Meewerkend voorwerp

• Taal
• Basisschool
• Groep 7

Meewerkend voorwerp

wat weten jullie nog?
welke zinsdelen weet je nog?

Zinsdelen

1. De persoonsvorm (pv) verander van tijd, aantal, vragend  maken
2. verdeel de zin in zinsdelen 
3. Het onderwerp (ow) wie/wat + pv
4. Het gezegde (gez) Alle ww in een zin
5. Het lijdend voorwerp (lv) wie/wat + pv + ow
6. Het meewerkend voorwerp (mv)

Doel

Aan het einde van de les kan je een meewerkend voorwerp herkennen in een zin.

Meewerkend voorwerp

• Geeft aan voor wie iets bestemd is.
• Altijd mens, dier of ding
• In zinnen waar iemand iets verteld of geeft
• Zit niet altijd in een zin
• Je kunt  aan of voor weghalen of  ervoor zetten 

Hoe vind je het?

1. Zoek de persoonsvorm, onderwerp, gezegde en lijdendvoorwerp.
2. Stel de volgende vraag:

Aan wie/voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?

Voorbeeld

Ik | geef | aan haar |een bos bloemen. |

gez : geef

ow: Ik

lv: een bos bloemen

vraag zin: Aan wie/voor wie geef ik een bos bloemen?

mv: aan haar

Nu jullie!

Vorige week |  wilden | Saifi, Mohammed en Ryan | een cadeaubon | gaan kopen | voor de jarige juf.

pv: wilde                                                    

gez: 

ow: 

lv: 

mv:

Nu jullie!

Vorige week |  wilden | Saifi, Mohammed en Ryan | een cadeaubon | gaan kopen | voor de jarige juf.

pv: wilde                                                    

gez: wilde gaan kopen

ow: 

lv: 

mv:

Nu jullie!

Vorige week |  wilden | Saifi, Mohammed en Ryan | een cadeaubon | gaan kopen | voor de jarige juf.

pv: wilde                                                    

gez: wilde gaan kopen

ow: Saifi, Mohammed en Ryan

lv: 

mv:

Nu jullie!

Vorige week |  wilden | Saifi, Mohammed en Ryan | een cadeaubon | gaan kopen | voor de jarige juf.

pv: wilde                                                    

gez: wilde gaan kopen

ow: Saifi, Mohammed en Ryan

lv: een cadeaubon 

mv:

Nu jullie!

Vorige week |  wilden | Saifi, Mohammed en Ryan | een cadeaubon | gaan kopen | voor de jarige juf.

pv: wilde                                                    

gez: wilde gaan kopen

ow: Saifi, Mohammed en Ryan

lv: een cadeaubon 

mv: voor de jarige juf.

Even checken!

welke vraag moet ik stellen om het meewerkend voorwerp te vinden?

1. de zin vragend maken
2. Aan wie/voor wie + gez + ow + lv?
3. wie/wat + pv?
4. wie/wat + ow + gez?

Wat is het meewerkend voorwerp?

Steff vroeg aan Xania of ze op vakantie ging?

1. Steff
2. op vakantie
3. Aan Xania
4. vroeg

Hoe kom ik achter de persoonvorm?

1. verander de tijd
2. verander het getal
3. maak de zin vragend
4. alle antwoorden

Het meewerkend voorwerp zit altijd in een zin.

1. Juist
2. Onjuist