8.4 Samen werken aan ontwikkeling?

3 KADER
8.4 Samen werken aan ontwikkeling?
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 18 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

3 KADER
8.4 Samen werken aan ontwikkeling?

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling lesdoelen 8.3

- Hoe kan een land met andere landen concurreren? 

- Waarom is er niet overal vrijhandel? 

- Welke gevolgen zijn er doordat er niet overal vrijhandel is?


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 8.4

- Wat zijn de kenmerken van een ontwikkelingsland?
- Welke oorzaken zijn er voor de economische achterstand van ontwikkelingslanden?

- Hoe kunnen ontwikkelingslanden zich ontwikkelen?


Slide 3 - Tekstslide

Ontwikkelingsland

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

De vicieuze cirkel van armoede

Slide 9 - Tekstslide

Nationaal inkomen
De optelsom van alle inkomens uit arbeid en bezit (zoals loon, rente, huur, pacht).

Wat zegt dit? Je kunt pas vergelijken met andere landen als je het inkomen per hoofd van de bevolking weet.


nationaal inkomen : aantal inwoners = inkomen per inwoner

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Hoe kun je een ontwikkelingsland herkennen?
  • monocultuur;
  • veel schulden;
  • slechte gezondheidszorg;
  • lage levensverwachting;
  • analfabeten;
  • hoge bevolkingsgroei en hoog sterftecijfer.

Slide 12 - Tekstslide

Manieren van hulp

           
Structurele hulp
Noodhulp
Hulp om mensen te laten overleven (vaak bij natuurrampen)
Hulp voor de lange termijn, met als doel dat ontwikkelingslanden economisch zelfstandig worden.
Gebonden hulp
Wanneer een land dat hulp biedt aan een ontwikkelingsland, voorwaarden stelt aan die hulp.

Slide 13 - Tekstslide

Structurele hulp
Doel
Het doel is om het ontwikkelingsland economisch zelfstandig te maken.
Voorbeelden:
- het geven van geld voor het bouwen van scholen.
- het geven van microkredieten.
- het ondersteunen met materialen en kennis.

Slide 14 - Tekstslide

Noodhulp
Doel
Het helpen bij het overleven van een noodsituatie.

Voorbeelden:
- het geven van voedsel, kleding en  medicijnen.
- het sturen van artsen (Artsen Zonder Grenzen)

Slide 15 - Tekstslide

Incidenteel of Structureel?

Na de tsunami in Zuid-Oost Azië werd er in Nederland geld opgehaald voor de slachtoffers van de ramp. Het geld werd onder andere gebruikt om ervoor te zorgen dat mensen die hun huis kwijt waren geraakt, in tenten opgevangen konden worden.



Incidenteel of Structureel?

In de Filippijnen wonen ruim 100 miljoen mensen. Als de bevolking zo blijft groeien als de laatste jaren, wonen er in 2025 meer dan 150 miljoen mensen in de Filippijnen. Nederland heeft in de Filippijnen projecten financieel ondersteund die geboortebeperking tot doel hebben.

Slide 16 - Tekstslide

Hulporganisaties

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Hebben we in Nederland een hoge of lage welvaart en WAAROM?

Slide 19 - Open vraag

Ontwikkelingslanden zijn:
A
landen die goed ontwikkeld zijn
B
landen waar de productie en inkomens hoog zijn
C
landen waar de productie en inkomens laag zijn

Slide 20 - Quizvraag

inkomensverdeling betekent:
A
de manier waarop personen hun geld verdelen
B
dat geld eerlijk wordt verdeeld
C
de manier waarop het totale inkomen van een groep personen is verdeeld over deze personen

Slide 21 - Quizvraag

Hulp om de ergste gevolgen van een natuurramp of oorlog op te vangen heet:
A
goede hulp
B
noodhulp
C
structurele hulp
D
gebonden hulp

Slide 22 - Quizvraag

Hulp om de ergste gevolgen van een natuurramp of oorlog op te vangen heet ...
A
goede hulp
B
noodhulp
C
structurele hulp
D
gebonden hulp

Slide 23 - Quizvraag

Hulp die een blijvende oplossing biedt voor een ontwikkelingsland heet
A
gebonden hulp
B
structurele hulp
C
noodhulp
D
noodzaak

Slide 24 - Quizvraag

Hulp om de ergste gevolgen van een natuurramp of oorlog op te vangen heet ...
A
goede hulp
B
noodhulp
C
structurele hulp
D
gebonden hulp

Slide 25 - Quizvraag

Wat is GEEN kenmerk van een ontwikkelingsland
A
Slechte infrastructuur
B
Veel landbouwgrond
C
Snelle bevolkingsgroei
D
Veel analfabetisme

Slide 26 - Quizvraag

Dit is de berekening van het inkomen per hoofd van de bevolking
A
nationaal.inkomenje.salaris
B
nationaal.inkomenaantal.inwoners
C
aantal.inwonersnationaal.inkomen
D
je.salarisnationaal.inkomen

Slide 27 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van noodhulp (kort antwoord!)

Slide 28 - Open vraag

Als een Nederlandse stichting helpt bij het bouwen van scholen in een ontwikkelingsland, dan noem je dit
A
Noodhulp
B
Gebonden hulp
C
Structurele hulp

Slide 29 - Quizvraag

Deze hulp wordt geboden na een tsunami
A
Structurele hulp
B
Noodhulp

Slide 30 - Quizvraag

Wat heb je geleerd?

Slide 31 - Tekstslide

Wat zijn de kenmerken van een ontwikkelingsland?

Slide 32 - Open vraag

Welke oorzaken zijn er voor de economische achterstand van ontwikkelingslanden?

Slide 33 - Open vraag

Hoe kunnen ontwikkelingslanden zich ontwikkelen?

Slide 34 - Open vraag

extra uitleg/

verdieping


Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video

Slide 41 - Video

Slide 42 - Video

Slide 43 - Video

Slide 44 - Video

Slide 45 - Link

Slide 46 - Link

Slide 47 - Video

Slide 48 - Video

Slide 49 - Video

Slide 50 - Video

Slide 51 - Video