par 4.5 Voorkomen van soa's en zwangerschap

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
-Toets op donderdag 1 februari

-paragraaf 4.5

(woensdag toets H3 bespreken, donderdag afronden en vragen)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

leerdoelen
Ik kan:
  • de oorzaken en gevolgen van besmetting met een soa noemen en welke middelen een soa kunnen bestrijden. 
  • de effectiviteit van verschillende methoden van anticonceptie uitleggen.
  • de mogelijkheden noemen die er zijn om een ongewenste zwangerschap te voorkomen of te beëindigen en ik kan een keuze onderbouwen met argumenten. 




Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat is HIV of Aids?
Bekijk het filmpje en noteer hoe HIV  een lichaam kan binnendringen. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Hoe dringt HIV een lichaam binnen?

Slide 8 - Tekstslide

Hoe dringt HIV een lichaam binnen?

Ziekteverwekkers (waaronder HIV) kunnen het lichaam binnendringen via:
1. Sperma
2. Vaginaal vocht
3. Bloed

Slide 9 - Tekstslide

HIV infectie
1. HIV virus dringt witte bloedcel binnen (endocytose)
2. Virus RNA wordt omgezet in DNA
3. DNA wordt in kern omgezet in RNA 
4. Proces herhaalt tot er veel kopieën zijn en de cel kapot gaat
5. Nieuwe virus deeltjes komen vrij

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

SOA
Naast HIV zijn er andere SOA's
Ze worden veroorzaakt door virussen, bacterien en parasieten. 
Afhankelijk van het type ziekte verwekker is de SOA goed of minder goed te behandelen. 

Voorkomen doe je door condomen! 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

nu 
Lees blz 134 en 135
Maak bij paragraaf 4.5 de opdrachten 69, 70 en 72
timer
7:00

Slide 14 - Tekstslide

anticonceptiemiddelen
Beschermen je tegen zwangerschap, in sommige gevallen ook nog tegen SOA's (condooms).


Slide 15 - Tekstslide

0

Slide 16 - Video

werking pil
  1. hormonen (oestrogeen en progesteron) die eisprong remmen
  2. baarmoederwand groeit niet waardoor (mocht er toch een bevruchting zijn) het embryo zich niet kan innestelen
  3. de taaie slijmprop in de baarmoedermond blijft zitten (normaal gaat ie er op vruchtbare dagen uit), spermacellen kunnen hier niet doorheen

Slide 17 - Tekstslide

minipil?
De minipil is 'de pil' met de minste hoeveelheid hormonen. Er zijn ook zwaardere varianten mogelijk.

Nadelen:
- iedere dag slikken (de minipil)
- hormonen gaan door hele lijf dus redelijk hoge concentratie nodig
- mogelijke bijwerkingen zijn stemmingswisselingen, minder zin in sex, dikker worden, misselijkheid

Slide 18 - Tekstslide

alternatieven met hormonen
  • Prikpil - om de zoveel tijd een injectie bij de huisarts 
  • Hormoonstaafje - een kunststof staafje onder de huid plaatsen die geleidelijk hormonen afgeeft (duurt maanden tot jaren)
  • Morningafter pil - alleen in noodgevallen - bevat hoge concentraties hormonen - slik je binnen 72 uur na onbeschermde sex - kans op zwangerschap nog maar 5 - 10% (heeft bijwerkingen door hoge dosis)

Slide 19 - Tekstslide

spiraaltje
Wordt door arts in de baarmoeder geplaatst.
Maakt baarmoeder ongeschikt voor innesteling.

Koperspiraaltje - eisprong en bevruchting zijn mogelijk, de koper doodt de zaadcellen
Mirenaspiraaltje - bevat ook hormonen die eisprong voorkomen, is er dan toch een bevruchting dan kan het embryo zich niet innestelen

Plaatsen kan erg pijnlijk zijn. Daarom afgeraden aan vrouwen die nog nooit zijn bevallen. 

Slide 20 - Tekstslide

pessarium
  • Een kunstof of rubber kapje die op maat gemaakt moet worden (arts meet dit op). 
  • Plaatst de vrouw rondom de baarmoedermond.
  • Alleen betrouwbaar in combinatie met zaaddodende middelen.
  • Kan wel even blijven zitten maar met de menstruatie moet het verwijderd worden.
  • Herbruikbaar.


Slide 21 - Tekstslide

zaaddodende middelen
Schuim of pasta. 

Bevatten stoffen waar zaadcellen dood aan gaan. 

Alleen in combinatie (onvoldoende betrouwbaar als je het alleen gebruikt) met condoom of pessarium, voor extra bescherming. 

Slide 22 - Tekstslide

vrouwencondoom
  • Beschemt zowel tegen zwangerschap als tegen SOA's.

  • Een soort plastic tunneltentje die deels aan de buitenkant over de schaamlippen heen ligt. Niet heel populair in gebruik, gemakkelijker is het mannencondoom.

Slide 23 - Tekstslide

anticonceptie voor de man
  • Er bestaat (nog) geen mannenpil.
  • Condoom meest gebruikte vorm.
  • Coïtus interuptus = vlak voor de zaadlozing terugtrekken (heel onbetrouwbaar omdat voorvocht ook zaadcellen bevat).

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

periodieke onthouding
  • Tijdens en rondom de vruchtbare periode van de vrouw hebben de man en vrouw geen seks.
  • Geen onbetrouwbare methode omdat de cylus van een vrouw onregelmatig kan zijn waardoor je nooit zeker weet wanneer de vruchtbare dagen zijn.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

steriliseren 
Man -zaadleiders doorgesneden en afgebonden. Sperma bevat hierdoor geen zaadcellen meer (nog wel vocht).
Een man kan nog nog een erectie krijgen en klaarkomen, maar is nu onvruchtbaar.

Vrouw - eileiders doorgesneden en afgebonden. Hierdoor kunnen de eicel en zaadcellen nooit meer bij elkaar komen. Vrouw heeft nog een eisprong en menstruatie maar is nu onvruchtbaar.

Slide 28 - Tekstslide

steriliseren 
Bij vrouwen is de operatie is ingrijpender.

De operatie is definitief, je bent daarna voorgoed onvruchtbaar (dus bij jonge mensen zonder kinderen wordt deze operatie eigenlijk niet uitgevoerd). 

Slide 29 - Tekstslide

toch onbeschermde seks? 
-Morning-afterpil: tot 72 uur na seks (alleen als er nog geen ovulatie is geweest!)
-Overtijdbehandeling: tot 5 dagen na seks: dokter plaatst 'pechspiraaltje'. 
-Abortus: tot 24 weken zwanger

Slide 30 - Tekstslide

Nu en huiswerk
Lees heel paragraaf 4.5
Maak van 4.5 de opdrachten: 69, 70, 72, 74, 77, 79

Slide 31 - Tekstslide