Herhaling KERN 17 en 32_goede en slechte argumenten

Welkom klas!

Startklaar maken:
  • Map, etui, laptop dicht op tafel. 
  • Telefoon in ZAKKIE in tas. Inloggen bij LessonUp

timer
5:00
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas!

Startklaar maken:
  • Map, etui, laptop dicht op tafel. 
  • Telefoon in ZAKKIE in tas. Inloggen bij LessonUp

timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
1. Startoefening KERN 17 en 32
2. Uitleg KERN 17 & 32
3. Werkvorm: stemmen!
4. Zelfstandig werken. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PTO-4 lesstof

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen KERN 17
Leerdoelen KERN 32

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Startopdracht
>> Opfrissen kennis!
timer
3:00
Beantwoord de vraag:

Wat weet je nog over stellingen, meningen en argumenten?



  • Hulp nodig? Zie KERN, hfdst 17.
  • Weet je niets meer? Denk dan na over waarom dit een belangrijk onderwerp is.

Slide 5 - Tekstslide

Mevrouw Balkenende geeft deze les. 
  • Bespreek in groepjes: wat heb je opgeschreven?
  • Vul je aantekeningen aan
  • Ik loop rond en luister mee
Wat weet je nog over stellingen, meningen en argumenten?

  • Pak een papier, maak een mindmap. Of schrijf onder elkaar wat er in je opkomt.
  • Schrijf zo veel mogelijk woorden op! Complimenten voor degene met de meeste woorden.
  • Hulp nodig? Zie KERN, hfdst 17.
timer
2:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Aantekeningen maken

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De basis
  • Een mening kun je niet controleren.
  • We gebruiken argumenten om een mening of stelling te onderbouwen.
  • Een goed argument is gebasseerd op feiten.
  • Die feiten kun je wel controleren.

Vocabulaire
een stelling onderbouwen
een standpunt verdedigen / innemen
een feitelijke uitspraak
een conclusie trekken

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een mening valt of staat bij goede argumenten!
Wij lezers moeten de tekst controleren. 
Klopt het wel wat er staat?
Kritisch denken!
Kun je alle feiten controleren?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goede argumenten
  • Een goed argument is juist: het is gebasseerd op een feit, dat je kunt controleren
  • Een goed argument is geldig: het onderbouwt het standpunt

Pas op voor drogredenen:
  • de cirkelredenering
  • de te snelle conclusie

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogreden
  • Een drogreden is een reden of redenering die niet klopt, maar wel aannemelijk lijkt.

  • Drogredenen worden vaak in discussies gebruikt, maar ook wel in andere situatie

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Cirkelredenering 
Bij een cirkelredenering herhaal je je standpunt, alleen anders geformuleerd. 

Van een cirkelredenering is sprake wanneer de bewering wordt aangevoerd als argument voor zichzelf.

Bijvoorbeeld:
Ik vind haar niet aardig, want ik mag haar niet.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling/Standpunt
Stelling: een algemene uitspraak die wordt gedaan. Je kunt hier voor of tegen zijn. 
>> Telefoons moeten verboden worden in de klas.



Standpunt: iets wat je vindt. Er zit dus al een mening in. 
>> Ik vind dat telefoons verboden moeten worden.




Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Checklist bij KERN 32

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Termen argumentatie

argumenten voor/tegen
weerleggen
stelling
standpunt
maatschappelijk debat
drogreden

lokaal/regionaal/provinciaal/ nationaal/internationaal debat

mening
standpunt
drogredenen
cirkelredenering
te snelle conclusie
juist en geldig
Deze termen moet je allemaal kennen voor PTO4.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Werkvorm: stemmen!
>> Docent deelt stempassen uit. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


>> Eens  = groen.
>> Oneens = rood. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Den Haag is een grote stad.
Eens of oneens?
Stelling of standpunt?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Den Haag is een grote stad.
  • Kun je deze uitspraak controleren?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Den Haag is met meer dan 500.000 inwoners één van de vier grootste steden in Nederland.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Accounts van influencers die fake news verspreiden over politiek moeten tijdelijk gedeactiveerd worden
>> Eens of oneens?
>> Stelling of standpunt?
>> Argumenten?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Alle wc’s op scholen moeten genderneutraal worden

>> Eens of oneens?
>> Stelling of standpunt?
>> Argumenten?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deskundige aan het woord

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Als een docent toetsen kwijtraakt, moeten alle leerlingen een voldoende krijgen
>> Eens of oneens?
>> Stelling of standpunt?
>> Argumenten?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Zelfstandig werken
Wat?
Werk aan NUMO.
Tijd?
Tot einde van de les.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Zelfstandig oefenen
Wat?
Maak de opdracht hiernaast.
Hoe?
Eerst zelf. Na 5 min.: kies met een klasgenoot de drie beste/slechtste argumenten.
Hulp?
KERN 17 en 32. 
Tijd?
10 minuten
Klaar?
Maak KERN 32, opdracht 3-5
timer
10:00
1. Kies samen met een klasgenoot één van onderstaande stellingen:
  • Telefoons moeten verboden worden op school
  • Opgroeien in de stad is beter dan opgroeien op het platteland
  • Lesboeken moeten worden afgeschaft, alles kan op de laptop.
  • ... (bedenk zelf een stelling)
2. Kies of je voor of tegen bent.
3. Schrijf elk zelf 3 argumenten op. Bedenk zowel goede als slechte argumenten (bijv. drogredenen).
4. Kies samen met je klasgenoot de beste (of slechtste) drie argumenten.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goede argumenten
  • Een goed argument is juist: het is gebasseerd op een feit, dat je kunt controleren
  • Een goed argument is geldig: het onderbouwt het standpunt

Pas op voor drogredenen:
  • de cirkelredenering
  • de te snelle conclusie

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen KERN 17
Leerdoelen KERN 32

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Schrijf een tip en een top op over deze les op de stempas
Lever de stempassen weer in

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Bedankt
Ruim je spullen op, maar blijf nog even zitten.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies