Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Woordenschat H3
Woorden H 3 les 2
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Woorden H 3 les 2
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen:
- Je snapt wat figuurlijk taalgebruik is
- Je snapt het verschil tussen spreekwoorden en uitdrukkingen
- oefenen met 20 nieuwe woorden in dit hoofdstuk
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Deze les:
- Afmaken Woorden h3 de opdrachten 11,16,17,20
- Maken Test jezelf woorden online
- Oefenen met de woordtrainer
Slide 13 - Tekstslide
figuurlijk taalgebruik:
spreekwoorden en uitdrukkingen
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Aan de slag
Je maakt nu een keuze.
Je kan werken uit jouw boek blz. 102 t/m 107
Je kan werken op jouw Chromebook --> SOM --> NN H3 Woordenschat
Slide 16 - Tekstslide
Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 17 - Quizvraag
Welke zin is figuurlijk taalgebruik?
A
Dat is een goed middel voor je zieke paard.
B
Dat is een paardenmiddel voor die kwaal.
Slide 18 - Quizvraag
Welke zin is figuurlijk taalgebruik?
A
Mijn moeder eet graag kip.
B
Mijn moeder is kippig.
Slide 19 - Quizvraag
Welke zin is figuurlijk taalgebruik?
A
Mijn broer is een beer van een kerel.
B
In het bos is een beer gespot.
Slide 20 - Quizvraag
Uitdrukkingen zijn figuurlijk taalgebruik.
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Welke zin is figuurlijk taalgebruik?
A
Er kwam geen kip in de winkel.
B
De winkel verkocht geen kip meer.
Slide 22 - Quizvraag
Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
'Ze kookt van woede.'
A
Figuurlijk taalgebruik
B
Letterlijk taalgebruik
Slide 23 - Quizvraag
Welke zin is figuurlijk taalgebruik?
A
Veronique draagt een gouden ring.
B
Hij scoorde ringloos in de basket.
C
Door hem ben ik nu de sigaar.
D
Hij rookte stiekem een sigaar.
Slide 24 - Quizvraag
Wat is geen voorbeeld van figuurlijk taalgebruik
A
Het zag zwart van de mensen
B
Ik vond het maar een mager cijfer
C
Mijn moeder zegt dat ik dat niet moet doen
D
Dat is niet iets om over naar huis te schrijven
Slide 25 - Quizvraag
Welke zin is figuurlijk taalgebruik?
A
Zij is op het paard getild.
B
Zij is over het paard getild.
Slide 26 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Woordenschat H3
November 2023
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Deviant Starttaal Vooraf Op weg naar 1F Thema 1 Hoofdstuk 1
September 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Week 38 Ne 3B/K H3 Woordenschat les 2
Februari 2024
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
H3 HH Lezen, uitleg H3 WS Figuurlijk Taalgebruik
Maart 2022
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
3M Woordenschat (3)
November 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
3M Woordenschat (2)
Februari 2023
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
H3 Woordenschat een Taalverzorging
Februari 2024
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
figuurlijk taalgebruik 3K en 3B
Januari 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3