Stel deze winkel verkoopt voor 200.000 euro sportartikelen per bank, de inkoopprijs hiervan was 140.000 euro. Daarnaast koopt de eigenaar voor 50.000 euro sportartikelen per bank. de winkel schaft tevens een nieuwekassa aan voor 1.500 euro. Deze wordt per bank voldaan.
B. Stel de nieuwe balans op
C. Hoeveel winst heeft dit bedrijf gemaakt?
Slide 20 - Tekstslide
Moet een balans in evenwicht zijn?
A
Ja
B
Nee
Slide 21 - Quizvraag
Wat zijn liquide middelen?
A
Bank en kas
B
Debiteuren, bank en kas
C
Crediteuren, hypotheek en voorraad
D
Voorraad , bank en kas
Slide 22 - Quizvraag
Onder welke balanspost zetten we de debiteuren
A
Vaste activa
B
Eigen Vermogen
C
Liquide middelen
D
Vlottende activa
Slide 23 - Quizvraag
Hoe noemen we de rechterzijde van de balans ?
A
Liquide middelen
B
Credit
C
Debet
D
Activa
Slide 24 - Quizvraag
Digitale camera's in het magazijn van de Media Markt in Nederland
A
Vlottende activa
B
Vaste activa
Slide 25 - Quizvraag
De tankauto's van Shell die de benzine naar de benzinestations brengen
A
vaste activa
B
vlottende activa
Slide 26 - Quizvraag
Aan de slag
Paragraaf 5.1 en de rekenopgave
Succes!
In de domeinles deze week: Tussentoets paragraaf 4.1 en 4.3 via Woots!