2.1 Plural

English
The 28th of November
Ms. Derks
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

English
The 28th of November
Ms. Derks

Slide 1 - Tekstslide

Plan for today

  • Listening 2.1 (writing)
  • Grammar 2.1 / 2.2

Slide 2 - Tekstslide

Plan for today

  • Speaking 8.1
  • Grammar 8.1

Slide 3 - Tekstslide

Goals


• At the end of this lesson you can talk about pictures.
• At the end of this lesson you can use singular and plural nouns




Slide 4 - Tekstslide

Let's get to work!
 NU ENGELS 
2.1 - ex. 1 
Read grammar explanation!
Need help? Ask your neighbour first.


Done? Doorwerken aan exam prep


timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Plural = Meervoud

De meeste vormen eindigen in het meervoud op -s. Dus plak een -s achter het hele ww.

parent - parents
star - stars
friend - friends
Plural

Eindigen op -sis klank is -es erachter. 


watch - watches
fax - faxes
dress- dresses

Slide 7 - Tekstslide

Uitzonderingen!

Slide 8 - Tekstslide

Plural

Eindigen op medeklinker + -y. De -y veranderd in -ies.

lady - ladies
story - stories
hobby - hobbies
Plural

Eindigen op medeklinker + -o. Plak -es erachter.

potato - potatoes
tornado - tornadoes
tomato - tomatoes

Slide 9 - Tekstslide

Plural

Eindigen op -f (klank). De -f veranderd in -ves. 

life - lives
leaf - leaves
wolf - wolves
Plural

Onregelmatig. (leer deze!)

child - children
foot - feet
mouse - mice
sheep - sheep
tooth - teeth

Slide 10 - Tekstslide

Plural
Sommige woorden staan altijd in het meervoud. Je gebruikt dan a pair of of pairs of om aan te geven om
hoeveel het gaat.

A pair of jeans
Two pairs of jeans
Plural
Sommige woorden hebben in het enkelvoud en meervoud dezelfde vorm.



Deer; fish; means; offspring; series; sheep; species

Slide 11 - Tekstslide

The plural of tomato?
A
tomatos
B
tomaten
C
tomato's
D
tomatoes

Slide 12 - Quizvraag

The plural of
elf?
A
elfs
B
elvs
C
elfes
D
elves

Slide 13 - Quizvraag

The plural of
wolf?
A
wolves
B
wolfs
C
wolvs
D
wolfes

Slide 14 - Quizvraag

Plural of child?
A
child's
B
childs
C
kinderen
D
children

Slide 15 - Quizvraag

Plural of mouse?
A
mouses
B
mice
C
mices
D
mouse's

Slide 16 - Quizvraag

Plural of shoe?
A
shoe
B
shoes
C
schoenen
D
shoos

Slide 17 - Quizvraag

Plural of tax (belasting)?
A
taxs
B
taxen
C
tax's
D
taxes

Slide 18 - Quizvraag

Plural of
baby?
A
babys
B
baby's
C
babies
D
babyes

Slide 19 - Quizvraag

Plural of puppy?
A
puppies
B
puppy's
C
puppys
D
puppen

Slide 20 - Quizvraag

Plural of hero?
A
heroes
B
hero's
C
heros
D
held

Slide 21 - Quizvraag

Plural of
watch?
A
watchs
B
watches
C
watch's
D
watchis

Slide 22 - Quizvraag

Plural of taxi?
A
taxies
B
taxi's
C
taxis
D
taxie's

Slide 23 - Quizvraag

Let's get to work!
Nu Engels
2.1 
1, 2 & 4  (Also grammar & extra grammar)
Read grammar explanation
Need help? Ask your neighbour first.

Done? Doorwerken exam prep


timer
20:00

Slide 24 - Tekstslide

Let's get to work!
Nu Engels
8.1 
2 t/m 5 (Also grammar & extra grammar)
Read grammar explanation
Need help? Ask your neighbour first.

Done? Doorwerken exam prep


timer
20:00

Slide 25 - Tekstslide

Let's get to work!

8.1 NU ENGELS
Read grammar explanation carefully!
Do ex. 1, 2, 4 and exam practise (also extra ex. online) HW
Need help? Ask your neighbour first.
Done? Aan ander vak werken. 


timer
30:00

Slide 26 - Tekstslide