Medische vakken verdieping ziekenhuis week 2

Hart en hartfalen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hart en hartfalen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het hart 
Het hart is opgebouwd uit vier lagen, van binnen naar buiten: 
  • Endocard
  • Myocard (spierweefsel) 
  • Epicard
  • Pericard (hartzakje) 

En het bestaat uit 4 holle ruimtes.... 


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartkleppen
Er zijn in totaal 4 kleppen, onderverdeeld in 2 soorten:
De atrioventriculaire klep:
  • Mitralisklep
  • Tricuspidalisklep
De arteriele klep:
  • Aortaklep
  • Pulmonaalklep 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartkleppen
Op een echo wordt de aortaklep ook weleens gezien als het Mercedes logo 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hartkleppen
De atrioventriculaire kleppen  hebben een vorm die enigszins doet denken aan een parachute

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functie hart
  • Rechter atrium: Zuigt het zuurstofarme bloed het hart in. Eindpunt grote circulatie.
  • Rechter ventrikel: Pompt het zuurstofarme bloed de longen in. Begin kleine circulatie.
  • Linker atrium: Zuigt het zuurstofrijke bloed uit de longen weer het hart in. Eindpunt kleine circulatie.
  • Linkerkamer Pompt het zuurstofrijke bloed via de aorta naar de weefsels. Begin grote circulatie.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Coronairvaten
  • De kransvaten ---> aan de oppervlakte van het hart ligt een netwerk van vaten
  • Zorgen voor de bloedstroom door de hartspier
  • Bij verstopping van deze vaten, groot probleem. Hart niet voldoende zuurstof --> Hartinfarct.
  • De grote kransslagaders hebben een hoop zijtakken (collateralen). 
  • Tijdens het leven steeds meer aftakkingen, vooral sporters. 
  • Bij meer arbeid van hart, vergroot hart. Bijvoorbeeld: moet uitpompen tegen een hoge bloeddruk in aorta. ---> lijdt tot hartfalen. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prikkelgeleiding in het hart
  • In hart enkele plaatsen met veel zenuwweefsel --> zorgen voor hartactie. 
  • Belangrijkste: AV-knoop en sinusknoop. 
  • Sinusknoop levert impuls voor actie, bij gestoorde functie kan AV-knoop dit overnemen. 
  • Niet de natuurlijke weg --> veel kansen op ritme stoornissen 
  • Behandeling: pacemaker (regelt kunstmatige impuls) 
  • Bundel van His: natuurlijke elektrische verbinding tussen de boezems en de kamers 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoeken

  • Polsdiagnostiek
  • Elektrocardiogram (ECG)
  • X-thorax ---> vergroot hart zien 
  • MRI en CT-scan ---> gedetailleerder kijken 
  • Angiografie / coronairangiografie ---> verstopping kransvat 
  • Hartkatheterisatie: ingreep waarbij de arts de bloedvaten van het hart in beeld brengt
  • FFR-meting: Fractional Flow Reserve meting , vernauwing vaststellen 
  • Hartbiopsie 
  • IVUS (intravasculair ultrasound) is een echo-onderzoek in de kransslagader
  • Bloedonderzoek: hartenzymen (troponine, CK-MB) 
  • Echo-doppleronderzoek: bloedstroom en werking kleppen in beeld brengen 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meest voorkomende ziektebeelden
  • Angina pectoris (stabiele en instabiele) 
  •  Hartinfarct
  • Decompensatio cordis (hartfalen)
  • Astma Cardiale 
  • Ritmestoornissen 
  • Hartklepproblematiek 
  • Myocarditis
  • Endocarditis
  • Pericarditis

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meest voorkomende ziektebeelden
Angina pectoris
  • Zuurstoftekort van het hart
  • Beklemmend en verstikkend gevoel 
  • Stabiele: bij inspanning, emoties etc (wanneer hart meer bloed krijgt)
  • Instabiele: zonder inspanning klachten 

Hartinfarct 
  • Afsluiting van een kransslagader waardoor een deel van de hartspier door zuurstofgebrek afsterft

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hartinfarct
Vernauwing van een kransslagader.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bypass
Omleiding kransslagader

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er bij hartfalen links?

  • De linkerharthelft faalt
  • De linkerhartkamer, stuwt het vocht terug in de longen in, (long oedeem) dit geeft kortademig
    heid
  • Een droge hoest, nachtelijke kortademigheid, en het onvermogen om plat te liggen.
  • Deze patiënten hebben altijd een paar kussens nodig als ze gaan slapen


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meest voorkomende ziektebeelden
Decompensatio cordis
  • Hartfalen door bijv.: een ontsteking van de hartspier. 
  • Als hart jaren extra inspanning moet leveren --> vergroot hart
  • Falen in zijn functie 
  • Ook bij overvulling --> longoedeem


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meest voorkomende ziektebeelden
Astma cardiale
  • Falen van linkerventrikel 
  • Aanval van ernstige benauwdheid door stuwing van bloed in de kleine bloedsomloop van de longen
  • Bloeddruk rond longen erg hoog --> longoedeem 

Ritmestoornissen
  • Op ECG en pols duidelijk te merken 
  • Tachycardie, bradycardie 
  • Ventrikelfibrilleren, atriumfibrilleren 


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meest voorkomende ziektebeelden
Hartklepproblematiek 
  • Gevolgen heel lang niet te merken 
  • Na langere tijd kan hart niet meer compenseren --> operatie noodzakelijk 

Endocarditis, myocarditis & pericarditis 
  • Infectie aan de spierlagen 
  • Endocarditis: door bacterie in de bloedbaan. Port entree: bijvoorbeeld
    na het trekken van een kies. 



Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandelingen
Medicatie
  • Nitrolingual spray 
  • Kalmerende middelen zoals sedativa en tranquilizers
  • Stolseloplossend middel (thrombolyticum)
  • Pijnbestrijding (morfine) 
  • Vocht afdrijvende medicatie (furosemide of bumetanide)
  • Werking van het hart kunnen verbeteren (bijvoorbeeld digoxine)
  • Vaatverwijdende middelen: enalapril 
  • Antibiotiucum via CVC (vaak wel 6 weken) 

ECG monitoring 



Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandelingen
Chirurgische behandelingen
  • Dotterprocedure: vernauwing in de kransslagader opgerekt met een soort ballonnetje
  • Vaak in combinatie met stent plaatsing 
  • Bypass operatie (omleiding)
  • Implanteerbare Cardioverter Defibrillator (ICD) 

Strikte bedrust 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling
leefstijl advies:
  • Stoppen met roken
  • Meer bewegen/sporten
  • Afvallen tot een normaal BMI
  • Minder zout en verzadigde vetten
  • Maximaal 1 glas alcohol per dag

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling 
Medicamenteuze bandeling tijdens aanval Angina Pectoris:
  • Isosorbidedinitraat (ISDN)
  • Nitroglycerine
  • Tabletje of spray onder de tong
  • Eventueel na 5 of 10 minuten herhalen
  • Werkt vaatverwijdend

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling 
Chronische medicijnen:
  • Acetylsalicylzuur (aspirine)
      - 'Aggregatieremmer' -> remt klonteren van bloed
      - Voorkomt trombusvorming
  • Bètablokkers: verlagen de hartslag
  • Calciumantagonisten: verwijden bloedvaten

Slide 29 - Tekstslide

Aggregatieremmer is een ander woord voor bloedverdunner
LDL en HDL 
  • Verantwoordelijk voor het transport van cholesterol door het bloed 

LDL is een LOSER

HDL is een HERO

Slide 30 - Tekstslide

De verhouding tussen LDL en HDL noemen we de cholesterolratio. Een ‘scheve’ verhouding met te veel LDL vormt een belangrijk risico voor hart- en vaatziekten. De cholesterolratio wordt berekend door het totaal cholesterolgehalte (LDL + HDL) te delen door het HDL. De ratio hoort kleiner dan 5 te zijn
HDL (Hero)
  • Transporteert cholesterol vanuit vaatwand naar de lever
  • Lever zorgt ervoor dat cholesterol lichaam verlaat
  • Hoger HDL-cholesterol = betere afvoer

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LDL (Loser)
  • Vervoert cholesterol vanuit de lever naar de rest van het lichaam
  • Vastzetten in de binnenwand bloedvaten
  • Plakken aan beschadigingen 
  • Beschadigingen ontstaan door bijv. roken, verhoogde bloeddruk, ouderdom
  • Bloedvaten slibben dicht = atherosclerose

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rondvraag
Vragen
en/of
 mededelingen?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies