8-12-2012

Heute
  • Wiederholung
  • Das Verb möchten
  • An die Arbeit 
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Heute
  • Wiederholung
  • Das Verb möchten
  • An die Arbeit 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is 17 in het Duits
A
siebenzehn
B
siebzehn
C
siebenzig
D
siebzig

Slide 2 - Quizvraag

Wat is wie in het Duits?
A
wer
B
wie
C
was
D
wo

Slide 3 - Quizvraag

Wat is waarheen in het Duits?
A
wo
B
woher
C
wohin
D
warhin

Slide 4 - Quizvraag

Hoe zeg je: jij bent in het Duits?

Slide 5 - Open vraag

Hoe zeg je: hij heeft in het Duits?

Slide 6 - Open vraag

Das Verb möchten
möchten = zou willen -> samen met gern gebruik je het om iets te bestellen.

bijvoorbeeld: 
  • Ich möchte gern eine Cola. - Ik zou graag een cola willen
  • Möchtest du was Essen? - Wil jij wat eten?

Slide 7 - Tekstslide

Das Verb möchten

ich möchte
du möchtest
er/sie/es möchte
wir möchten
ihr möchtet
sie/Sie möchten

Bij de volgende 5 slides ga je dit oefenen. Daarna komen ook de werkwoorden en de vraagwoorden van de vorige periode erbij.

Slide 8 - Tekstslide

___________ du eine Cola?
A
möchte
B
möchtest
C
möchtet
D
möchten

Slide 9 - Quizvraag

Er ___________ einen Schnitzel.
A
möchte
B
möchtest
C
möchtet
D
möchten

Slide 10 - Quizvraag

Frau Müller, __________ Sie einen Kaffee?
A
möchte
B
möchtest
C
möchtet
D
möchten

Slide 11 - Quizvraag

Ich __________ nie wieder einen Test.
A
möchte
B
möchtest
C
möchtet
D
möchten

Slide 12 - Quizvraag

Wir __________ nächstes Jahr nach Griechenland fahren.
A
möchte
B
möchtest
C
möchten
D
möchte

Slide 13 - Quizvraag

Ich ________ Hunger
A
hast
B
habt
C
habe
D
haben

Slide 14 - Quizvraag

Wir __________ in Spanien.
A
bin
B
bist
C
ist
D
sind

Slide 15 - Quizvraag

Janice __________ eine hohe Stimme.
A
habe
B
hast
C
hat
D
habt

Slide 16 - Quizvraag

Das Auto _________ gelb
A
bin
B
bist
C
ist
D
seid

Slide 17 - Quizvraag

Jan und Julia ___________ Durst
A
habe
B
hast
C
hat
D
haben

Slide 18 - Quizvraag

Anna _________ zu spät.
A
bin
B
ist
C
sind
D
seid

Slide 19 - Quizvraag

Johnny und ich _______ in der Stadt
A
bin
B
ist
C
sind
D
seid

Slide 20 - Quizvraag

Meine Tante ________ Fußball gespielt
A
habe
B
hat
C
habt
D
haben

Slide 21 - Quizvraag

Mein Vater ________ einen neuen Job.
A
habe
B
hast
C
hat
D
habt

Slide 22 - Quizvraag

_______ machst du morgen?
A
wer
B
was
C
wann
D
warum

Slide 23 - Quizvraag

_________ kommst du nicht?
A
wann
B
wie
C
warum
D
wohin

Slide 24 - Quizvraag

_________ Farbe magst du mehr? Rot oder gelb
A
welche
B
warum
C
wie
D
wer

Slide 25 - Quizvraag

Hoe vraag je wat iemand wil drinken in het Duits?

Slide 26 - Open vraag

Hoe zeg je dat jij een cola wilt?

Slide 27 - Open vraag

Hoe zeg je dat jij honger hebt?

Slide 28 - Open vraag

Hoe vraag je waar de auto is

Slide 29 - Open vraag

Hoe vraag je wanneer Anton komt

Slide 30 - Open vraag

Hoe vraag je waar iemand woont?

Slide 31 - Open vraag

Hoe vraag je hoe oud iemand is?

Slide 32 - Open vraag

Hausaufgaben
Kijk zelf naar het Duitse jeugdjournaal. Vat elk onderdeel kort samen:
Over wie gaat het?
Waar speelt het zich af?
Waarom is het nieuws?
Wat gebeurt er?
https://www.zdf.de/kinder/logo

Slide 33 - Tekstslide