5.9 Spelling - Engelse werkwoorden

Spellen bij Nederlands
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Spellen bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Raadsel!

Wat is er aan de hand?

Slide 2 - Tekstslide

Wat je in deze les leert...
in 5.9 Spelling
De spelling van Engelse werkwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Wat?
§ 5.9 Spelling: opdracht 1A
Hoe?
Online Ta!ent of in leerwerkboek
Hulp?
Niemand
Resultaat?
Nakijken en leerroute bepalen
Leerdoel
Engelse werkwoorden spellen
Weglatingsstreepje en koppelteken
Klaar?
Lezen
timer
15:00

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken 1A, Engelse werkwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Schema werkwoordspelling, bladzijde 159

Slide 6 - Tekstslide

Engelse werkwoorden

In de Nederlandse taal gebruiken we vaak Engelse werkwoorden. 
Wie downloadt er nou nog? Lekker streamen!

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Engelse werkwoorden
  • Soms schrijf je twee medeklinkers, om duidelijk te maken dat een woord op z'n Engels uitgesproken wordt. Zoals:
paintballen - ik paintball - hij paintballt
passen - ik pass - hij passt

En anders één medeklinker.
grillen - ik gril - hij grilt
stressen - ik stres - hij strest

Slide 9 - Tekstslide

Saven, timen en daten... 
behouden -e in de stam van het werkwoord
ott :  Ik date en jij datet, dat is een makkie.
ovt:  Ik datede, jij datede, dus wij dateden. Uhhh?
vd  :  We hebben gedatet en goed getimed ook, want het bestand is op tijd gesaved!

                Meer? Zie bladzijde142
                Good luck!

Slide 10 - Tekstslide

Werkwoorden met een dubbele medeklinker 'vernederlandsen we ook, tenzij dat de uitspraak beïnvloedt. 
Zoals bij 'paintballen'of 'baseballen'.

Slide 11 - Tekstslide

www.woordenlijst.org of woordenboek

Slide 12 - Tekstslide

Woorden uit een andere taal die wij gebruiken in het Nederlands, noem je leenwoorden.
A
Echt wel!
B
Echt niet!

Slide 13 - Quizvraag

Je gebruikt de Nederlandse spellingregels voor het schrijven van de werkwoorden uit het Engels.
A
Yes!
B
No!

Slide 14 - Quizvraag


Hij heeft gisteren ....
A
chatte
B
gechat
C
chat
D
chatten

Slide 15 - Quizvraag


Ik at erg ongezond, ik ... de hele dag
A
snackde
B
gesnackt
C
snack
D
snackte

Slide 16 - Quizvraag

Typ de juiste vorm van het werkwoord in de vt:

Ik ... (crossen) gisteren door het bos.

Slide 17 - Open vraag

Wat?
§ 5.9 Spelling: opdrachten 2 ( Engelse ww), 3, 4 en 6a
Hoe?
Online Ta!ent of leerwerkboek B 
Hulp?
Boek, klasgenoot, Straver
Resultaat?
Huiswerk
Leerdoel
Engelse werkwoorden spellen
Klaar?
Daltontaak 

Slide 18 - Tekstslide

Wat doe joe noo nou?

Slide 19 - Tekstslide