Temperatuurregeling

1 / 38
volgende
Slide 1: Video
AnatomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Onderwerp: lichaamstemperatuur
Leerdoelen
Temperatuurregeling
Samenvatting temperatuurregeling
(Oefenvragen)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
1 Je legt uit hoe het lichaam de temperatuur regelt
2 Je legt uit hoe koorts ontstaat
3 Je verklaard de verschijnselen bij koorts

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TEMPERATUUR

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je van de lichaamstemperatuur?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke begrippen
  1. Lichaamschil - lichaamskern
  2. Koude - warmte zintuigen
  3. Warmte-productie - warmte-afgifte
  4. temperatuurregeling - regelcentrum
  5. Vaatverwijding - vaatvernauwing

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Kern: buik - , borst- en schedelruimte.
  • Schil: huid en ledematen 

Slide 7 - Tekstslide

De kern of het centrum van het lichaam betreft: buik, borst- en schedelholte.
De schil is de huid en ledematen. Het verschil tussen de kerntemperatuur en de schiltemperatuur. Dit kan een belangrijke parameter zijn in de beoordeling van de huiddoorbloeding. Normaal is de deltatemperatuur 8-9 graden celsius.

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Wat zorgt voor warmte?
Verbranding =
zuurstof + brandstof --> energie + warmte

energie is nodig voor de
stofwisseling

Slide 9 - Tekstslide

Een juiste temperatuur is nodig voor een goede celstofwisseling. De enzymen in de cel werken alleen goed bij een juiste temperatuur. Het lichaam controleert en zorgt dat de temperatuur goed en stabiel blijft.
Een constante temperatuur is van belang voor het goed functioneren van de verschillende organen. Het schijnt hoog genoeg te zijn om schimmels e.d te weren.
En is ook weer niet zo hoog dat we de hele dag brandstof tot ons moeten nemen.

Verbranding
  • Goede celstofwisseling 
  • Organen zijn hierop ingesteld
  • Enzymen en chemische reacties werken optimaal

Slide 10 - Tekstslide

Een juiste temperatuur is nodig voor een goede celstofwisseling. De enzymen in de cel werken alleen goed bij een juiste temperatuur. Het lichaam controleert en zorgt dat de temperatuur goed en stabiel blijft.
Een constante temperatuur is van belang voor het goed functioneren van de verschillende organen. Het schijnt hoog genoeg te zijn om schimmels e.d te weren.
En is ook weer niet zo hoog dat we de hele dag brandstof tot ons moeten nemen.

+/- 37 graden celsius
  • Optimale stofwisseling 
  • Door beste werking van enzymen

Slide 11 - Tekstslide

Een juiste temperatuur is nodig voor een goede celstofwisseling. De enzymen in de cel werken alleen goed bij een juiste temperatuur. Het lichaam controleert en zorgt dat de temperatuur goed en stabiel blijft.
Een constante temperatuur is van belang voor het goed functioneren van de verschillende organen. Het schijnt hoog genoeg te zijn om schimmels e.d te weren.
En is ook weer niet zo hoog dat we de hele dag brandstof tot ons moeten nemen.

Welke orgaan denk je dat de meeste energie omzet?
D.w.z. de meeste warmte maakt
A
lever
B
slokdarm
C
dikke darm
D
blaas

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

  • Kern: buik - , borst- en schedelruimte.
  • Schil: huid en ledematen 

Slide 13 - Tekstslide

De kern of het centrum van het lichaam betreft: buik, borst- en schedelholte.
De schil is de huid en ledematen. Het verschil tussen de kerntemperatuur en de schiltemperatuur. Dit kan een belangrijke parameter zijn in de beoordeling van de huiddoorbloeding. Normaal is de deltatemperatuur 8-9 graden celsius.

Temperatuur
  • Normale temp 36.4 C - 37.5 C
  • Verhoging: 37,5 - 38 C
  • Koorts: 38 - 41 C
  • Hypothermie: < 35 C 
  • Hyperthermie: > 40 C en (neuro) verschijnselen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie hebben het sneller (te) warm of (te) koud?
Mannen
Vrouwen

Slide 15 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wie hebben het sneller (te) warm of (te) koud?
Kinderen
Volwassenen

Slide 16 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wie hebben het sneller (te) warm of (te) koud?
Ouderen
Jongeren

Slide 17 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Temperatuurregeling
Koude en warmtezintuigen
in de huid (lichaamsschil)

Hypothalamus:
centrale thermostaat

Slide 19 - Tekstslide

De centrale thermosensoren registreren de kerntemperatuur, de perifere warmte en koude sensoren registreren de schiltemperatuur. Het achterste gedeelte van de hypothalamus fungeert als schakelstations naar de hersenstam en het ruggenmerg ter regulatie. 
Je kerntemperatuur is de temperatuur diep in de weefsels van het lichaam
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hypothalamus is als het ware de thermostaat van ons lichaam.

Wat was de kachel?
Wat zijn de ramen/deuren?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef een korte samenvatting over de temperatuurregeling.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie zijn extra gevoelig voor temperatuurafwijkingen?

Slide 23 - Woordweb

pasgeborenen.
koelen sneller af omdat hun lichaamsoppervlakte in verhouding tot die van volwassenen groter is en ze een dunnere vetlaag hebben. Het warmtecentrum van een baby moet nog leren hoe het moet reageren op veranderingen in de omgevingstemperatuur. 

Dronken mensen hebben ook niet het vermogen om zelf iets te ondernemen als ze het te koud krijgen.
Ook treed eerder onderkoeling op bij alcoholisten, bij verwarde zorgvragers en ouderen. Bij al deze groepen is het regelcentrum minder goed.
Let op! Bij ouderen neemt de functie van het warmtecentrum en de zintuigen af.

Bijzonderheden in temperatuur
Koorts is nodig om ziekteverwekkers af te weren.

's Morgens is de lichaamstemperatuur lager omdat de stofwisseling dan nog op gang moet komen.

Baby's en ouderen hebben meer moeite om hun temperatuur te reguleren.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er als je het koud hebt?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er als je het te warm hebt?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is koorts?
A
Een ziekte
B
Een symptoom
C
Een ontsteking
D
Een infectie

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De symptomen van opkomende koorts zijn:
(meerdere mogelijk)
A
koud hebben
B
warm hebben
C
rillingen
D
zweten

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefenvragen P1

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke orgaanstelsels ken je nu?
Uitscheidingsstelsel
Ademhalingsstelsel
Circulatiestelsel
Spijsverteringsstelsel
Zenuwstelsel

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke hoort er niet bij?
A
luchtpijp
B
keel
C
neus
D
oor

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke hoort er niet bij?
A
hart
B
slagader
C
hersenen
D
bloedcel

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke hoort er niet bij?
A
zenuwen
B
botten
C
ruggenmerg
D
spieren

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke hoort er niet bij?
A
kraakbeen
B
spaakbeen
C
kuitbeen
D
opperarmbeen

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke hoort er niet bij?
A
slokdarm
B
lever
C
dikke darm
D
keel

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul tekst in op de nummers.

Welke processen vinden plaats bij 4 en bij 8?

Bij welk nummer doe je je jas aan?
Bij welk nummer drink je iets kouds?
9
2
3
7
8
4
5
6

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koorts is een ziekte
A
juist
B
onjuist

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies