Répéter la grammaire (adjectif possessif, les verbes irréguliers, le passé composé
Parler
Les verbes pronominaux
Réflection
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?
Répéter la grammaire (adjectif possessif, les verbes irréguliers, le passé composé
Parler
Les verbes pronominaux
Réflection
Slide 1 - Tekstslide
Remplis la bonne forme de l'adjectif possessif: C'est l'amie de Marco. C'est ... amie.
Slide 2 - Open vraag
Remplis la bonne forme de l'adjectif possessif: Ce sont les voitures de Sophie. Ce sont ... voitures.
Slide 3 - Open vraag
Remplis la bonne forme de l'adjectif possessif: Le portable rouge n'est pas à Marco, il est à Dominique. C'est donc ... portable.
Slide 4 - Open vraag
Les verbes comme 'partir'
Remplissez la bonne forme du verbe.
Faites attention aux accords!!!
Slide 5 - Tekstslide
Wij zijn vertrokken
A
Nous sommes partis
B
Nous sommes partie
C
Nous sommes parti
D
Vous sommes partis
Slide 6 - Quizvraag
Wij vertrekken
Slide 7 - Open vraag
Le passé composé
Faites les exercices suivants pour vous entraîner.
Slide 8 - Tekstslide
Werkwoorden op -er
Werkwoorden op -ir
Werkwoorden op -re
-er
-ir
-re
Uitgangen passé composé
é
Uitgangen passé composé
u
Uitgang passé composé
i
Verkopen
werken
vertrekken
Slide 9 - Sleepvraag
Parler
5 minuten: Voer het gesprek van onderwerp B op pagina 147 van je hoofdboek in tweetallen.
5 minuten: slinger aan het rad. Hieruit krijg je een opdracht. Doe minimaal drie opdrachten. Je mag spieken op pagina 147 van je hoofdboek.
Slide 10 - Tekstslide
Les verbes pronominaux
Vous n'êtes pas obligés à participer. Si vous ne participez pas, vous faites bron H de chapitre 1 (p.26 du cahier). Vous pouvez utiliser votre livre comme source.
Slide 11 - Tekstslide
Les verbes pronominaux
Slide 12 - Tekstslide
Evaluatie
Slide 13 - Tekstslide
Welk onderdeel wil jij nog extra oefenen? Hierbij ga ik ervan uit dat je de bijbehorende bron al hebt gemaakt en nagekeken.
A
Bezittelijk voornaamwoord
B
Wederkerende werkwoorden
C
Werkwoordsgroepen in présent
D
Werkwoorden zoals 'partir'
Slide 14 - Quizvraag
Wat heb je aan deze les overgehouden?
A
Veel
B
Gaat wel
C
Valt tegen
D
Niets
Slide 15 - Quizvraag
Heb je nog een vraag/verzoek voor de volgende les?