H7.4 verteren deel 1 les 8

Welkom
  • terugblik vorige les
  • huiswerk vorige les
  • uitwerken opdracht voeding  
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom
  • terugblik vorige les
  • huiswerk vorige les
  • uitwerken opdracht voeding  

Slide 1 - Tekstslide

terugblik vorige les
Vragen over:
  • starthouding?
  • Leren 7.3 (blz 23 t/m 24) 
  • Maken opdrachten 13, 15, 18, 19, 20, 23, 24 
  • uiterlijk vrijdag 4 september: ingeleverd opdacht voeding in Word, inleveren via magister-opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

lesdoelen
  • weten hoe voedsel wordt vervoerd in je verteringstelsel
  • weten wat vertering is
  • weten hoe enzymen werken

Slide 3 - Tekstslide

Peristaltische bewegingen en vertering
Voedsel verplaatst zich binnen het lichaam van de ene naar de ander plaats. 

Dat gebeurt o.a. door peristaltische bewegingen.

Ondertussen wordt het voedsel verteerd. 
De voedingsstoffen worden 'kleiner gemaakt'. 
Er ontstaan verteringsproducten. 
Deze kunnen worden opgenomen in het bloed.

Drie voedingsstoffen worden verteerd.

Slide 4 - Tekstslide

0

Slide 5 - Video

Vertering
In voedingsmiddelen zitten voedingsstoffen.

Vetten, eiwitten en (veel) koolhydraten kunnen niet zomaar opgenomen worden in het bloed. Deze voedingsstoffen moeten verteerd worden. 
Verteren is kleinermaken van voedingsstoffen

Vitamines, mineralen en water kunnen wel direct worden opgenomen in het bloed. 
Vertering van deze stoffen is niet nodig.


Slide 6 - Tekstslide

Vertering
Vertering is het omzetten van voedingsstoffen in verteringsproducten.
Verteringsklieren maken verteringssappen:
  • speekselklieren
  • maagsapklieren
  • lever en afvleesklier
  • darmsapklieren (in de dunne darm)
Deze sappen zetten voedingsstoffen om in verteringsproducten. 
Die laatste worden vanuit de dunne darm opgenomen in het bloed.

Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

werking enzymen
Enzymen maken grote voedingsstoffen klein (knippen). Elke voeidingsstof heeft zijn eigen enzym.
een enzym:
  1. bindt aan de voedingsstof
  2. knipt de voedingsstof in stukken
  3. laat los en kan opnieuw een zelfde voeidigsstof afbreken

Slide 9 - Tekstslide

eigenschappen enzymen
  • Enzymen past op één soort voedingsstof
  • enzym is gevoelig voor temperatuur: minimum, optimum, maximum
  • enzym is gevoelig voor zuurtegraad (pH)

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de functie van speeksel?
A
Verteren van zetmeel
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Geeft smaak aan het eten
D
Verteren van eiwitten

Slide 11 - Quizvraag

Vertering is
A
voedingsmiddelen kleiner maken
B
voedingsmiddelen aan elkaar plakken
C
voedingsstoffen kleiner maken
D
voedingsstoffen aan elkaar plakken

Slide 12 - Quizvraag

wat is geen eigenschap van een enzym?
A
past op één soort voedingsstof
B
is gevoelig voor temperatuur
C
is gevoelig voor licht
D
is gevoelig voor zuurtegraad

Slide 13 - Quizvraag



De peristaltische bewegingen
vinden plaats in .......
kies het beste antwoord


A
de mond, de dikke darm
B
de darmen, de maag en de slokdarm
C
de maag en de slokdarm
D
de mond en de maag

Slide 14 - Quizvraag

Huiswerk volgende les
  • Leren 7.4  
  • Maken opdrachten 3, 4, 5, 7, 8
  •  

Slide 15 - Tekstslide