Les verbes en -er

Les verbes en -re
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Les verbes en -re

Slide 1 - Tekstslide

Welke stappen neem je om een werkwoord op -er te vervoegen (tegenwoordige tijd)?
Bijvoorbeeld: danser.

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

répondre
attendre
entendre
vendre
perdre
antwoorden
wachten
horen
verkopen
verliezen

Slide 4 - Sleepvraag

Choisis la bonne forme:
Tu (attendre) ____ le film!
A
attends
B
attend
C
attendons
D
attendez

Slide 5 - Quizvraag

Choisis la bonne forme:
J'(perdre) ____ parfois mon portable.
A
perd
B
perds
C
perdons
D
perdez

Slide 6 - Quizvraag

Il (attendre) ____ le bus.

Slide 7 - Open vraag

Vous (entendre) ____ la musique?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

perdre
j'ai perdu
tu as perdu
il / elle / on a perdu

nous avons perdu
vous avez perdu

ils / elles ont perdu
verliezen
ik heb verloren
jij hebt verloren
hij / zij / men heeft/hebben verloren
wij hebben verloren
jullie hebben verloren / u heeft verloren
zij hebben verloren (m/v)

Slide 10 - Tekstslide

Choisis la bonne forme (passé composé):
Nous (répondre) ____ à la question.
A
répondu
B
avez répondu
C
avons répondu
D
ont répondu

Slide 11 - Quizvraag

Choisis la bonne forme (passé composé):
Elle (vendre) ____ sa jupe.
A
a vendré
B
vendu
C
vend
D
a vendu

Slide 12 - Quizvraag

Passe composé!
Ils (attendre) ____ le métro à Paris.

Slide 13 - Open vraag

Passe composé!
J' (rendre) ____ les bagages.

Slide 14 - Open vraag

des questions?

Slide 15 - Tekstslide

Gaat dit lukken :) ?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll