Onvoorzien en crisis; les 8

Onvoorzien en crisis; les 8
Wetgeving en protocollen
Sociale problematiek
Risicosignalering
Coronacrisis en IC
Ken jezelf in crisissituaties
Incidenten melden
Conflicthantering
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Onvoorzien en crisis; les 8
Wetgeving en protocollen
Sociale problematiek
Risicosignalering
Coronacrisis en IC
Ken jezelf in crisissituaties
Incidenten melden
Conflicthantering

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling!
Hoeveel soorten onvrijwillige zorg kennen we?
A
5
B
7
C
9
D
11

Slide 2 - Quizvraag

soorten onvrijwillige zorg
            Het toedienen van vocht, voeding en medicatie aan de zorgvrager. Hieronder vallen ook medische controles en medische handelingen.
            Het beperken van de bewegingsvrijheid van de zorgvrager.
            Het insluiten van een zorgvrager. Hiermee wordt bedoeld dat je een zorgvrager afzondert van anderen door hem of haar bijvoorbeeld in een eigen kamer op de sluiten. Dit noemen we ook wel separeren.
            Het toezicht houden op de zorgvrager.
            Het onderzoeken van het lichaam of de kleding van de zorgvrager.
            Het doorzoeken van het huis of de verblijfsruimte van de zorgvrager om te kijken of hij of zij verboden middelen of gevaarlijke voorwerpen verstopt.
            Het controleren of de zorgvrager verboden middelen bij zich heeft.
            Het beperken van de vrijheid van de zorgvrager om zijn of haar eigen leven in te richten.
            Het beperken van het bezoek dat de zorgvrager ontvangt.

Slide 3 - Tekstslide

Welke wet was de voorloper van de wet WZD?
A
BOPZ
B
WLZ
C
WGBO
D
KWZ

Slide 4 - Quizvraag

Stap één en twee in de WZD; dus opzetten verpleegplan en eerste verlening duurt maximaal:
A
3 maanden
B
6 maanden
C
9 maanden
D
12 maanden

Slide 5 - Quizvraag

Gedrag is altijd bewust
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Gedrag ontstaat uit:
A
Waarneembaar gedrag
B
Onwaarneembaar gedrag
C
Bewuste- en onbewuste handelingen
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 7 - Quizvraag

Huiselijk geweld is er in ... vormen:
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Over naar de lesstof...
Patiëntveiligheid;
  • Eén van de belangrijkste onderwerpen binnen de gezondheidszorg
  • Definitie:
  • "het (nagenoeg) ontbreken van (de kans op) lichamelijke of psychische schade die ontstaan is door een tekortkoming van het zorgsysteem of het niet volgens de professionele standaard handelen van de zorgverlener."

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer spreek je dan van zorggerelateerde schade?

Slide 11 - Woordweb

Zorggerelateerde schade
  • Als er toch onbedoelde uitkomsten optreden die veroorzaakt zijn door de zorg.
  • Deze schade wordt niet veroorzaakt door de onderliggende ziekte of aandoening.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen (potentieel) vermijdbare schade en niet-vermijdbare schade?

Slide 13 - Woordweb

Vermijdbaar en niet vermijdbaar
Van potentieel vermijdbare schade is sprake als de onbedoelde uitkomsten een gevolg zijn van het niet volgen van de professionele standaard of tekortkomingen in de organisatie van de zorg.

  • Bij niet-vermijdbare schade is er, ondanks het volgen van de professionele standaard en zonder specifieke tekortkomingen, toch schade opgetreden.
  • Van vermijdbare schade is bijvoorbeeld sprake wanneer het verkeerde medicijn wordt toegediend.
  • Een voorbeeld van niet vermijdbare schade: wanneer een patiënt een eerste allergische reactie krijgt op een antibioticum.

Slide 14 - Tekstslide

Professionele standaard
Om de patiëntveiligheid te bevorderen dient er te worden gehandeld volgens ‘de professionele standaard’.
  • De professionele standaard beschrijft wat in een bepaalde situatie de beste manier van handelen is. 
  • De standaard is gebaseerd op recente inzichten en wetenschappelijk onderbouwde inzichten die zijn vastgelegd in richtlijnen en protocollen, maar beschrijft ook wat van een redelijk ervaren en bekwame zorgprofessional verwacht mag worden in een vergelijkbare situatie

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel keer meer mensen overlijden er in de ziekenhuizen aan vermijdbare schade dan aan verkeersongevallen?
A
Hetzelfde aantal
B
2 keer zoveel
C
3 keer zoveel
D
4 keer zoveel

Slide 16 - Quizvraag

Getallen...
Om een indicatie te geven van de patiëntveiligheid in Nederlandse ziekenhuizen kan een vergelijking gemaakt worden met de verkeersveiligheid in Nederland.

  • In het jaar 2009 vielen er in Nederland 720 verkeersdoden.
  • Door potentieel vermijdbare schade in Nederlandse ziekenhuizen zijn er in het jaar 2008 maar liefst 2960 patiënten overleden.
  • Er zijn dus ongeveer vier keer zo veel (mogelijk) te vermijden doden in het ziekenhuis dan sterftegevallen in het verkeer.

Slide 17 - Tekstslide

Een incident
De definitie van een incident luidt:
“Een onbedoelde gebeurtenis tijdens het zorgproces die tot schade aan de patiënt heeft geleid, had kunnen leiden of zou kunnen gaan leiden”.
Potentiële schade geldt ook als incident!

Slide 18 - Tekstslide

Classificeren incidenten
• Fataal incident: overlijden van de patiënt ten gevolge van het incident;
• Zeer ernstig incident: blijvende gevolgen voor de patiënt (bijvoorbeeld: het afzetten van het verkeerde been of lichamelijke/geestelijke invaliditeit. Littekens vallen niet onder blijvende gevolgen, verminking wel);
• Ernstig incident: tijdelijke gevolgen voor de patiënt (bijvoorbeeld: een gebroken arm, te hoge medicatiedosis, een aanzienlijke verlenging van de opname);
• Minder ernstig incident: beïnvloedt de patiënt en/of behandelstappen (bijvoorbeeld: patiënt schrikt van incident en wordt boos. Dit zou het zorgproces kunnen vertragen, zodat de opnameduur langer is);
• Bijna-incident: geen gevolgen voor de patiënt of volgende behandelstappen. Dit geldt alleen voor de lichamelijke gevolgen.


Slide 19 - Tekstslide

Complicaties en calamiteit
  • Men spreekt van een complicatie als er sprake is van een onbedoelde en ongewenste uitkomst tijdens of na het (niet) handelen van een hulpverlener waardoor een medische behandeling aangepast moet worden voor het welzijn van de patiënt, of er is onherstelbare schade is opgetreden;
  • Een onverwachte gebeurtenis in de gezondheidszorg die leidt tot de dood of ernstige schade, die optreedt bij een (para)medische, verpleegkundige of verzorgende handeling of bij toepassing van een apparaat waarbij er gebreken zijn opgetreden, noemt men een calamiteit;

Slide 20 - Tekstslide

Fout en near-miss
  • Bij een fout wordt een geplande actie niet uitgevoerd of wordt er een verkeerd plan uitgevoerd om het beoogde doel te bereiken. Een fout is per definitie vermijdbaar;
  • Bij een near miss is er sprake van een onbedoelde gebeurtenis waarbij er geen schade is opgetreden voor de patiënt.

Slide 21 - Tekstslide

Oorzaken incidenten
  • Zowel in de luchtvaart als de chemische industrie worden incidenten volgens een vaste procedure gemeld en geanalyseerd. 
  • Dat is belangrijk omdat een incident niet voortkomt uit slechts één oorzaak of fout. 
  • Een hele reeks gebeurtenissen gaat hieraan vooraf.


Slide 22 - Tekstslide

 Patiëntveiligheidsprogramma
  • In 2007 werd het patiëntveiligheidsprogramma “Voorkom schade, werk veilig” opgezet en vanaf 1 januari 2008 werd het in gebruik genomen. 
  • De inzet van dit veiligheidsmanagement-systeem (VMS) had als doel om de patiëntveiligheid te verbeteren en patiëntensterfte en vermijdbare schade te reduceren.


Slide 23 - Tekstslide

Tien thema's
1.    Medicatieverificatie
2.    High risk medicatie
3.    Vitaal bedreigde patiënt
4.    Kwetsbare ouderen
5.    Verwisseling van en bij patiënten
6.    Nierinsufficiëntie
7.    Pijn
8.    Sepsis
9.    Voorkomen van wondinfecties na operatie
10.    Optimale zorg bij acute coronaire syndromen

Slide 24 - Tekstslide

Extra aandacht:
Ook zijn er door zorgverleners, zorgverzekeraars en de overheid drie speerpunten gekozen die tussen 2015 en 2017 extra aandacht krijgen om de patiëntveiligheid te bevorderen. Dat zijn:
  • Infectiepreventie en antibioticaresistentie;
  • Medicatieveiligheid;
  • Veilige toepassing van medische technologie.


Slide 25 - Tekstslide

Certificering en accreditatie
  • Bij certificatie beoordeelt een onafhankelijke certificatie-instelling of het kwaliteitssysteem van een zorginstelling (zoals een ziekenhuis) voldoet aan de door hen vooraf gestelde normen. Als aan de gestelde eisen wordt voldaan, dan is de organisatie gecertificeerd
  • Accreditatie wordt door een zorginstelling aangevraagd. Hierbij komt er geen onafhankelijke certificatie-instelling langs, maar komen er vakgenoten uit het desbetreffende discipline langs. Zij kijken of de zorginstelling voldoet aan de vooraf gestelde kwaliteitsnormen van het Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg (NIAZ).

Slide 26 - Tekstslide

VIM
Om de zorg zo veilig mogelijk te maken, moet er melding gemaakt worden als er iets niet goed gaat.
Leren van de fouten die er gemaakt worden is immers de beste manier om de zorg te verbeteren.

Kernfactoren:
  • Analyseren van een groot aantal incidenten;
  • Basisoorzaken opsporen;
  • Inzicht krijgen in aanwezige risico’s;
  • Nieuwe veiligheidsmaatregelen invoeren of het verbeteren van veiligheidsmaatregelen.


Slide 27 - Tekstslide

Ik meld incidenten of fouten op het werk
Nooit
Soms
Vaak
Altijd

Slide 28 - Poll

Voorwaarden
  • VIM bestaat uit een meldsysteem, een methode om meldingen te analyseren en het inzetten van maatregelen om incidenten in de toekomst te voorkomen.
  • Het is belangrijk om zowel incidenten als bijna-incidenten te melden. Daarbij moet worden uitgezocht waarom een (bijna-)incident op heeft kunnen treden.
  • Alleen door het achterhalen van de oorzaken kunnen maatregelen getroffen worden en kan de kwaliteit van de zorg verbeterd worden.
  • Het is echter wel belangrijk om ervoor te zorgen dat er meldingen worden gedaan.

Slide 29 - Tekstslide

Een melding doen
  • Volgens de NTA moet bij de melding van een incident minimaal de volgende informatie verkregen worden:
  • De datum
  • Het tijdstip
  • De locatie van het (potentiële) incident
  • De toedracht en de mogelijke oorzaken
  • De (potentiële) gevolgen voor de patiënt
  • De classificatie van de ernst van het (potentiële) letsel
  • Een korte omschrijving van het incident en de maatregelen die genomen zijn

Slide 30 - Tekstslide

Rapportagematrix
  1. Fataal incident of een zeer ernstig incident: De betrokken zorgverlener brengt de raad van bestuur binnen acht uur op de hoogte van het incident en rapporteert de gegevens van dit incident zo snel mogelijk aan de raad van bestuur en het management.
  2. Ernstig incident: De betrokken zorgverlener brengt de raad van bestuur binnen acht uur op de hoogte van het incident en rapporteert de gegevens van dit incident zo snel mogelijk aan de raad van bestuur en het management.
  3. Minder ernstig incident: Het management rapporteert de gegevens van deze incidenten per kwartaal aan de raad van bestuur.
  4. Bijna-incident: Het management rapporteert de gegevens van deze incidenten per kwartaal aan de raad van bestuur.

Slide 31 - Tekstslide

Risicomatrix
Bij een incident van grote betekenis moet een analyse naar de basisoorzaken van het incident plaatsvinden.
Als het incident slechts een kleine betekenis heeft, dan volstaat vaak trendbewaking. Dat betekent dat men in de gaten houdt hoe vaak een vergelijkbaar incident voorkomt.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Veilig melden
  • Als een incident is opgetreden, is het heel verleidelijk om een persoon aan te wijzen die verantwoordelijk zou zijn voor het optreden van het incident.
Dit noemen we ook wel ‘blaming’. In een gezond veiligheids-managementsysteem dient blaming te worden vermeden.
=> Het zou ertoe kunnen leiden dat mensen niet voor hun fouten durven uit te komen (en dus niet durven te melden) omdat zij bang zijn voor de consequenties.

Slide 34 - Tekstslide

Veilige cultuur
= scheiding tussen sancties en melden.
• Informatie uit het meldsysteem wordt niet gebruikt bij het bepalen van een sanctie in het geval van een incident;
• Zodra de meldingscommissie voldoende is geïnformeerd, worden gegevens die kunnen leiden tot identificatie van melder of patiënt gewist;
• Informatie uit het meldsysteem wordt nooit aan derden verstrekt, tenzij dit wettelijk verplicht is of door een rechter wordt opgelegd.

Slide 35 - Tekstslide

Incidenten analyses
AFDELINGSNIVEAU
PRISMA = Prevention and Recovery Information System for Monitoring and Analysis; op zoek naar de basis-oorzaak.

SIRE = Systematische Incident Reconstructie   ; op een systematische manier na gaan wat het incident precies inhoudt, en nog belangrijker, om na te gaan waarom het incident heeft plaats gevonden.

  • DAM = Decentrale Analyse Methode; combinatie PRISMA en SIRE. Middels een oorzakenboom

EINDHOVEN CLASSIFICATIE/ ECM; onderverdeling in technische, organisatorische en menselijke basisoorzaken.

TRENDS = na analyse kan er gekeken worden of er sprake is van een trend.

Slide 36 - Tekstslide

Samenvatting; tips
Houdt bij het opmerken van een incident rekening met de volgende uitgangspunten:
  • fouten zijn onderdeel van elk beroep;
  • stimuleer een open en duidelijke communicatie;
  • vermijd persoonlijke beschuldigingen (“blaming” cultuur).
  • Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz)
  • De wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) is in werking getreden vanaf 1 januari 2016. Deze wet zorgt ervoor dat alle zorgaanbieders een systeem moeten invoeren voor het veilig melden van incidenten. Dit moet er voor zorgen dat patiënten kunnen vertrouwen op goede zorg en een goede, snelle en laagdrempelige afhandeling van klachten en geschillen. Hiermee wordt de rol van de patiënt vergroot in de reductie van incidenten.

Slide 37 - Tekstslide

15 minuten pauze

Slide 38 - Tekstslide

Opdracht in 30 minuten
Jullie krijgen een groepsopdracht in viertallen, met diverse meldingen binnen een VIM systeem.
Aan de hand van de risicomatrix classificeren jullie deze als zeer ernstig, ernstig, dringend, neutraal, niet dringend en verwaarloosbaar.
Maak een beschrijving aan de hand van welke overwegingen je classificeert en waarom. 
Dit deel je aan het eind van de les met de groep, waarna je een antwoordmodel krijgt

Slide 39 - Tekstslide

Groep 1:
    Nourhan
    Anna
    Dani

Groep 2:
    Saloua
    Lisa
    Nuha

Groep 3:
    Firdaouss
    Yasmine
    Fenna




Groep 4:
    Isabella
    Lisan
    Rama

Groep 5:
    Floor
    Hadil
    Annabel

Groep 6:
    Anouk
    Jaidy
    Elvie

Slide 40 - Tekstslide