Les 6: SMART formuleren, informatie verwerken, portfolio

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Ik maak kennis met de cliënt en het ondersteuningsplan

Lesdoelen

Aan het einde van de les:

• Ken je de stappen die je maakt om gegevens te verzamelen
• Weet je hoe je gegevens verwerkt
• Kan je een doel SMART formuleren en een plan van aanpak maken

 

Lesprogramma

- Terugblik: zorgplannen, gegevens verzamelen

- Gegevens verwerken

- Een doel SMART formuleren

          

Gegevens verzamelen

> administratieve gegevens

> cliënttypering

> woon- en leefomstandigheden

> participatie

> mentaal welbevinden

> lichamelijk welbevinden

Bronnen

1. Primaire bron: cliënt

2. Secundaire bronnen: behandelplan, naasten, andere disciplines binnen en buiten de organisatie.

Hoe kom je aan informatie? 

> Gesprek met cliënt

> Dossiers onderzoeken 

> Observeren

> Collega's raadplegen

> Andere disciplines waar eerder ondersteuning is geboden raadplegen 

 > Gesprekken met familie of naasten van de cliënt.

Allerlei informatie....en nu? Methodisch werken!

> Rubriceren en analyseren

> Prioriteiten stellen/ SWOT analyse

> Samenvatten en rapporteren

Doel > plan van aanpak

Vraaggericht en persoonsgericht

Van doel naar plan van aanpak

5 W-vragen:

Wie: voor welke cliënt en wie zijn er betrokken bij de uitvoering?  

Wat: welke activiteiten gaat de cliënt uitvoeren?

Waar: waar gaat de cliënt de activiteiten uitvoeren?

Wanneer: op welke dagen en tijden voert de cliënt de activiteiten uit?

Waarmee: welke middelen zijn nodig en hoe kom je daaraan? 

Voorbeeld van doel > plan van aanpak

Doel:

Ik wil een zinvolle dagbesteding hebben.  

Plan van aanpak:

-

-

-

-

-

Kun je nu met de 5W's een plan van aanpak maken?

SMART

Doelen formuleer je SMART

S= specifiek

M= meetbaar

A= acceptabel

R= realistisch

T= tijdsgebonden

S= specifiek

> Wat wil je bereiken?

> Wie zijn erbij betrokken?

> Waar vindt het plaats?

> Wanneer vindt het plaats?

> Waarom wil je dit bereiken?

M = meetbaar

> Hoeveel ga je doen of moet gedaan worden?

> Hoe kun je dat meten?

> Welk resultaat levert dat op?

A= acceptabel

> Is het doel aanvaardbaar: staat cliënt achter zijn leerdoel?

 > Is het doel logisch gebaseerd op huidige of eerdere omstandigheden, gebeurtenissen of gedragingen?

 > Is er voldoende draagvlak om het doel te bereiken: staan andere betrokkenen achter het doel?

R =  realistisch

> Is het doel haalbaar?

> Is het plan uitvoerbaar: zijn de stappen richting het doel aanvaardbaar en haalbaar voor alle betrokkenen?

> Zijn de kennis, mogelijkheden en middelen aanwezig om het doel te behalen?

> Is het doel niet te eenvoudig te behalen (waardoor bepaalde acties niet nodig zijn) 

> Is het doel relevant, oftewel zinvol voor je cliënt?

T = tijdgeboden

> Wanneer starten de activiteiten?

> Wanneer worden de acties beëindigd?

> Wanneer is het doel behaald?

Van doel naar plan van aanpak

5 W-vragen:

Wie: voor welke cliënt en wie zijn er betrokken bij de uitvoering?  

Wat: welke activiteiten gaat de cliënt uitvoeren?

Waar: waar gaat de cliënt de activiteiten uitvoeren?

Wanneer: op welke dagen en tijden voert de cliënt de activiteiten uit?

Waarmee: welke middelen zijn nodig en hoe kom je daaraan? 

Opdracht 1

Maak van het nieuwe SMART doel een plan van aanpak 

Gebruik hierbij de 5W's 

We bespreken de opdracht klassikaal na

Stavaza portfolio opdrachten

Opdracht week 4

Opdracht week 7

Hoe zorg jij ervoor dat je de opdrachten op tijd en volledig uitgewerkt inlevert?

Lesdoelen

Aan het einde van de les:

• Ken je de stappen die je maakt om gegevens te verzamelen
• Weet je hoe je gegevens verwerkt
• Kan je een doel SMART formuleren en een plan van aanpak maken

 

Vooruitblik

Huiswerk:

Lees thema 2 uit je boek Methodisch handelen. Maak portfolio opdracht week 7: bronnenonderzoek. Zie Teams.

Volgende week:

Signaleren, observeren, waarnemen.