeneiige tweelingen hebben allebei hetzelfde fenotype
A
Fons heeft gelijk
B
Maarten heeft gelijk
C
Beiden hebben gelijk
D
Beiden hebben ongelijk
Slide 17 - Quizvraag
Huiswerk
Maak de opdrachten uit de studiewijzer van paragraaf 12.1
Maak de opdracht bij magister opdrachten over de studievaardigheden. (hier ben je een half uur mee bezig)