par 4.5 soa's en anticonceptie

programma
lesuur 1:
Wat zijn soa's, hoe krijg je ze en voorkom je ze?
- uitlegfilmpje
 - zelfwerken

lesuur 2:
Hoe werken anticonceptiemiddelen? 
- Invuloefening
- Quizziz
Morgen:  in groepjes Tussentoets bekijken

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

programma
lesuur 1:
Wat zijn soa's, hoe krijg je ze en voorkom je ze?
- uitlegfilmpje
 - zelfwerken

lesuur 2:
Hoe werken anticonceptiemiddelen? 
- Invuloefening
- Quizziz
Morgen:  in groepjes Tussentoets bekijken

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
Ik kan:
  • uitleggen wat soa’s zijn en hoe ze overgedragen kunnen worden
  • uitleggen hoe een soa-besmetting te voorkomen, en wat de gevolgen kunnen zijn als je toch besmet raakt en wat je moet doen als je denkt dat je besmet bent
  • uitleggen op welke manier besmetting met HIV tot de ziekte AIDS leidt en daarbij de termen hiv, aids, seropositief gebruiken




Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat zijn soa's?
Ziekteverwekkers: micro-organismen die soa's veroorzaken

Doorgegeven via:
- sperma, vocht vagina, bloed, slijmvliezen

Slide 4 - Tekstslide

soa’s kan je ook krijgen zonder seks.

hiv, hepatitis B en syfilis kan je ook krijgen door besmette drugsnaalden, onhygienische piercings, tatoeages maar ook tijdens de geboorte.

Slide 5 - Tekstslide

Aids
- veroorzaakt door het HIV-virus
- seropositief=  drager van het virus en kan anderen ermee besmetten, maar heeft nog geen aids. Hij/zij ondervindt nog weinig of geen last van de infectie.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Welke SOA's zijn er?

Slide 8 - Woordweb

Hoe kan je een SOA voorkomen?

Slide 9 - Woordweb

aan het werk
4.5: maak 68 t/m 72

Bereid je voor op de toets:
- ga extra oefenen op biologiepagina
- samenvatten met leerdoelenlijst

Slide 10 - Tekstslide

Ik kan uitleggen op welke manier de volgende betrouwbare anticonceptie methoden ongewenste zwangerschap kunnen voorkomen: 
condoom, pessarium, spiraaltje, de pil, morning-after pil, abortus en sterilisatie.

Slide 11 - Tekstslide

Coïtus interuptus betekent...
A
dat de man zich terugtrekt vlak nadat hij is klaargekomen
B
dat de man zich terugtrekt voordat hij klaarkomt
C
de vrouw goed aangeeft wanneer zij er klaar voor is
D
dat de vrouw aangeeft wanneer de man zich moet terugtrekken

Slide 12 - Quizvraag


Twee weken na de eerste dag van de menstruatie is de vrouw meestal vruchtbaar
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Als je de pil slikt kun je niet zwanger worden
A
klopt niet, ook als je de pil slikt kun je zwanger worden
B
klopt, ook als je hem af en toe vergeet
C
klopt, mits je hem goed gebruikt

Slide 14 - Quizvraag

Welk voorbehoedsmiddel beschermt zowel tegen een soa als tegen een ongewenste zwangerschap?
Welk voorbehoedsmiddel beschermt zowel tegen een soa als tegen een ongewenste zwangerschap?

Slide 15 - Tekstslide

anticonceptiemiddelen
Beschermen je tegen zwangerschap, in sommige gevallen ook nog tegen SOA's (condooms).


Slide 16 - Tekstslide

0

Slide 17 - Video



Welke hormonen zijn verantwoordelijk voor rijping follikel en ovulatie?

Slide 18 - Tekstslide

de pil
Veel progesteron, beetje oestrogeen in de pil. 

Gevolg?
Dit remt de productie van FSH en LH in de hypofyse. 
=> Geen rijping follikel en geen ovulatie

Slide 19 - Tekstslide

Noodgeval
morning-afterpil (tot max. 72 uur)
overtijdsbehandeling (tot max. vijf dagen)
abortus (tot max. 24 weken)

Slide 20 - Tekstslide

Abortus
het kunstmatig afbreken van de zwangerschap (wettelijk toegestaan in NL)

  • tot 12 weken - abortuskliniek
  • 12 tot 24 weken - onder bepaalde voorwaarden in het ziekenhuis

Redenen kunnen zijn 
- het kindje heeft een zware handicap
- moeder is absoluut niet in staat het kindje op te voeden

Slide 21 - Tekstslide

zelf werken (10 min)
Welk anticonceptiemiddel voorkomt wat?
condoom, pessarium, spiraaltje, de pil en sterilisatie.
innesteling
ovulatie
bevruchting
timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Welk anticonceptiemiddel voorkomt wat?
innesteling
ovulatie
bevruchting
spiraal
condoom
sterilisatie
morning-after
pressarium
pil
pil
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

werking pil
  1. hormonen (oestrogeen en progesteron) die eisprong remmen
  2. baarmoederwand groeit niet waardoor (mocht er toch een bevruchting zijn) het embryo zich niet kan innestelen
  3. de taaie slijmprop in de baarmoedermond blijft zitten (normaal gaat ie er op vruchtbare dagen uit), spermacellen kunnen hier niet doorheen

Slide 24 - Tekstslide

minipil?
De minipil is 'de pil' met de minste hoeveelheid hormonen. Er zijn ook zwaardere varianten mogelijk.

Nadelen:
- iedere dag slikken (de minipil)
- hormonen gaan door hele lijf dus redelijk hoge concentratie nodig
- mogelijke bijwerkingen zijn stemmingswisselingen, minder zin in sex, dikker worden, misselijkheid

Slide 25 - Tekstslide

alternatieven met hormonen
  • Prikpil - om de zoveel tijd een injectie bij de huisarts 
  • Hormoonstaafje - een kunststof staafje onder de huid plaatsen die geleidelijk hormonen afgeeft (duurt maanden tot jaren)
  • Morningafter pil - alleen in noodgevallen - bevat hoge concentraties hormonen - slik je binnen 72 uur na onbeschermde sex - kans op zwangerschap nog maar 5 - 10% (heeft bijwerkingen door hoge dosis)

Slide 26 - Tekstslide

spiraaltje
Wordt door arts in de baarmoeder geplaatst.
Maakt baarmoeder ongeschikt voor innesteling.

Koperspiraaltje - eisprong en bevruchting zijn mogelijk, de koper doodt de zaadcellen
Mirenaspiraaltje - bevat ook hormonen die eisprong voorkomen, is er dan toch een bevruchting dan kan het embryo zich niet innestelen

Plaatsen kan erg pijnlijk zijn. Daarom afgeraden aan vrouwen die nog nooit zijn bevallen. 

Slide 27 - Tekstslide

pessarium
  • Een kunstof of rubber kapje die op maat gemaakt moet worden (arts meet dit op). 
  • Plaatst de vrouw rondom de baarmoedermond.
  • Alleen betrouwbaar in combinatie met zaaddodende middelen.
  • Kan wel even blijven zitten maar met de menstruatie moet het verwijderd worden.
  • Herbruikbaar.


Slide 28 - Tekstslide

zaaddodende middelen
Schuim of pasta. 

Bevatten stoffen waar zaadcellen dood aan gaan. 

Alleen in combinatie (onvoldoende betrouwbaar als je het alleen gebruikt) met condoom of pessarium, voor extra bescherming. 

Slide 29 - Tekstslide

vrouwencondoom
  • Beschemt zowel tegen zwangerschap als tegen SOA's.

  • Een soort plastic tunneltentje die deels aan de buitenkant over de schaamlippen heen ligt. Niet heel populair in gebruik, gemakkelijker is het mannencondoom.

Slide 30 - Tekstslide

anticonceptie voor de man
  • Er bestaat geen mannenpil.
  • Condoom meest gebruikte vorm.
  • Coïtus interuptus = vlak voor de zaadlozing terugtrekken (heel onbetrouwbaar omdat voorvocht ook zaadcellen bevat).

Slide 31 - Tekstslide

periodieke onthouding
  • Tijdens en rondom de vruchtbare periode van de vrouw hebben de man en vrouw geen seks.
  • Een onbetrouwbare methode omdat de cylus van een vrouw onregelmatig kan zijn waardoor je nooit zeker weet wanneer de vruchtbare dagen zijn.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link

steriliseren 
Man -zaadleiders doorgesneden en afgebonden. Sperma bevat hierdoor geen zaadcellen meer (nog wel vocht).
Een man kan nog nog een erectie krijgen en klaarkomen, maar is nu onvruchtbaar.

Vrouw - eileiders doorgesneden en afgebonden. Hierdoor kunnen de eicel en zaadcellen nooit meer bij elkaar komen. Vrouw heeft nog een eisprong en menstruatie maar is nu onvruchtbaar.

Slide 34 - Tekstslide

steriliseren 
Bij vrouwen is de operatie is ingrijpender.

De operatie is definitief, je bent daarna voorgoed onvruchtbaar (dus bij jonge mensen zonder kinderen wordt deze operatie eigenlijk niet uitgevoerd). 

Slide 35 - Tekstslide

Onbetrouwbare methoden
Coitus interruptus - trekt de man zijn penis terug uit de vagina voordat hij klaarkomt. 

Periodieke onthouding - heeft het stel geen geslachtsgemeenschap tijdens de vruchtbare periode. 

Slide 36 - Tekstslide

4.5 afronden
maken selectie opdrachten: 74 t/m 76


Slide 37 - Tekstslide