Meervoud

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Taalverzorging: meervoud

We gaan het hebben over enkelvoud en meervoud: spelling.

Doel: 

Aan het einde van de les weet je hoe je diverse meervoudsvormen moet schrijven.

Aan het einde van de les kun je zelfstandig ontdekken of er een meervoudsvorm is van een zelfstandig naamwoord.

Programma

Uitleg d.m.v. filmpje

Opdracht 1 gezamenlijk

Opdracht 2-7 zelfstandig maken.

Zorg dat je de online methode klaar hebt staan, zodat je alleen maar het filmpje in beeld hoeft te slepen.

Je maakt opdracht 2-7 zelfstandig. 

Je bent stil en werkt alleen, zonder muziek.

Als je een vraag hebt, steek je je vinger op.

Je hebt tot 5 minuten voor het einde van de les.

Je leert verschillende meervoudsvormen spellen.

Klaar? 

Schrijf zoveel mogelijk woorden in enkelvoud én meervoud op.

Kies de juiste meervoudsvorm van:
Stad

1. Stadden
2. Staden
3. Steden
4. Is er niet

Kies de juiste meervoudsvorm van:
Boter

1. Boters
2. Is er niet
3. Boteren
4. Boter

Kies de juiste meervoudsvorm van:
Bal

1. Bals
2. Balen
3. Is er niet
4. Ballen

Kies de juiste meervoudsvorm van:
Bad

1. Baden
2. Badden
3. Is er niet
4. Bads

Kies de juiste meervoudsvorm van:
Stadium

1. Stadia
2. Stadiums
3. Stadiumen
4. Is er niet

Enkelvoud en meervoud

Zelfstandige naamwoorden

Weet je het niet? Kijk dan in het woordenboek