Toch heb ik weer ja gezegd. Terwijl ik mezelf nog zo had voorgehouden dat ik het niet moest doen. Nu moet ik weer langer op school blijven. Heb ik weer die drukke werkplek. Besteed ik toch weer te veel tijd aan dingen die me echt geen plezier geven. Zit ik toch weer naast een klasgenoten die veel te veel praat, waardoor ik me niet kan concentreren. Zeg ik niet die afspraak af, terwijl ik al overprikkeld ben.