05-06-2024

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning
* Lezen / opdracht werken  
* Boekpromotie
* Dictee
* Cursus spelling afronden
* Aan de slag
* Kahoot
* Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Lezen in leesboek
Of: werken aan de boekenvlog (zie Studiewijzer). Deze moet 12 juni worden ingeleverd! 
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Boekenvlog
Wat moet je ook alweer doen?
Wat viel je op aan de boekpromotie?
Wat zou jij ook kunnen doen?
Wat zou je willen veranderen? 

Slide 4 - Tekstslide

BOEKPROMOTIE!
Examendeal: wat zegt de titel je?

Stukje voorlezen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Dictee

* schoolmaaltijden
* armoede-organisaties
* jam
* schoolbeleid
* concentreren

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Zo schrijf je de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt):



ik of jij erachter
ik-vorm 
ik word, vind jij
enkelvoud: jij/hij/zij/het
ik-vorm + t
jij wordt, zij vindt
meervoud:
wij/zij/jullie
hele werkwoord
wij vinden, jullie worden 

Slide 9 - Tekstslide

Persoonsvorm verleden tijd

Slide 10 - Tekstslide


Mohammed .............................. morgen naar een nieuw huis.




Sjaan heeft haar moeder gisteren ..............................
Tip!
Persoonsvorm Tegenwoordige Tijd
Tip!
Voltooid Deelwoord
verhuist
verhuisd

Slide 11 - Sleepvraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Persoonsvorm verleden tijd
Voltooid deelwoord
Hele werkwoord

werkte


gebeurd

gebeurt

appen

werkt

verwaarloosd

waren

leerden

herhaald

herhaalt

verkennen

Slide 12 - Sleepvraag

Wat is de persoonsvorm verleden tijd van 'triggeren'?
A
triggerte
B
getriggert
C
triggerde
D
triggert

Slide 13 - Quizvraag

infinitief
voltooid deelwoord
bijvoeglijk naamwoord
mesten
Het veld is gemest.
Het gemeste veld
huren
het huis is gehuurd.
het gehuurde huis
doden
het dier is gedood.
het gedode dier
redden
Het hert is gered.
Het geredde hert
lopen
De route is gelopen
De gelopen route
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 14 - Tekstslide

Een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord:
A
Schrijf je zo kort mogelijk.
B
Schrijf je bij sterke en zwakke werkwoorden hetzelfde.
C
Er mag een uitspraakprobleem ontstaan.

Slide 15 - Quizvraag

De (besteden, voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord) tijd
A
besteedde
B
besteede
C
bestede

Slide 16 - Quizvraag

Huiswerk
Spelling cursus 7: 
§14 mixopdrachten

Dinsdag so! Zorg dat je van cursus 7: spelling, §9 t/m §14 hebt afgemaakt! Anders werk je in de pauze door!









timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link