Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Engelse werkwoorden
Spullen op tafel en tas tegen de muur!
Spellen bij Nederlands ;-)
timer
5:00
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Spullen op tafel en tas tegen de muur!
Spellen bij Nederlands ;-)
timer
5:00
Slide 1 - Tekstslide
Spelling: Engelse werkwoorden
Leerdoel:
Je weet hoe je Engelse werkwoorden in het Nederlands op de juiste manier spelt:
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Samengevat
Als wij Engelse werkwoorden in onze taal gebruiken, vervoeg je die op dezelfde manier als Nederlandse werkwoorden.
Infinitief
tt
vt
vd
downloaden
ik download
jij download
t
ik /jij download
de
wij download
den
gedownloa
d
faxen
ik fax
jij fax
t
ik/jij fax
te
wij fax
t
en
gefax
t
triggeren
ik trigger
jij trigger
t
ik/jij trigger
de
wij trigger
den
getrigger
d
Slide 4 - Tekstslide
Samengevat
Werkwoorden als saven, daten en deleten behouden hun -e in de stam.
Infinitief
tt
vt
vd
saven
ik save
jij save
t
ik /jij save
de
wij save
den
gesave
d
daten
ik daten
jij date
t
ik/jij date
te
wij date
t
en
gedate
t
deleten
ik delete
jij delete
t
ik/jij delete
te
wij delete
ten
gedelete
t
Slide 5 - Tekstslide
Samengevat
Werkwoorden met een dubbele medeklinker ‘vernederlandsen’ we vaak, tenzij dat de uitspraak beïnvloedt.
Infinitief
tt
vt
vd
crossen
ik cros
jij cros
t
ik /jij cros
te
wij cros
ten
gecros
t
appen
ik app
jij app
t
ik/jij app
te
wij app
ten
geapp
t
grillen
ik gril
jij gril
t
ik/jij gril
de
wij gril
den
gegril
d
Slide 6 - Tekstslide
Woorden uit een andere taal die wij gebruiken in het Nederlands, noem je leenwoorden.
A
Echt wel!
B
Echt niet!
Slide 7 - Quizvraag
Je gebruikt de Nederlandse spellingregels voor het schrijven van de werkwoorden uit het Engels.
A
Yes!
B
No!
Slide 8 - Quizvraag
Ik at erg ongezond, ik ... de hele dag
A
snackde
B
gesnackt
C
snack
D
snackte
Slide 9 - Quizvraag
Engelse werkwoorden
Hij ...(racen - vt).
A
Hij racte.
B
Hij racette.
C
Hij racde.
D
Hij racete.
Slide 10 - Quizvraag
(Engelse werkwoorden)
Zij hebben (volleyballen)
A
gevolleybald.
B
gevolleyballd.
Slide 11 - Quizvraag
Engelse werkwoorden
Hij ...(rugbyen - vt).
A
Hij rugbyte.
B
Hij rugbyde.
C
Hij rugbyente.
D
Hij rugbyende.
Slide 12 - Quizvraag
Engelse werkwoorden
Zij (lunchen-vt)
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde
Slide 13 - Quizvraag
Engelse werkwoorden
Ik heb (paintballen)
A
gepaintbald
B
gepaintballd
Slide 14 - Quizvraag
(Engelse werkwoorden)
Hij (daten-vt)
A
deette
B
date
C
datede
D
datete
Slide 15 - Quizvraag
(Engelse werkwoorden)
Hij (managen-vt)
A
managede
B
managete
C
managde
D
managte
Slide 16 - Quizvraag
(Engelse werkwoorden)
Hij (barbecueën-vt)
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette
Slide 17 - Quizvraag
Wat doe joe noo nou?
Slide 18 - Tekstslide
Geef aan hoe goed je de leerstof begrijpt:
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 19 - Poll
Extra: uitlegfilmpje
Slide 20 - Tekstslide
0
Slide 21 - Video
Meer lessen zoals deze
5.8 Spelling - Engelse werkwoorden
Mei 2024
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
5.9 Spelling - Engelse werkwoorden
Mei 2024
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
5.9 Spelling - Engelse werkwoorden
Maart 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
5.9 Spelling - Engelse werkwoorden
10 dagen geleden
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H2 Spelling §10 Engelse werkwoorden
Oktober 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
§10 en §11 herhaling
Januari 2025
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
NN C7 §10 en §11 herhaling
Mei 2024
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
3havo Spelling Engelse ww
November 2024
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3